antiquaren het wel met dit oordeel eens lijken, als je er maar wél van uitgaat, dat hen het woordje ‘omgekeerd’ ontgaan is. Zo'n citaat heb ik dus niet gevonden, maar de zojuist aangehaalde woorden van Halfcloth signaleren niettemin een onderwerp dat min of meer geregeld, vooral in woord en soms in geschrifte, in antiquarenkringen aangeroerd wordt: de antiquaar als handelaar en de antiquaar als wetenschapper, althans minstens als diener der wetenschappen.
De antiquaar als mercator librorum, de handelaar pur sang, die - u begrijpt ik spot nu wat - beter rekenen dan lezen kan, die desnoods - ik denk dat het kan - helemáál niet lezen kan. De handelende antiquaar: laten we hem voor het gemak even ‘handiquaar’ noemen, zonder de negatieve connotatie die ‘handi’ bij sommigen uwer wellicht oproept. Bestaan er 100% handiquaren? Die bestaan zeker, en nu bedoel ik niet de kortstondige antiquaar die zijn handel weliswaar niet haat, maar wiens handel hem onverschillig laat. Zo'n type 24 karaat handiquaar zal op korte of langere termijn overstappen op een ander soort handel, met snellere en vooral spectaculairdere winsten. Nee, ik ken antiquaren, met veel liefde voor hun vak en met een grote gespecialiseerde kennis, met een fantastisch ‘Fingerspitzengefühl’ voor wat goed en niet goed is, wier lust en leven het is in boeken en prenten te handelen, het opwindende spel van koop en verkoop. Meer dan handelen willen ze niet. Interessant is de vraag of er een antiquaar kan bestaan in wie geen greintje mercantiel vermogen schuilt. Misschien in zuivere vorm wel, maar als actief antiquaar niet lang, beter gezegd: zeer kort. Het kan dus geen vraag zijn, of de antiquaar Bob de Graaf óók een beetje handiquaar is. Het antwoord luidt volmondig ‘ja!’, want anders bestond zijn bedrijf al lang niet meer. Dan had hij jaren geleden zijn Nieuwkoopse doorzonwoning niet verruild voor een niet ál te krap bemeten stulpje even verderop in deze plaats. Elke antiquaar is voor minstens 30 à 40% handiquaar.
Het andere type antiquaar dat ik hier onderscheid - u begrijpt, het is slechts één van de mogelijke benaderingswijzen en indelingen - is wat nog wel eens de wetenschappelijke antiquaar genoemd wordt. Die kwalificatie wekt gemakkelijk misverstand. Er wordt, dacht ik, niet mee bedoeld dat deze antiquaar een wetenschapper is, of alleen maar handelt in wetenschappelijke boeken. Ik denk dat met dit type handelaar - zo vreemd als het misschien klinkt - de antiquaar van het heimwee wordt bedoeld, van het tekort. Het handelen schept hem of haar weliswaar genoegen en genereert vaak ook materiële voorspoed, maar er is, er moet meer zijn op dit ondermaanse. Ik noem hem de gémiquaar, de antiquaar van het gemis. De gemiquaar zou meer met zijn boeken willen doen dan er alleen maar mee handelen. Hij zou ze willen bestuderen, erover schrijven, erover doceren, vanuit het aangeboren, niet te loochenen besef, dat een boek meer is dan alleen zijn materiële waarde. Dat voortdurend onrust stokende gevoel onderscheidt hem van de handiquaar. Bij menige gemiquaar zal dit gevoel zelfs elementen van schaamte bevatten: dat hij of zij niet méér doet met boeken dan ze te prijzen in getallen. Het gevolg van dit alles is, dat deze gemankeerde antiquaar op allerlei manieren de niet primair materiële kant van zijn handelswaar gaat exploiteren. Hij stimuleert wetenschappers bij bestudering van belangrijke en noodzakelijke onderwerpen en vooral bij het afmaken daarvan. Hij geeft studies en bibliografieën uit die onmogelijk commerciële bestsellers kunnen worden. Al naar gelang het aandeel gemiquaar sterker in de antiquaar aanwezig is, zal hij of zij artikelen schrijven in periodieken, brochures en boeken publiceren en allerlei andere activiteiten ontwikkelen, die meer en anders zijn dan alleen handelen. Maar wat hij ook onderneemt, het zal altijd in het teken staan van het gemis, de onvolmaaktheid, soms misschien zelfs het
verwijt aan zichzelf. Want hij is en blijft en wíl ook blijven de antiquaar, dus voor minstens 30 tot 40% handiqaar. Dat is zijn zelfgekozen, gelukzalige tragiek.
Graag maak ik in dit verband gewag van de mijns inziens zeer fraaie pendant van de gemiquaar. Alleen al uit het nabije verleden en het heden zou ik met het grootste gemak een aantal wetenschappers kunnen noemen die zich op enigerlei wijze bezighouden met het oude boek, die voor een niet te verwaarlozen percentage een gemankeerd antiquaar genoemd kunnen worden. Dames en heren, het moge duidelijk zijn dat mijn persoonlijke idee van de ideale antiquaar er een is met een binnen de bestaansmogelijkheden zo hoog mogelijk gemiquaar-gehalte. Het zal óók duidelijk zijn, dat Bob de Graaf in hoge mate voldoet aan deze profielschets. Over het gemis