Afbeelding van de zilveren muiters en sloten, ontworpen voor de presentexemplaren van Cats' Alle de Wercken uit 1655, afgebeeld op een anonieme gravure in de folio-uitgave van 1712.
en laten inbinden’. Toen Cats de foliant doorbladerde, toonde hij zich verbaasd dat zijn verzameld werk tot zo'n omvang was gegroeid. Spontaan verzocht hij de uitgever een exemplaar te willen zenden aan het stadsbestuur van die plaatsen, waar hij geboren en getogen was. Als blijk van erkentelijkheid wilde hij bij elk exemplaar een speciale opdracht op rijm toevoegen: één aan Brouwershaven, zijn ‘Vaderlandt’, een tweede aan het stadsbestuur van Zierikzee, een derde aan Middelburg... eveneens ‘zijn Vaderlandt’, een vierde aan Dordrecht en een vijfde aan de Staten van Holland en West-Friesland. Maar dat was niet alles, want zoals de uitgever meldde: ‘om welke gedencktekenen van dankbaerheyt des te cierlijker, en aanzienelijker te maken, liet de meergemelde Heer Cats tot dien eynde nauwkeurighlijk uytwerken twee bijzondere sloten en muyêters... waarop wordt vertoont, hoe alle tijdelijcke saken, te weten Jeugt, Wellust, Adel, Rijckdom, Faam, al te samen met de werelt vervallen...’. De sloten en muiters op deze presentexemplaren van de folio-editie, zijn onder meer afgebeeld in de kwarto-uitgave van
Ouderdom, Buytenleven en Hofgedachten op Sorgh-Vliet die Schipper een jaar later, in 1656, heeft uitgegeven en eveneens in latere uitgaven van de verzamelde werken. Deze folio-Cats werd namelijk meermalen herdrukt: in 1658, 1659, 1665, 1700, 1702 en voor de laatste maal in 1726.
Hoewel de uitgever spreekt over vijf presentexemplaren weten we inmidels dat ook de Staten-Generaal een exemplaar kreeg aangeboden en dat Cats zelf eveneens een exemplaar met de sloten in zijn bezit heeft gehad. Het totaal komt dus op zeven. Alle zeven banden hebben dezelfde bandstempeling (gehad) en dezelfde zilveren sloten en muiters.
De vraag rijst wat er van die zeven presentexemplaren is geworden.
1. | Brouwershaven. Het bewuste exemplaar ligt veilig opgeborgen in de kluis van het stadhuis aldaar. Het is gebonden in een bruin leren band met twee sloten met zinnebeeldige afbeeldingen en vier klampen, het voor- en achterplat is goud gestempeld. Voorin staat de voor Cats gedrukte en door de dichter gesigneerde opdracht aan zijn geboortestad, gedateerd 30 september 1655. Het boek bevat voorts een extra portret van Cats met een 12-regelig gedicht van Jan van Vliet (Janus Vlitius). Het boek is getoond aan Koning Willem iii bij gelegenheid van zijn bezoek op 30 november 1862 en op 5 augustus 1924 aan Prinses Juliana, die met haar ouders Zeeland bezocht. Op verzoek van de burgemeester hebben de hoge gasten hun handtekening gezet op een vel papier, dat voorin het exemplaar is geplakt. Veelbetekenend is wat Cats erin schreef: ‘Het zal nogh leven in de tijdt, als ick en ghy begraven zijt’. |
2. | Zierikzee. Blijkens een mededeling van de archivaris in Zierikzee ‘is dit boek reeds jaren spoorloos’. |
3. | Middelburg. Het derde presentexemplaar is tijdens de Tweede Wereldoorlog verbrand. Het was aanwezig in de Oudheidskamer van het Stedelijk Museum van Oudheden. Wel beschikt De Zeeuwse Bibliotheek inmiddels over een exemplaar van de eerst folio-uitgave, echter niet helemaal compleet en gebonden in een moderne band. |