De Boekenwereld. Jaargang 13
(1996-1997)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 229]
| |
Matthew en Mary Darly Graveurs, uitgevers en verkopers van prenten in Londen 1748-1781Ga naar eindnoot*
| |
[pagina 230]
| |
zoals de bladen van William Hogarth, naar de eenvoudiger te duiden, gekleurde etsen van James Gillray en Thomas Rowlandson. The Macaroni Print Shop toont de etalage van de zaak van de Darly's. Deze winkel, centraal gelegen aan de Strand nr. 39 in Londen, was de eerste Engelse prentenwinkel die gespecialiseerd was in satirische prenten. The Macaroni Print Shop is door Matthew of Mary Darly in 1772 geëtst naar een tekening van de amateurkunstenaar Edward Topham (1751-1820). Op verzoek van de Darly's leverden ook andere kunstenaars die geen professionele opleiding hadden genoten tekeningen aan hun prentenuitgeverij. Daarmee hadden zij een belangrijk aandeel in de groei en bloei van het bedrijf.
Het is opmerkelijk dat er tot voor kort nauwelijks belangstelling voor het werk van Matthew en Mary Darly is geweest. Ook een volledige inventarisatie van het oeuvre ontbreekt en in overzichten van de geschiedenis van satirische prentkunst vindt men de Darly's zelden opgenomen. Wel is er enig onderzoek gedaan naar de gravures van meubelontwerpen van Matthew Darly, daarentegen is er vrijwel geen studie verricht naar zijn architectuur- en ornamentprenten.Ga naar eindnoot2. Gelukkig staan voor het bestuderen van de satirische prenten van de Darly's toch enkele bronnen ter beschikking. Onmisbaar is het omvangrijke naslagwerk Catalogue of Political and Personal Satires preserved in the Department of Prints and Drawings in the British Museum (BM) van F.G. Stephens en M. Dorothy George, dat tussen 1870 en 1954 verscheen en maar liefst elf delen beslaat.Ga naar eindnoot3. In de delen IV, V en VI staan in chronologische volgorde tientallen politieke en sociale satirische prenten van de Darly's beschreven. Dit overzicht is echter niet volledig, aangezien de collectie van het British Museum niet alle satirische prenten van de Darly's omvat. Veel prenten bevinden zich in collecties in de Verenigde Staten. Het was dan ook het Amerikaans tijdschrift The American Collector, waarin het eerste artikel over Matthew Darly verscheen. Hierin zette Rita Susswein in 1934 de diverse activiteiten van Darly in kort bestek op een rij en benadrukte de verscheidenheid van zijn werk.Ga naar eindnoot4. Helaas vermeldde zij in dit artikel, dat verder nauwelijks werd opgemerkt, geen bronnen. Van recenter datum is de in 1991 verschenen studie van Jürgen Döring, Eine Kunstgeschichte der frühen englischen Karikatur.Ga naar eindnoot5. In een aan de Darly's gewijd hoofdstuk komt de auteur, op stilistische gronden, tot de conclusie dat veel vroege karikaturen gegraveerd zijn door Mary Darly. Zij krijgt door Döring de plaats toebedeeld die haar toekomt en treedt daardoor uit de schaduw van haar echtgenoot. Dürings boek behandelt de vroege Engelse karikatuur tot 1763. Een groot deel van de door de Darly's uitgegeven prenten en boeken - zij waren aktief tot 1781 - blijft daardoor onbesproken. Hun latere werk komt wel, zij het summier, aan bod in het onlangs verschenen boek van Diana Donald, The Age of Caricature, Satirical Prints in the Reign of George III.Ga naar eindnoot6. Vanuit een thematische invalshoek tracht Donald de prenten te analyseren door de ogen van de achttiende-eeuwse beschouwer. Dit rijk geïllustreerde boek vormt een welkome aanvulling op zowel de catalogus van het British Museum als het boek van Döring. In deze bijdrage zal getracht worden de beperkte belangstelling voor het bedrijf van de Darly's in de kunsthistorische literatuur te verklaren. Tevens worden de diverse activiteiten van Matthew en Mary Darly op een rij gezet. Het accent zal daarbij liggen op de satirische prenten uitgegeven in de jaren '70 van de achttiende eeuw, een periode waarin het bedrijf tot volle bloei kwam. | |
Matthew Darly - ‘A Political Designer of Pots, Pans and Pipkins’Matthew Darly woonde en werkte het grootste deel van zijn leven in het centrum van Londen. Aangezien zijn naam niet voorkomt in de doop- en begrafenislijsten van de betreffende parochies is hij er waarschijnlijk geboren noch gestorven. Het ligt voor de hand dat hij, zoals zo velen anderen in het begin van de achttiende eeuw, naar Londen is gegaan om werk te zoeken. De eerste bron waaruit zijn bestaan blijkt, is een advertentie uit 1748 in de Daily Advertiser. Hierin maakt hij melding van de uitgave van een serie prenten van stoelontwerpen en werft hij leerlingen voor tekenlessen in de avonduren.Ga naar eindnoot7. Matthew Darly zou zijn gehele carrière actief blijven als leraar. Uit archiefstukken blijkt dat Matthew Darly zeker vanaf 1749 in prenten handelde. Op 20 november van dat jaar werd hij in het kader van een gerechtelijk onderzoek ondervraagd. Dit onderzoek betrof de herkomst en verspreiding van anoniem uitge- | |
[pagina 231]
| |
geven prenten met een aanstootgevende en radicale politieke strekking; prenten waarin de spot werd gedreven met leden van de koninklijke familie en de regering. Zowel Darly als vijf andere prentenhandelaren die werden ondervraagd, zeiden tijdens de verhoren niet te weten wie de betreffende prenten gemaakt en uitgegeven had.Ga naar eindnoot8. Dit onderzoek was een van de zeldzame keren dat de Engelse regering zich met de produktie van en handel in prenten bemoeide. In tegenstelling tot de meeste landen op het Europese vasteland bestond er nauwelijks censuur op beeldmateriaal in het achttiende-eeuwse Engeland. Voor zover bekend had dit onderzoek voor de handelaren geen verdere consequenties. Hoewel Matthew Darly tijdens het bovengenoemde verhoor aangaf dat zijn vrouw bepaalde prenten had verkocht, is het niet duidelijk om welke vrouw het hier gaat. Zij zou een eerdere echtgenote dan Elizabeth Harold kunnen zijn met wie Matthew Darly in 1750 in het huwelijk trad.Ga naar eindnoot9. Elizabeth Harold overleed vermoedelijk jong, want vanaf begin jaren '60 signeerde Mary met de naam Darly.Ga naar eindnoot10. Het eerste boek dat Matthew Darly uitgaf, was een voorbeeldboek met ontwerpen voor stoelen: A New Book of Chinese, Gothic and Modern Chairs uit 1751. Drie jaar later bleek hij zich volledig te hebben toegelegd op het ontwerpen in de ‘chinoiserie-stijl’. Hij publiceert dan, samen met de boekillustrator en graveur van vogelprenten George Edwards (1694-1773) zijn meest bekend geworden voorbeeldboek A New Book of Chinese Designs. Hierin staan niet alleen meubelontwerpen, maar ook veel afbeeldingen van vogels, dieren, Chinezen en Chinese landschappen. Aangezien het exotische in de achttiende eeuw in Engeland zeer in trek was, strekte de invloed van dit boek zich uit tot de porseleinen textielindustrie.Ga naar eindnoot11. In 1754 werkte Matthew Darly tevens als reproduktiegraveur voor de vooraanstaande meubelfirma van Thomas Chippendale. Voor zijn voorbeeldboek voor ambachtslieden, The Gentleman and Cabinet Maker's Directory, graveerde hij 98 van de 147 gesigneerde prenten. Het contact tussen Darly en Chippendale was overigens niet alleen zakelijk. In de periode dat de prenten werden gegraveerd woonden beiden op hetzelfde adres. Er is wel gesuggereerd dat Matthew Darly Thomas Chippendale de kunst van het graveren heeft bijgebracht.Ga naar eindnoot12.
Matthew Darly, ontwerp voor een spiegel in chinoiserie-stijl uit: A New Book of Chinese Designs, 1754. Ets, 275 × 190 mm (foto Victoria & Albert Museum, Londen).
Vanaf 1756 werkte Darly, wederom samen met Edwards, als uitgever van politieke karikaturen. Het betreft hier karikaturen gericht tegen de Schotten en de toen regerende politici Newcastle en Fox. De prenten zijn veelal geëtst en klein van formaat (5 bij 10 cm). Veel prenten zijn gemaakt naar tekeningen van de eerste amateurkunstenaar die voor het bedrijf van de Darly's werkzaam was, de uit de adel afkomstige militair van hoge rang George Townshend (1724-1807). Naast algemenere kenmerken van karikaturen, zoals mens-dier vergelijkingen en het overdrijven van fysionomische kenmerken, onderscheiden deze prenten zich van die van tijdgenoten door een eenvoudige lijnvoering. Figuren zijn slechts in contour weergegeven tegen een neutrale of gearceerde achtergrond. De reproductiemogelijkheden van deze prenten werden optimaal benut. De karikaturen werden zowel als kaart (gedrukt op stevig papier en bedoeld om te versturen) als op groter formaat uitgevoerd. In 1757 werden 75 van deze prenten bovendien nog eens in boekvorm uitgegeven onder de titel A Political and Satyrical History. Dit boekje werd, | |
[pagina 232]
| |
Alex Mackenzie (pseudoniem van Paul Sandby), The Hungry Mob of Scriblers and Etchers, 1762. Ets, 305 × 200 mm (bm 3844; foto British Museum, Londen).
aangevuld met nieuwe prenten, diverse malen herdrukt.Ga naar eindnoot13. Vanaf deze tijd wordt de term karikatuur gebruikt om een prent in zijn geheel mee aan te duiden. Voorheen werd met ‘caricature’ alleen de afgebeelde figuur bedoeld.Ga naar eindnoot14. Het idee om karikaturen in boekvorm uit te geven, werd door andere uitgevers nagevolgd. De Darly's bleven echter uniek in zowel het zelf graveren als uitgeven van de prenten. Op een onder het pseudoniem Alex Mackenzie verschenen prent van Paul Sandby uit 1762, getiteld The Hungry Mob of Scriblers and Etchers, is Matthew Darly prominent afgebeeld.Ga naar eindnoot15. Met een wandelstok en een prent in zijn hand staat hij temidden van andere graveurs en schrijvers. Links van hem is Hogarth te zien met een enorme burijn onder zijn arm en rechts de schrijver Samuel Johnson. Het groepje staat onder aan een trap klaar om het geld op te vangen dat Lord Bute, een minister die nauwe banden onderhield met het koningshuis, hen toewerpt. De prent en de tekst daaronder hekelen de opportunistische houding van Darly en zijn collega's ten opzichte van hun werk. Sandby suggereert dat de motivatie voor het uitgeven van politieke karikaturen door Darly niet zozeer zou zijn voortgekomen uit een politieke stellingname, maar vooral werd ingegeven door financiële motieven. De karikaturen die de Darly's in de jaren '70 graveerden en uitgaven, hadden veel minder betrekking op politieke situaties. Het zijn dan vooral sociale thema's zo-1als sport, dans, muziek, theater en mode die aan bod komen. Deze prenten werden eveneens in boekvorm, in serie, uitgegeven onder de titel Darly's Comic-Prints of Characters, Caricatures, Macaronies. Voor een uitgave van deze prenten in folio formaat, waarover later meer, adverteerden de Darly's met: ‘the most entertaining Book ever published in Europe’.Ga naar eindnoot16. Darly was in staat zijn uiteenlopende activiteiten te combineren met het graveren van boekillustraties en gebruiksgrafiek zoals ‘trade cards’ (visitekaartjes). Op een van zijn eigen kaartjes staat overigens vermeld dat hij ook behangpapier vervaardigt en bedrukt en decoratieschema's ontwerpt voor plafonds, trappenhuizen, schoorsteenmantels en volledige interieurs.Ga naar eindnoot17. Zijn latere werk omvat gravures, merendeels
Matthew Darly (?), MDarly P.O.A.G.B, 1771. Ets, 175 × 125 mm (bm 5272; foto British Museum, Londen).
| |
[pagina 233]
| |
uitgegeven in boekvorm, met ontwerpen voor plafonds, vazen en ornamenten in rococo stijl.Ga naar eindnoot18. Van de vele neo-klassieke architectuurprenten die hij graveerde, werden er tussen 1765 en 1771 enkele tentoongesteld op de exposities van de Society of Artists en de Free Society of Artists, voorlopers van de Royal Academy.Ga naar eindnoot19. Om hem te assisteren bij zijn opdrachten had Matthew Darly gedurende zijn loopbaan verschillende leerjongens in dienst. Van William Darling (ca. 1738-1799) is bekend dat hij in 1752 bij Darly in de leer kwam. Darling zou zich later tot zelfstandig graveur van boekillustraties ontwikkelen.Ga naar eindnoot20. Dat de samenwerking tussen Darly en zijn leerjongens niet altijd even soepel verliep, illustreert een advertentie in een krant uit 1765. Darly richt zich hierin tot zijn leerjongen Barnabice Mayor, die was weggelopen uit zijn bedrijf.Ga naar eindnoot21. Darly verzoekt hem terug te keren en, wat de oorzaak van dit conflict ook geweest moge zijn, Mayor gaf blijkbaar gehoor aan deze oproep. Op een in 1766 door Darly uitgegeven prent van een vaas, staat Mayors signatuur.Ga naar eindnoot22. Vanaf 1765 betitelde Darly zichzelf als ‘Professor and Teacher of Ornament’ en later als ‘Professor of Ornament to the Academy of Great Britain’, hetgeen hij afkortte met P.O.A.G.B.Ga naar eindnoot23. Een beeltenis van Matthew Darly met deze titel werd door de geportretteerde zelf uitgegeven in 1771. Leunend op een stok met een prent in de hand, profileert Darly zich hier als een zelfverzekerd en tevreden leraar. Herbert Pugh, een leerling van Darly (actief 1758-1788), portretteerde zijn leraar in dezelfde periode veel minder flatteus. Eveneens steunend op een wandelstok, maar met een zichtbaar dik en omzwachteld been, wordt Darly door hem naast een pissende ezel neergezet die de tekst ‘we are Professors of Design’ balkt. Darly heeft hier een groot stuk papier in zijn hand met de tekst: ‘The Political Designer of Pots, Pans & Pipkins’, een spottende verwijzing naar het uitgeven van zowel politieke karikaturen als ornamentprenten. | |
Mary Darly - ‘A Female Conoiseur’De ets The Macaroni Print Shop toont rechtsonder, in het linkerdeel van de etalage, een prent waarvan wordt aangenomen dat het een portret van Mary Darly betreft.Ga naar eindnoot24. Mary Darly is hier te zien met een glimlach om de mond en een prent in haar hand. Net als van haar echtgenoot zijn de geboorte-
Herbert Pugh, The Political Designer of Pots, Pans and Pipkins, ca. 1770. Ets, 135 × 110 mm (bm 4632; foto National Portrait Gallery, Londen).
en sterfdatum van Mary onbekend. In 1761 wordt in Londen de eerste dochter van Matthew en Mary Darly geboren. In de daaropvolgende jaren zullen nog twee dochters en twee zonen volgen.Ga naar eindnoot25. Alleen van hun dochter Mattina, geboren in 1764, kan met zekerheid worden vastgesteld dat
Mary of Matthew Darly (?), The Female Conoiseur, 1772. Ets, 176 × 127 mm (bm 4692) privé verzameling Amsterdam (foto F.B. Hasselaar).
| |
[pagina 234]
| |
Mary Darly, studie van hoofden, uit: A Book of Caricaturas..., 1762, afb. 15. Ets, ca. 90 × 60 mm (foto British Museum, Londen).
zij prenten voor het bedrijf van haar ouders graveerde. Mattina Darly zou ook later, door haar huwelijk met de graveur en uitgever Thomas Colley in 1778, actief blijven in het prentenvak.Ga naar eindnoot26. Vanaf 1762 trad Mary Darly op als verkoopster van prenten. Zij gaf toen leiding aan een winkel in Ryders Court, Leicester Fields, niet ver van de Strand.Ga naar eindnoot27. Net als haar man gaf ook zij les in graveren en etsen. De naam van Mary Darly als uitgeefster verscheen voor het eerst op een serie anti-Schotse prenten die in 1762-'63 op de markt kwam.Ga naar eindnoot28. Van de karikaturen die zij in die tijd uitgaf, verschenen er 57, voorzien van een inleiding, onder de titel A Book of Caricaturas, on sixty Copper Plates, with ye Principles of Designing, in that Droll and Pleasing Manner.Ga naar eindnoot29. Dit werk had tot doel amateurs enthousiast te maken voor het tekenen van karikaturen en was het eerste instructieboekje dat op dit terrein verscheen. Mary Darly geeft hierin een omschrijving van het begrip karikatuur en vleit haar lezerspubliek door te stellen dat de tekeningen van de Engelse adel de Franse en Italiaanse karikaturen op z'n minst evenaren zo niet overtreffen. ‘Caricatura is the Burlesque of Character, or an exaggeration of Nature, when not very pleasing, it's a manner of drawing that has & still is held in great esteem both by the Italien & French, some of our Nobility &
Mary Darly, “External circular Carrics”, uit: A Book of Caricaturas..., 1762, afb. 10. Ets, ca. 90 × 60 mm (foto British Museum, Londen).
Gentry at this time do equal if not excel any thing of the kind that ever has been done in any other country, tis the most diverting species of designing & will certainly keep those that practise it out of the hippo or Vapours & that it may have such an effect on her friends is the wish of My Darly.’Ga naar eindnoot30. Mary gebruikt verzonnen termen als ‘Carrick’ en ‘Phiz’ voor karikatuur en fysionomie. In het voorwoord geeft zij verder enige richtlijnen voor het karikatuurtekenen en spreekt zij de wens uit dat de prentjes de amateurs tot voorbeeld en inspiratie zullen dienen. ‘Rules for Drawing all sorts of Caricatura. Observe what sort of a line forms the Phiz or Carrick, you want to describe wither its straight lind, Externaly circular, internaly circular, or Ogeed, when you have found out the line, then take notice of the parts as to their situation, projection and sinking, then by comparing your observation with the samples in the book delineate your Carrick giving it proper touches till finished keep constantly practising from this book till drawing in this manner becomes familiar is easy and is attended with pleasure.’Ga naar eindnoot31. De prentjes, zowel drogenaald, etsen als gravures, tonen studies van neuzen, monden en gelaatsuitdrukkingen. De karikaturen zijn onder andere geïnspireerd op het werk van Leonardo da Vinci. Diens portret- | |
[pagina 235]
| |
Mary Darly, karikatuur van een vrouw geïnspireerd op Leonardo da Vinci in: A Book of Caricaturas..., 1762, afb. 57. Ets, ca. 90 × 60 mm (foto British Museum, Londen).
karikaturen waren reeds in de zeventiende eeuw in Engeland bekend, door de kopieën van Wenzel Hollar.Ga naar eindnoot32. Met het uitgeven van dit boekje weet Mary Darly steeds meer amateurs voor de satirische prent te interesseren. In de jaren '70 zal dit zijn vruchten afwerpen, als veel amateurtekenaars schetsen en tekeningen gaan leveren aan het bedrijf van de Darly's. | |
De amateursIn 1735 was in Engeland de ‘Hogarth Act’ ingevoerd, een wet die het kunstenaars verbood om prenten van collega's te kopiëren. Deze wet was uitgevaardigd om het veelvuldig kopiëren van prenten van onder anderen Hogarth een halt toe te roepen. Ter controle dienden prenten nu voorzien te zijn van de tekst: ‘Published according to Act...’, een datum en de naam en het adres van de uitgever. Hoewel men zich lang niet altijd aan deze bepaling hield, was het anoniem uitgeven van prenten nu toch behoorlijk ingeperkt en de produktie van de kunstenaar beschermd. De ‘Hogarth Act’ had tot gevolg dat prentenuitgevers een groeiende behoefte hadden aan nieuw en gevarieerd beeldmateriaal. De Darly's wisten hier handig op in te springen door in advertenties amateurs op te roepen hun ideeën of tekeningen door hen in beeld te laten brengen. ‘Ladies and Gentlemen sending their
Mary Darly naar George Townshend, karikaturen van de politici Newcastle en Fox, uit: A Book of Caricaturas..., 1762, afb. 20. Ets, ca. 90 × 60 mm (foto British Museum, Londen).
Designs may have them neatly etch'd and printed for their own private Amusement at the most reasonable rates, or if for publication shall have evry grateful return and acknowledgment for any Comic Design, Discriptive Hints in writing (not political) shall have due Honor shewn'em & be Immediately Drawn and Executed...’Ga naar eindnoot33. Verschillende amateurs, voor wie het tekenen van karikaturen een populaire liefhebberij was, reageerden op de oproep van de Darly's. Onder hen bevonden zich Henry William Bunbury (1750-1811), Elizabeth Gulston (?-1780), Richard St. Georg Mansergh (?-1797), Richard Brinsley Sheridan (alias Richard Sneer, 1751-1816), en de reeds eerder genoemde Edward Topham (1751-1820) en George Townshend (1724-1807). Met name Bunbury en Townshend verwierven veel roem met hun tekentalent.Ga naar eindnoot34. Beiden waren tijdens hun ‘Grand Tour’ in aanraking gekomen met het werk van Italiaanse karikaturisten. De invloed daarvan is goed terug te zien in hun werk. Door de kenmerkende karakteristieken van een figuur in enkele lijnen te overdrijven wisten zij de persoon raak te typeren. Het karikatuurtekenen was voor beiden een bron van vermaak. Voor Townshend was het tevens een uitlaatklep voor conflicten met superieuren gedurende zijn militaire carrière. Aan de talrijke amateurs die tekeningen aan de Darly's leverden, kan ook een professioneel kunstenaar worden toegevoegd. Paul Sandby (1730-1809), die zijn faam verwierf met aquarellen van landschappen, maakte voor de uitgeverij van de Darly's satirische tekeningen waarin hij het werk van Hogarth op de hak nam.Ga naar eindnoot35. Op veel prenten, gemaakt naar ontwerpen van amateurs, is de gevestigde orde (leger, kerk, justitie en adel), die zich veelvuldig schuldig maakte aan corruptie, het mikpunt van spot. Ook de extravagan- | |
[pagina 236]
| |
te mode en haardracht, overgewaaid uit Frankrijk en Italië, waren bijzonder geliefde thema's bij de kunstenaars en het publiek. | |
De ‘Macaronis’De titel van de prent van de winkel van de Darly's The Macaroni Print Shop geeft aan dat ‘macaronis’ een veel voorkomend thema zijn in het latere werk van de Darly's. De naam ‘macaroni’ duidt hier op een bepaald, zeer extravagant gekleed, personage en heeft een bijzondere oorsprong. In de achttiende eeuw was het voor jonge mannen, afkomstig uit gegoede milieus, gebruikelijk een lange reis naar het buitenland te maken, de ‘Grand Tour’, die hen onder andere in Italië bracht. Omstreeks 1770 vormden enkele van deze heren bij thuiskomst in Londen een club die zij de The Scavoir Vivre Club noemden. De leden van deze club dineerden regelmatig, en het net in Italië ontdekte gerecht macaroni stond dikwijls op het menu. Vanwege hun uitzonderlijke gedrag en extravagante kleding en kapsels werden zij spoedig zelf met de naam van dit gerecht betiteld.Ga naar eindnoot36. Typerend voor hun verschijning was een enorme knot kunsthaar die achterop het hoofd was vastgebonden en bekroond werd met een kleine hoed. Een zeer nauwsluitend vest, jasje en korte broek en een wandelstok met lange kwasten completeerden het geheel. Zowel Mary als Matthew Darly brachten vele series van ‘macaronis’ in prent. De eerste reeks werd in 1771 uitgegeven onder de titel 24 caricatures by several Ladies, Gentlemen,
Matthew Darly (?), The Stable Y - D Macaroni, 1772. Ets, 176 × 127 mm. (bm 5033). Collectie S. Emmering, Amsterdam (foto F.B. Hasselaar).
Artists &c. Tot 1773 verschenen nog vijf soortgelijke series, waarvan de ontwerpen voornamelijk van amateurs afkomstig waren. In 1776 en 1778 zagen tenslotte nog twee reeksen ‘macaroni’ prenten op groot formaat het licht.Ga naar eindnoot37. De prentenseries van de ‘macaronis’ kunnen gezien worden als een gids van beroemdheden uit die tijd. Het betreft hier namelijk portretten van herkenbare figuren die een functie in het openbare leven vervulden, zoals kunstenaars, acteurs, politici en adellijke personen. Niet altijd kunnen de afgebeelde ‘macaronis’ worden geïdentificeerd, maar vaak geeft een verwijzing in de titel aan om wie het gaat. Zo wordt met de The Stable Y - D Macaroni, vermoedelijk Lord Harrington bedoeld, die een huis in Londen bezat genaamd ‘The Stable Yard’. The Miniature Macaroni, is een portret van Richard Cosway, een miniatuurschilder die erg klein was. Hoewel de kunstenaars bij het weergeven van de ‘macaronis’ de fysionomie en kleding niet lijken te overdrijven, is het vooral de wijze waarop een personage in het vlak wordt gezet die hem iets komisch verschaft. Geïsoleerd van de dagelijkse omgeving, met een onbeholpen uitdrukking op het gelaat en een houterige pose, lijken de ‘macaronis’ hun status, die zij met hun zorgvuldig uitgezochte kleding en bewerkelijke kapsels zo graag tentoonspreidden, te hebben verloren. Hoewel er in de achttiende eeuw tal van prenten van ‘macaronis’ zijn verschenen,
Matthew Darly (?), The Miniature Macaroni, 1772. Ets, 176 × 127 mm. (bm 5031). Collectie S. Emmering, Amsterdam (foto F.B. Hasselaar).
| |
[pagina 237]
| |
waaronder vele mezzotinten, zijn de series van de Darly's qua omvang en originaliteit te beschouwen als een monument voor dit sociale fenomeen. Naast het ridiculiseren van de ‘macaronis’, veelal mannen, werden ook vrouwen in dezelfde tijd veelvuldig vanwege hun extravagante haardracht bespot. Enorm hoge bepoederde pruiken, gevuld met touw, hennep en wol en versierd met linten, veren, fruit, groenten en soms zelfs hele architectonische constructies, torenden op de hoofden van de rijke dames. The preposterous head dress, or the featherd lady, toont een dame die zich een dergelijk kapsel laat aanmeten. De prent, hoewel niet gesigneerd, is gezien de zorgvuldige en strakke stijl van graveren die Matthew Darly zo goed beheerste, aan hem toe te schrijven. Vanzelfsprekend kon een mode die zo bewerkelijk en extreem was niet heel erg lang het beeld bepalen. Tegen het eind van de jaren '70 werd de mode minder extravagant en verdwenen de ‘macaronis’. | |
De winkelDe actieve rol van vrouwen in het boekenen prentenvak was niet uitzonderlijk in de achttiende eeuw.Ga naar eindnoot38. Het was dan ook Mary die eerst een prentenwinkel in Ryders Court, Leicester Fields, en later de winkel op de Strand 39 leidde. In de winkel werden prenten, zowel los als in boekvorm gekleurd en ongekleurd verkocht. Gezien de produktiekosten was het drukken van een prent winstgevend vanaf een oplage van 200 à 300 exemplaren. Hoewel het tevens de vraag was die het aantal afdrukken bepaalde, zal een oplage van enkele honderden exemplaren de regel zijn geweest. De prijs voor een karikatuur bedroeg over het algemeen sixpence, een dagloon voor een arbeider uit die tijd. Voor gekleurde prenten moest men het dubbele, een shilling, betalen. De prenten waren dus voor het grootste deel van de bevolking te kostbaar om aan te schaffen. Minder kapitaalkrachtige liefhebbers konden echter kennis nemen van de prentproduktie in de koffiehuizen, waar de karikaturen ter decoratie werden opgehangen, en via de etalages van de prentenwinkels.Ga naar eindnoot39. Hoewel het accent van de voorraad op satirische prenten lag, werd er ook andere grafiek, waaronder ornamentprenten van Matthew Darly, verhandeld. Een curieus en voor die tijd nieuw soort prent, de zogenaamde ‘transparencies’, werd ook verkocht. Dit zijn twee op elkaar geplakte
Matthew Darly (?), The preposterous head dress or the featherd lady, 1776. Ets, 350 × 245 mm. (bm 5370) Collectie S. Emmering, Amsterdam (foto F.B. Hasselaar).
prenten; op de bovenste is vaak een tent, gordijn of scherm afgebeeld en door het geheel tegen het licht te houden wordt duidelijk wat zich daarin of daarachter bevind. Deze prenten hebben met name hun uitwerking bij obscene en aanstootgevende voorstellingen. De Darly's vervaardigden ook enkele prenten van dit type.Ga naar eindnoot40. Tevens verkochten zij zogenaamde ‘hyrogliefics’, prenten die in de vorm van een rebus gelezen dienen te worden. Met name in de beginjaren van het bedrijf van de Darly's ging dit soort prenten veelvuldig over de toonbank.Ga naar eindnoot41. In de winkel werden naast prenten ook kunstenaarsbenodigdheden zoals papier- en verfsoorten, potloden, penselen en materialen om te graveren en te etsen verkocht. Men kon er eveneens terecht voor de restauratie en het lijsten van prenten. In de jaren '70 werd er in de prentenwinkel van de Darly's af en toe een ‘Comic Exhibition’ georganiseerd. De toegang tot deze tentoonstellingen bedroeg een shil- | |
[pagina 238]
| |
ling (de prijs van een gekleurde prent!), waarvoor men ook een catalogus ontving. Eén zo'n catalogus van slechts vier bladzijden, van een tentoonstelling uit 1778, is bewaard gebleven.Ga naar eindnoot42. Hierin staan honderden prenten opgesomd. Hoewel met een A (Artist) het werk van kunstenaars, en met een G (Gentleman) en L (Lady) dat van mannelijke en vrouwelijke amateurs werd aangeduid, bleef iedereen die een bijdrage leverde anoniem. Dat het de bedoeling was met deze tentoonstelling ook publiek van buiten Londen te bereiken, blijkt uit de volgende opmerking: ‘For the Convenience of those Ladies and Gentlemen residing in the Country, the Exhibition will be continued all the Year from Ten o'Clock in the Morning till Five o'Clock in the Evening’. De Darly's zelf hielden het publiek van hun actuele prentenuitgaven op de hoogte door veelvuldig te adverteren. Hieruit blijkt dat zij zich profileerden als de best gesorteerde en goedkoopste prentenwinkel van Londen.Ga naar eindnoot43. | |
Positie van het bedrijfHet zoeken naar nieuwe vormen van uitgeven van prenten (als kaarten, in serie en in boekvorm) alsmede het verenigen van vele activiteiten in één bedrijf, illustreren de vernieuwingsdrang en handelsgeest van de Darly's. In een samenleving die over het algemeen steeds zakelijker werd, groeide ook de behoefte aan professioneel grafisch werk. Bijvoorbeeld een verschijnsel als de ‘trade-card’ - vrijwel onbekend in de zeventiende eeuw - werd in de achttiende eeuw voor veel bedrijven een belangrijk middel om een groter publiek te bereiken, een ontwikkeling die stellig van invloed was op het aantal opdrachten dat Matthew Darly kreeg.Ga naar eindnoot44. Zijn loopbaan toont aan dat het mogelijk was spotprenten uit te geven zonder dat dit invloed had op de status en broodwinning van een graveur werkzaam in de meer toegepaste grafische kunst. Het bieden van een mogelijkheid aan amateurs om tekeningen professioneel te laten graveren zorgde ervoor dat het bedrijf van de Darly's zich, in een tijd van toenemende concurrentie, wist te onderscheiden. Hoewel het aanbod van de tekeningen divers was, is het heel wel mogelijk de stijl van de ‘Darly uitgeverij’ in de prenten te herkennen. Vermoedelijk speelt hierbij een rol dat de amateurs vaak les kregen van Matthew en Mary Darly. De kenmerkende stijl van de prenten van de Darly's was van invloed op het werk van andere karikaturisten. De vroege politieke karikaturen waren lang niet zo uitgewerkt als die van collega's en moesten het hebben van humor en zeggingskracht. Veel graveurs, waaronder George Bickham en John June imiteerden de eenvoudige lijnvoering van deze prenten.Ga naar eindnoot45. De prenten van de Darly's werden in heel Engeland verkocht en ook naar het Europese vasteland geëxporteerd. Nader onderzoek zou kunnen uitwijzen in hoeverre de invloed van deze prenten zich daar heeft doen gelden.Ga naar eindnoot46. Met het uitgeven van enkele prenten in 1780 van James Gillray lijkt de prentenuitgeverij van Matthew en Mary Darly een van hun belangwekkendste opvolgers op weg te hebben geholpen.Ga naar eindnoot47. De dominante positie die het bedrijf van de Darly's in de loop der jaren heeft ingenomen leidde tot de nodige ‘tegenacties’ van concurrerende uitgevers. De uitgever Edward Sumpter, die het idee om karikaturen in boekvorm uit te geven van de Darly's had overgenomen, probeerde hen in een kwaad daglicht te plaatsen door ze openlijk van plagiaat te beschuldigen. In het voorwoord van zijn The British Antidote to Caledonian Poison schreef hij dat Darly (of hij Matthew of Mary bedoelde is niet duidelijk) veel karikaturen had gekopieerd die niet afkomstig waren uit het eigen bedrijf. Hij beschuldigde Darly van schaamteloos bedrog. ‘It is necessary to observe, that no other name but the well-known one of M. Darly could with any Propriety, be put so matchless a Piece of Impudent Imposition.’Ga naar eindnoot48. Hoewel deze beschuldiging niet onterecht was, maakte Sumpter zich schuldig aan dezelfde praktijken. De Darly's haalden zich ook de woede van een andere concurrent, William Austin, op de hals. Een anonieme prent uit 1775, getiteld ‘Ecce Homo’, toont een aanval van Austin op de winkel van de Darly's. Austin, die zelf ook een prentenwinkel bezat en karikaturen graveerde en uitgaf, zou door Darly zijn gedwarsboomd in het realiseren van zijn plan om een ‘Museum of Drawings by the best Masters’ op te richten.Ga naar eindnoot49. Hij is hier afgebeeld als een woesteling die klaarstaat om met een stok de etalageruit van de winkel in te slaan terwijl hij schreeuwt ‘Damn you foollish caricatures’. Gek genoeg lijkt hij zijn woede ook op zichzelf te richten: de bewuste prent is tevens in de etalage te zien. Het plotselinge verdwijnen van de prentenuitgeverij en winkel van de Darly's in | |
[pagina 239]
| |
Anoniem, Ecce Homo, 1775. Ets, 193 × 190 mm (bm 5318; foto British Museum, Londen).
1781 blijft raadselachtig. Mogelijkerwijs heeft het overlijden van een van beiden het beëindigen van de activiteiten tot gevolg gehad. Ook is het denkbaar dat zij zich na hun werkzame leven buiten Londen hebben gevestigd.Ga naar eindnoot50. De heruitgave van enkele van hun succesvolle prenten door uitgevers als Laurie & Whittle in later jaren, duidt erop dat de Darly's de koperplaten hadden doorverkocht en de prenten nog enige tijd geliefd bleven bij het publiek.Ga naar eindnoot51.
Aan de geringe interesse die er tot op heden voor het oeuvre van Matthew en Mary Darly is geweest, liggen verschillende oorzaken ten grondslag. Allereerst is er het gegeven dat satirische prenten, het opvallendste onderdeel van de prentproduktie van de Darly's, vaak primair als historische bron worden gewaardeerd. De prenten worden in deze context als een afspiegeling gezien van heersende opvattingen en gedragingen onder brede lagen van de bevolking. De kunstenaars en hun artistieke kwaliteiten komen bij deze benadering niet aan bod. Verschillende prenten van de Darly's zijn bijvoorbeeld gebruikt ter illustratie van studies over de extravagante haardracht en mode in de achttiende eeuw. Daarnaast is het oeuvre van de Darly's als geheel moeilijk te overzien. Dit komt | |
[pagina 240]
| |
doordat het vaak niet eenvoudig is om vast te stellen wie de tekenaar en/of graveur was. Zowel Matthew als Mary hadden een voorkeur om te signeren met MDARLY of met het monogram MD. Of een ontwerp voor een prent van de Darly's of van een amateurkunstenaar afkomstig is, blijkt eveneens moeilijk te achterhalen. Veel prenten zijn wel voorzien van een adres van de Darly's, maar zonder naam van de kunstenaar of graveur uitgegeven. Tevens bemoeilijken onbekende monogrammen en het gebruik van pseudoniemen het achterhalen van de identiteit van de amateurs. Pseudoniemen dienden overigens als een komische toevoeging aan tal van satirische prenten. Zo signeerde Matthew Darly wel met het pseudoniem ‘T. Scratchley’ (T. Krabbelaar) en verwees Mary met de signatuur ‘O'Garth’ naar de befaamde Hogarth.Ga naar eindnoot52. Door stilistische kenmerken te vergelijken heeft Döring met zijn studie echter een aanzet gegeven om tot toeschrijvingen te komen. Tenslotte heeft wellicht ook de veelzijdigheid van de produktie van de Darly's er toe geleid dat Matthew en Mary Darly nooit de aandacht hebben gekregen die hen toekomt. Een oeuvre dat zich uitstrekt van politieke karikaturen tot behangpapier laat zich nu eenmaal niet makkelijk onderbrengen in kunsthistorische stijlen en stromingen. |
|