De Boekenwereld. Jaargang 13
(1996-1997)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 226]
| |
Bij de voorplaat
| |
[pagina 227]
| |
De proeve van Jacob Mantel (foto ub Amsterdam).
ken van Ambrosius Perling, Michiel Komans, B. en M. Boers, Elie Palairet of de gebroeders Chicot. Misschien hadden ze handgeschreven exemplaren bestudeerd van schrijfmeesters als Jacob Gadelle, Jan Maronier, Leendert Weuyster en minder bekende maar niet minder begaafde collega's. Hierover kunnen we slechts speculeren. Naast deze onzekerheid staat echter vast dat het hier afgebeelde toonschrift van Jacob Mantel alle typische kenmerken laat zien van de Italiaanse hand uit die tijd - de voorloper van ons hedendaagse handschrift. Tot slot nog een enkel woord over de Venhuizense vacature en de 21 toonschriften. De sollicitanten gaven, zoals uit hun ondertekening blijkt, op één uitzondering na, les in het Noordhollandse: in de stad Hoorn en in een aantal gehuchten en dorpen, zoals Avenhorn, Benningbroek, Camp, Grosthuizen, Hobreede, Holysloot, Hoogkarspel, Nibbixwoud, Oostgraftdijk, Oostzaandam, Scharwoude, Schermerhorn, Schooten, Valkoog en Wijde Wormer. (Venhuizen zelf ligt, zoals men weet, ten zuidwesten van Enkhuizen, dichtbij de kust van wat toen nog de Zuiderzee was). De uitzondering was de sollicitant Abraham Kwantes; hij kwam uit ‘Katwijk en Keulen bij Delft onder Pijnacker’. De toonschriften (zeventien ca. 20 cm hoog en ca. 32 cm breed, vier - waaronder het hier gereproduceerde - ca. 33 × 40 cm) kwamen in handen van degeen die uiteindelijk benoemd werd: Dirk Schuitemaker, twintig jaren oud en voordien schoolmeester en voorzanger te Avenhorn. Deze Schuitemaker bleef tot zijn overlijden op 10 januari 1808 de schoolmeester te Venhuizen en werd als zodanig opgevolgd door zijn zoon Jan.Ga naar eindnoot3. De toonschriften bleven in familiebezit en werden tenslotte in mei 1917 door de heer J. Schuitemaker Czn geschonken aan het Nederlandsche Schoolmuseum te Amsterdam. Ze zijn naar het gebruikte bindmateriaal te oordelen vermoedelijk niet lang daarna in een heellinnen band gebundeld. De band heeft een normaal kwarto-formaat en is niet, zoals | |
[pagina 228]
| |
men zou verwachten, oblong. De zeventien kleinere bladen zijn langs de bovenkant op stroken gezet, de stroken op hun beurt ieder op een oor vastgeplakt. De vier grotere bladen werden ter linker zijde van stroken voorzien (waarna deze stroken ook ieder op een oor zijn vastgeplakt); ze zijn thans uitslaand. Het bezit van het Nederlandsch Schoolmuseum werd in 1966 ondergebracht bij de Stichting Onderwijs Advies Centrum te Utrecht. Als gevolg van door reorganisatie ontstaan ruimtegebrek aldaar werden de boeken, handschriften, kaarten en schoolplaten eind 1974 in eigendom overgedragen aan de Universiteitsbibliotheek Amsterdam. Daar kan men thans op de afdeling Handschriften in deze bundel toonschriften nog iets terugvinden van de spanning die 21 sollicitanten ruim twee eeuwen geleden in Venhuizen gevoeld zullen hebben. |
|