45 editions in Dutch, French, and German’ kocht voor 700 gulden in bod en antiquariaat Forum, behalve alle ‘chapbook’ nummers en vele andere zaken, een lot met vijf beschreven ‘and 91 other catechisms and religious works for children’ voor 2300 gulden.
Wie Piet Buijnsters' opvatting over een leesbare, toegankelijke bibliografie kent, zal het niet verbazen dat de beschrijvingen in de nu verschenen bibliografie geen collatieformule bevatten, laat staan een fingerprint. In het voorwoord wordt er nadrukkelijk op gewezen dat men geen analytische bibliografie moet verwachten, ‘maar meer een inhoudsgerichte bibliografie, zoals ook in Brüggemanns Handbuch zur Kinder- und Jugendliteratur gepresenteerd wordt.’ Alle beschrijvingen behalve die voorzien van een asterisk berusten op autopsie, maar ‘dat wil natuurlijk niet zeggen dat wij elk exemplaar van iedere editie in handen hebben gehad.’ Ook die laatste mededeling duidt er op, dat het de Buijnstersen niet zozeer ging om het opsporen van allerlei varianten van allerlei edities, als wel om het aanbieden van een corpus: dit is wat ze aan titels gevonden hebben. Latere/andere drukken van hetzelfde werk worden met eigen nummer vermeld, maar op vragen die te maken hebben met staand zetsel, nieuwe titelpagina, roofdruk e.d. geeft het boek geen antwoord.
Door deze inhoudelijke benadering lijken de formele beschrijvingen niet altijd de sterkste kant van het boek. Over de principes komen we niet meer te weten dan ‘De beschrijvingsvolgorde is die van onze Wolff en Dekenbibliografie’ (p. 11.) Er nog van afgezien of iedereen over die bibliografie beschikt: boeken van deze importantie en pretentie verdienen hun eigen verantwoording. Nu moet je de principes zelf uit de beschrijvingen destilleren en dat roept soms vragen op. De beschrijvingen openen steeds met een transscriptie van de titelpagina, gevolgd door een formaataanduiding (ook niet verantwoord), een pagina-formule en eventueel een opgave van de platen met indien bekend de namen van ontwerpers en graveurs. Dit laatste vloeit natuurlijk voort uit het inhoudsgerichte karakter van de bibliografie, en we moeten er dankbaar voor zijn, want een plaatverantwoording met verantwoordelijke kunstenaars ontbreekt nogal eens, vooral in analytisch gerichte bibliografieën. Bij complexer samengestelde boeken wordt vervolgens de pagina-formule nader ingevuld en toegelicht. Daarna volgen bibliografische referenties, heel vaak het kopje ‘bijzonderheden’ en de verantwoording der vindplaats(en) tot slot.
Bij lemma 37 - het historisch gezien belangrijke Een Nieuwlyks Uitgevonden A.B.C. Boek van Kornelis de Wit, door P. Buijnsters elders ‘Het voor zijn tijd bepaald revolutionaire beeld-ABC’ genoemd - ontbreekt een paginaformule. Geen tekstpagina's dus denk je dan in eerste instantie. Uit de beschrijving van de inhoud blijkt het boekje wel degelijk ongenummerde tekstpagina's te bevatten. Wie de inhoudsbeschrijving dan vertaalt naar aantal pagina's, komt op 34, inclusief platen. Er wordt onder andere verwezen naar het Forum-exemplaar uit de catalogus The Children's World of Learning (nr. 98), waar als pagina-formule (26),24 wordt genoemd. Om het raadsel compleet (of duidelijk) te maken wordt onder de vindplaatsen de uba genoemd met twee exemplaren, onder vermelding van ‘twee verschillende drukken.’ Zo'n laatste mededeling kan naar mijn mening niet zonder toelichting blijven, als het al niet zo is, dat een afwijkende druk een eigen nummervermelding zou moeten krijgen. Worden het Buijnsters- en het Forum-exemplaar bedoeld? Of verwijst dit naar de eerder gedane mededeling in het lemma dat sommige exemplaren een andere imprint hebben? Of is het nóg iets heel anders? Hier wreekt zich wellicht de boven aangehaalde zinsnede uit de inleiding dat niet elk exemplaar van iedere editie geautopseerd is. Maar als je al hebt vastgesteld dat er twee verschillende edities bestaan, dan kan nadere uitleg toch niet uitblijven. En zo viel strikt bij toeval in lemma's 69, 346 en 982 een andere kleine omissie of onduidelijkheid op. Overigens zou deze kritische kanttekening de indruk kunnen wekken dat er voortdurend dit soort problemen in de bibliografie opduikt en dat dit het plezier in de bibliografie vergalt. Verre van dat. Je kunt de zaak ook omdraaien: het kan niet anders dan dat er bij zo'n enorme beschrijvingsklus af en toe eens iets vergeten wordt of anderszins gemist wordt. Dat moeten we
maar op de koop toe nemen. Voorop staat dat we tot nu toe op het oudere kinderboeken gebied eigenlijk niets hadden en er nu een stevig en leesbaar fundament staat. Wel zullen er ongetwijfeld lezers zijn die zich afvragen waarom, nu de klus tóch geklaard werd, er niet iets meer analytische gegevens meegenomen