| |
| |
| |
Veilingen
Van Stockum, 13 en 14 november 1996
Paarlen en robijnen tooien de Haagse herfstcatalogus, die enkele van de fraaiste natuurhistorische werken uit de achttiende en negentiende eeuw omvat. Geen vlekkeloze exemplaren en in het algemeen met opvallend hoge schattingen. Maar toch. Deliciae naturae selectae, of uitgeleezen kabinet van natuurlyke zeldzaamheden, een foliant van Georg Wolfgang Knorr uit 1771 met 91 ‘oudgekleurde’ gravures, bracht f16.000,- op (schatting f18.000,-). Somptueuzer was Histoire naturelle des oiseaux d'Afrique van F. Levaillant (1799-1808), zes folianten met 300 handgekleurde gravures met een extra suite van de prenten zonder kleur. Dit exemplaar bevatte bovendien acht originele aquarellen van Levaillant en een handgeschreven opdracht. Helaas waren alle delen vlekkig. En dan is een schatting van f90.000,- hoog. Levaillant bleef bij een inzet van f60.000,- onverkocht.
Nederlandsche vogelen van Nozeman & Houttuyn met 200 handgekleurde prenten van J.C. Sepp was met vier van zijn vijf delen (1770-1809) vertegenwoordigd, evenmin in perfecte staat. De opbrengst van f44.000,- is daarom aan de hoge kant voor deze klassieker. Evenals die van Historia naturalis ranarum nostratium (= natuurlijke historie van de kikvorsen in onze streken) van A.J. Roesel von Rosenhof (Neurenberg 1758): f18.000,-. Daarvoor krijgt men 24 prachtig gekleurde gravures, een ongekleurde set en zeven vignetten van Neurenberg. Dit natuurboek was echter in goede staat en mooi gebonden, zodat hopelijk niemand er het mes inzet.
Ook de Nederlands-Indische vissenatlas van P. Bleeker (1862-1878) kan men tot de beste natuurboeken rekenen. Deze incomplete set (rijp voor de schaar?) bevatte 271 van de 420 chromolitho's en bereikte precies zijn schatting: f10.000,-. Veertig gulden per prent.
Een veilingrobijn was L'Académie des dames van Nicolas Chorier, zeven luchthartige erotische dialogen, versierd met 35 attractieve gravures. Het veronderstelde jaartal zit er echter duidelijk een eeuwtje naast. De kleding van het parend paar te paard op het afgebeelde prentje wijst op 1770, niet op 1680. Een liefhebber moest f17.000,- neerleggen voor het mooi in rood marokijn gebonden boekje (f7000,-).
Le petit oracle des amans is een merkwaardig eroticulum. Het verscheen rond 1770 te Lille, en bestaat uit een groot aantal rebussen.
Le petit oracle des amans, ca. 1770 (foto Van Stockum, Den Haag).
De oplossing van het afgedrukte beeldraadsel luidt: Si tu abandonnes ton ami tu as un mauvais coeur. Met een maat van 7 × 6 cm viel het in de categorie Kleine Boekjes, die druk verzameld worden. Het bracht f1400,- op ( f750,-).
Kleinodiën die geringere bedragen vroegen waren onder meer de emblematische duodecimo's van H. Drexel van rond 1630 met fijne gravuurtjes van hel en duivelen door Philips Sadeler. Deze gingen naar de handel voor f250,- en f180,-.
Een zeer zeldzame Grotius was Grollae obsidio uit 1629 (G. Blaeu) met 5 kaarten en prenten over de belegering van Groenlo. Dit mooie boek deed f1200,- (f1000,-).
Een van de volmaakte boekprodukties uit de Nederlandse achttiende eeuw is Het algemeen groot historisch naam- en woordboek van den gantschen H. Bybel van Calmet uit 1725-1731. Een verzamelaar verwierf deze drie uitputtend geïllustreerde folianten voor f1500,-. Meer dan gewoonlijk, maar toch niet veel voor wat je in handen krijgt: 8 grote kaarten, 155 prenten, en een alomvattende encyclopedie.
Laag geschat (f5000,-) vond ik de Atlas his- | |
| |
torique van N. Gueudeville in 7 delen uitgegeven in Amsterdam (1732-1739), met in totaal 285 kaarten en prenten op groot formaat van alle ontdekte landen en werelddelen. Een handelaar telde er f24.000,- voor neer!
Bij de Hebraïca sloegen twee boekjes hun schatting als David de Filistijnen. Een in 1687 bij A. Magnus uitgegeven Seder berachot ging voor f2100,- (f750,-) en een Sefer ha ningahiem uit 1778 met betoverende, eenvoudige houtsneden eveneens voor f2100,- (f200,-).
Van de nieuwere boeken trok mij een expressionistisch tijdschrift aan: Zeit-Echo. Ein Kriegs-Tagebuch der Künstler uit 1914-1915. 23 nummers van deze serie, met litho's van Klee, Kubin, Seewald en anderen brachten f1100,- op (f1000,-). Er was een goedvoorziene afdeling typografie en letterproeven, en onder de ‘Fine Printing’ bevonden zich verschillende typografische experimenten, zoals Paul van Ostaijens Bezette stad, helaas in een slecht exemplaar met vervalst nummer, zoals experts mij verzekerden. Het in linnen zonder de originele omslag herbonden boek (barbaars!) werd verkocht voor de schatting, f1000,-. De bij de Vijf Ponden Pers uitgebrachte Experimenta typografica deel 3 van Sandberg, te weten het speelse Gnothi se auton, bracht f475,- op, een koopje, hoewel vier keer de schatting!
Attractieve uitgaven uit het midden van de negentiende eeuw waren bijvoorbeeld de Hand-schaduwen voor jong en oud met tien handgekleurde litho's uit 1859, dat dan ook f700,- opbracht (f200,-). En wat is die Gambar-gambar toch mooi, 24 op linnen geplakte, gekleurde prenten met elk een aantal houtgravures die het dagelijks leven in Nederlands-Indië anno 1879 laten zien. f1100,- had de koper ervoor over (f750,-).
Wanneer u wijn heeft en een handvol brood, verschaft Van Stockum u een boek met verzen voor luttel gelds: Strofen en andere verzen van Andries de Hoghe (= P.C. Boutens), voor f100,- of Oden en fragmenten van Sapfo, vertaald door Boutens, voor f140,-. Beide zijn Halcyon-uitgaven (1932 en 1928). Geniet van die mooiste boeken in Nederland gedrukt - zooveel als weert de dreiging van den dood!
Paul Snijders
| |
Burgersdijk & Niermans, 19 en 20 november 1996
De bibliotheek van jurist P. Gerbenzon van ruim 800 nummers was de blauwe blikvanger
C.F. Ramuz, De geschiedenis van de soldaat, Maastricht 1930. Met handgekleurde illustraties naar Edgard Tijtgat (foto Burgersdijk & Niermans, Leiden).
van de catalogus van de najaarsveiling van Burgersdijk & Niermans. Het gekleurde katern was in ruime kring verspreid en de belangstelling bleek groot, met onder meer kopers uit Duitsland en de Verenigde Staten. Over de hele linie haalde de evenwichtige collectie, met vele oude drukken, wel haast tweemaal de geschatte waarde.
Veel vaker bleek tijdens de veiling de richtprijs aan de lage kant te zijn en kwam de opbrengst hoger uit dan verwacht. Dit gold bijvoorbeeld voor het topstuk uit de collectie boeken van neerlandicus/paleograaf G.I. Lieftinck die werd aangeboden. Het betrof het Geestigh Liedtboecxken van G.A. Bredero, editie 1621, een uiterst zeldzaam boekje. Het enige andere bekende exemplaar bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Strak in het contemporaine perkament met gaaf portret van de auteur en twee prentjes was deze 16° prachtig; het mocht het viervoudige van de richtprijs opbrengen: f28000,- (f7000,-/f8000,-).
Een andere zeldzame oude druk was de Dissertatio de mutuo. Het werd uitgegeven in 1616 in Leiden door J. Maire op een steenworp afstand van de veilingzaal. Het was nog niet opgenomen in de stcn en leek dus in de grote Nederlandse bibliotheken nog te ontbreken. In een degelijke leren band bracht dit inhoudelijk ongetwijfeld even degelijke boekje f500,- op (f300,-/f400,-).
Twee delen, van drie, van drukwerk van Aldus Manutius uit 1518-'19. J.J. Pontanus: Opera omnia, mochten f1000,- noteren (f700,-
| |
| |
/f800,-). De donkere kalfsleren banden waren net en de zijdes van het boekblok fraai geciseleerd.
Een werkelijk bijzonder mooie band was die door Chambolle-Duru om Relation de l'inquisition de Goa, Parijs 1688: donkerbruin marocco, de rug verdeeld in zes delen, belettering, versieringen en een monogram ‘mh’ of ‘hm’ in zilver. Samen met de inhoud, onder meer een gegraveerde titelpagina en enkele dito platen, zorgde dit voor een terechte prijs van f1000,- (f600,-/f700,-).
Bij de oude boeken probeerden nog enkele werken met gekleurde prenten aandacht te vangen. De aangeboden exemplaren waren echter niet briljant. Fletse, neergeslagen platen in J.H. Knoop: Beschryving en afbeeldingen van [...] appelen en peeren, met de bijgebonden delen over vruchtbomen en plantagegewassen uit 1790 haalde f2800,- (f2500,-/f3000,-) in een halfleren band. J.C. Sepp: Beschouwingen der wonderen Gods, i.d. minstgeachte schepzelen of Nederlandsche insecten, waarvan de verschillende delen verschenen van 1762 tot 1795, bracht f2750,- op (f3000,-/f3200,-), wellicht omdat het boek in twee verschillende banden was uitgevoerd.
Van het aangeboden Cruydt-boeck van Dodonaeus, editie Antwerpen, 1644, ontbraken titelpagina en laatste pagina's. Die waren echter heel aanvaardbaar in fotocopie ingebonden en leken een goede prijs voor dit toch vaker opduikende werk ook niet in de weg te staan: f3000,- (f1000,-/f1200,-).
Natuurlijk beperkte het aanbod zich niet tot oude boeken. Merkwaardig was de Chileense uitgave, 1947-8, van verzamelde poëzie van Pablo Neruda in tien delen. Een zeldzame editie, bovendien nog door Neruda gesigneerd, met opdracht voor Dolf Verspoor, in Parijs in 1949. Een internet-antiquariaat betaalde f1600,- (f600,-/f700,-) en zal via cyberspace Neruda-liefhebbers op zijn aanwinst wijzen.
Klassiek-Barok-Modern, een boekje van Theo van Doesburg uit 1920 met aardige vormgeving van omslag en binnenwerk en veel foto's bracht f160,- op (f90,-/f110,-). Van 10 jaar later dateert een leuke Stols-uitgave, de vertaling van M. Nijhoff van De geschiedenis van de soldaat van C.F. Ramuz. Smaakmaker zijn de tekeningen voor omslag, titelvignet en binnenwerk van de Belg Edgard Tijtgat. Een van de 225 genummerde exemplaren bracht hier f700,- op (f500,-/f600,-). Niet alles werd zo mooi boven de richtprijs verkocht. Een werk dat op dezelfde plaats al twee maal eerder en toen voor respectievelijk f1600,- en f1000,- werd verkocht, bleef nu, bij een lagere inzet, onverkocht. Volgens de beschrijving in de catalogus is dit In memory of my feelings, samengesteld door F. O'Hara, uitgegeven door het Museum of Modern Art in New York in 1967, het meest beroemde artist's book uit het New York van eind jaren '60. Het boek bevat litho's van bekende kunstenaars als Johns, Rauschenberg en Willem de Kooning.
Toch bleek er voor moderne kunst wel plaats op deze veiling. Een kleurenschetsje van de Duitse expressionist Max Pechstein, dat hij maakte in 1911, haalde f7000,- (f800,-/f1000,-) en ging naar een Duitse particulier.
Casper Gijzen
| |
Bubb Kuyper, 26, 27 en 28 november 1996
De veiling van de eeuw, dat lijkt me wat overdreven. Ik denk dat de top vijf grotendeels op het conto van Beijers geschreven mag worden. De veiling van het decennium was het ook niet, want die werd, met het onder de hamer brengen van de collectie van wijlen Johan Polak, in mei 1993 eveneens in Utrecht gehouden. Maar dat de jubileumveiling van Kuyper de meest besproken veiling van de afgelopen jaren is, dat staat wel vast. Zorvuldig geregisseerd werd het afgelopen half jaar via de pers bekend gemaakt welke highlights de vijfentwintigste veiling van het Haarlemse huis zou bevatten. Niet eerder was een veilinghuis zo in het nieuws als nu. De naamsbekendheid van Bubb Kuyper moet inmiddels wel in de buurt liggen van die van Omo, Croma en Johan Cruyff.
De keuze om voor de openingsavond, ‘Letterkunde, theater, muziek, kunst. Nederlandse manuscripten en documenten 1915-1985’, uit te wijken naar een ruimere locatie bleek geen vergissing: tegen achten was iedere stoel en iedere staanplaats, ook op de gang, bezet. Iedereen wilde erbij zijn, maar het aantal kopers was op twee handen te tellen. Een boekenveiling is tegenwoordig een avondje uit, gezien worden en op televisie komen.
Maar het was feest: de firma Kuyper bestond (als veilinghuis) tien jaar. Pas tien jaar en al onbetwist op nummer één in de top vijf van Nederlandse boekveilinghuizen, voeg ik er graag aan toe! Het feest werd gevierd met
| |
| |
B. Schierbeek & Karel Appel, A beast-drawn man.
een manuscriptenveiling, een trend die, met de collecties Achterberg (1990; f116.000,-), Lucebert (1995; f42.000,-) en Bomans' Erik (1993; f26.000,-) in het achterhoofd door Kuyper gezet lijkt. En daar is niets mis mee: manuscripten worden, boud gezegd, langzamerhand beschouwd als ‘gewone’ kunstvoorwerpen waarvoor de betrouwbare antiquaar de prijs vraagt die het waard is en die op een veiling het bedrag opbrengen wat de gek er voor over heeft. En het is toe te juichen dat ook musea en bibliotheken zich in die markt roeren om zo hun collectie te verrijken. Zo kwamen de ècht grote stukken en collecties van de laatste veiling van Kuyper terecht bij de instellingen waar ze ook thuishoren.
Allereerst was er de collectie Kan. 42 kavels met brieven, foto's en andere memorabilia, grotendeels betrekking hebbend op het privéleven van Wim Kan en Corry Vonk (maar dat privéleven was wel vervlochten met hun werk). Eerst werden alle nummers per stuk geveild, daarna werden alle opbrengsten opgeteld en werd de collectie als geheel geveild. Bijna alles ging aanvankelijk voor de (vrijwel zonder uitzondering zeer lage) richtprijzen van de hand, maar toen het geheel als collectie geveild werd, werd alles voor f15.000,- toegewezen aan het Nederlands Theaterinstituut. Alle aanvankelijke kopers keken op hun neus.
Hetzelfde gebeurde met een groot deel van de nalatenschap van Emmy van Lokhorst betreffende de componist Willem Pijper (met wie ze van 1927 tot 1936 gehuwd was), al werd er minder op de neus gekeken omdat
| |
| |
vrijwel alles aanvankelijk onverkocht bleef. Het belang van deze collectie is enorm groot, vooral wanneer men bedenkt dat Pijpers eigen archief in mei 1940 verloren ging bij het bombardement op Rotterdam. Het is aan Emmy van Lokhorsts bewaarlust te danken dat er toch nog een schat aan brieven, documenten en parafernalia bewaard is gebleven. Een misser in de beschrijving van de Pijper-collectie was de opname van een dagboek van Emmy van Lokhorst uit de periode vòòr haar huwelijk met de componist. Het betrof een zeer intiem dagboek waarin ze haar liefdesverhouding met A. Roland Holst en Martinus Nijhoff beschreef. Dit dagboek hoorde absoluut niet in de Pijper-collectie thuis en had apart geveild moeten worden. Dan had het ook zeker meer opgebracht dan de f600,- tot f800,- waarvoor het geschat was. De hele collectie ging uiteindelijk voor f12.500,- naar de Koninklijke Bibliotheek.
En dan Reve. Toen ik het bericht van de verkoop van het manuscript van De Avonden een paar maanden geleden op de radio hoorde was mijn eerste reactie: dat wordt voor die prijs nooit verkocht. Het grote rondzingen kon beginnen. Je kon geen antiquariaat binnenstappen of men had het erover. Iedereen had er een mening over en niemand raakte erover uitgepraat, vooraf niet en na afloop nog niet. Stel je voor dat... En wanneer... Maar denk je dan niet... Zou het werkelijk zo zijn dat... Ik hoorde van... Maar het bleef spannend, ook voor diegenen die vermoedden dat er niets zou gebeuren. Antiquaar André Swertz stak bij de inzet (en laagste schatting) van f160.000,- zijn vinger omhoog en riep meteen: ‘ik bied namens het Letterkundig Museum en de vrienden van het Letterkundig Museum’. Een slimme zet, want het bleef stil. Zo is het nec plus ultra voor iedere Reviaan toch nog goed terechtgekomen. En ik ben benieuwd wat het gezin Reve nu weer op de markt gaat brengen.
In de catalogus stond het niet vermeld, maar tijdens de zitting werd duidelijk gemaakt dat ook de 21 lotnummers met manuscripten van en betreffende Slauerhoff na afloop als geheel zouden woren geveild. Op Slau werd wel fors geboden: het is dan ook een zeldzaamheid dat handschriften van hem in de handel komen. Uiteindelijk werd ook hier de collectie als geheel geveild en voor f21.000,- toegewezen aan de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek. Ik troost me maar met de gedachte dat ik dan toch in ieder geval enkele minúten in het bezit ben geweest van zeven èchte Slauerhoven.
Voor wat betreft de rest van de veiling was het de handel en een enkele particulier die het beeld bepaalde.
Om Louis Couperus werd, vreemd genoeg, niet gevochten. Onder de hamer kwamen onder meer enkele verhalen, een unicum in de handel! Twee vellen met twee verhalen gingen voor de laagste schatting naar een jonge verzamelaar (f4000,-/f6000,-) en diezelfde verzamelaar hoefde maar enkele lichte plaagstootjes uit te delen om voor f9600,- eigenaar te worden van het vijf pagina's beslaande verhaal ‘De Moord op den Optimist’ (f8000,-/f10.000,-). Veel geld, maar niet duur.
Opvallend was ook een brief van Frans Kellendonk aan een critica, waarin hij uitgebreid ingaat op (de commotie rond) zijn roman Mystiek lichaam. Met de f1000,- die een verzamelend handelaar voor de twee eenzijdig beschreven vellen overhad, belandt Kellendonk vanuit het niets in de Reviaanse prijs regio (f200.-/f300,-).
Het ‘voordeel’ van een aparte handschriftenveiling lijkt dat ook onverkoopbare auteurs onder de hamer opeens een verguld randje krijgen. Ik wil de muze niet voor het hoofd stoten, dus zal ik maar geen namen noemen.
Een gewaardeerd collega en ondergetekende waren het na afloop roerend eens: als het niet onze eer te na kwam, zouden we onze manuscripten beter via de veiling kunnen verkopen.
Achteraf hoorde ik klagen dat het veilen in zo'n rap tempo gebeurde, terwijl het, naar Kuypers maatstaven althans, op zijn elfendertigst ging: 130 nummers in 50 minuten, waar hij tijdens een gewone veiling nog geen half uur nodig heeft. Gelukkig werd het up-tempo de volgende avond weer opgepikt: de literatuur vloog er lekker snel doorheen.
W.F. Hermans blijft ons, over het graf heen, verbazen: een beroerd exemplaar van de eerste druk van Nooit meer slapen in linnen (dat wel) ging voor f325,- naar een verzamelaar (f100,-/f200,-). De koprol die de richtprijs van een vouwblad met het gedicht Oote van Jan Hanlo maakte was daarentegen zeer terecht: Eerste-Kamerlid Wendelaar zou begin jaren '50 niet hebben kunnen bevroeden dat men in 1996 f325,- zou betalen voor een onooglijk vouwblaadje met wat hij destijds ‘infantiel gebazel’ noemde (f100,-/f200,-).
| |
| |
Een opdrachtexemplaar van Hemingways The Old Man & the Sea, geen eerste druk, werd genoteerd voor f650,- (f150,-/f250,-).
Eén van de grootste boeken die ter veiling kwam werd in tweevoud aangeboden: A beast-drawn man van Bert Schierbeek en Karel Appel. Zeven litho's in perspex cassette en groter dan de gemiddelde salontafel en met een opbrengsten van resp. f5400,- en f5200,- ook dúúrder dan de gemiddelde salontafel (f2500,-/f3000,-). Een boek dat waarschijnlijk door de salontafel heen zou zakken is het Groot Abecedarium van de kunstenaar Harry van Kuyk. 26 prachtige reliëfdrukken (van iedere letter één), vijf zeefdrukken en toelichting in een enorme houten foedraal met een ingelegde bronzen sculptuur. Het in 1973 vervaardigde mammoetproject (althans: voor een vrij kunstenaar) bracht de nieuwprijs van toen op: slechts f1800,- (f600,-/f800,-). De schriftelijke koper mag zich in zijn handjes knijpen.
De meest spectaculaire records werden op de slotdag gebroken. Het mooiste voorbeeld betrof het platendeel van een Amerika-reis van Maximilian, Prinz zu Wied-Neuwied, Reise in das innere Nord-America in den Jahren 1832 bis 1834 uit 1839-1841. De catalogusbeschrijving beloofde aanvankelijk niet veel bijzonders: het betrof alleen het platendeel met een overzichtskaart en 48, vaak behoorlijk gebruinde prenten in aquatint. De eenvoudige, halflinnen band was beschadigd en de twee tekstdelen ontbraken. De schatting van f6000,- tot f8000,- leek dus redelijk. Toch moest een bieder uit de zaal het na een spannende strijd afleggen tegen een telefonische koper, die maar liefst f86.000,- voor het werk over had, ruim tienmaal de schatting!
Amerika bleek trouwens ook goed voor een relatief nog groter record: een handelaar in de zaal mocht zich voor f9500,- eigenaar noemen van een plattegrond van Philadelphia uit 1776 (f300,-/f500,-). Om nog even bij de prenten te blijven: een achttiende-eeuwse, handgekleurde kaart van het Gooi bleek goed voor f5500,- (f1500,-/f2500,-).
Heel fraai waren 25 lotnummers met originele pentekeningen van Peter Vos, alle uit het bezit van Alje Olthof. De lotjes bestonden meestal uit twee tekeningen en de schattingen lagen tussen de f100,- en f200,-. Gelukkig bracht het meeste drie- tot viermaal zoveel op.
Grootgrutter De Slegte kocht voor f2900,- een serie van zestien gravures over de walvisvaart van Van der Laan (f1500,-) en dezelfde firma mocht zich even later voor f3800,- ontfermen over een fraai album amicorum van een Leids student theologie uit de jaren '70 van de achttiende eeuw. Men kon in dit album ook een gedicht van Aagje Deken aantreffen, een vroege schrede op het pad der letteren, nog zonder Betje Wolff (f1500,-/f2500,-)!
Een fraai exemplaar van Fouquets klassieker over Amsterdam, de Nieuwe atlas, van de voornaamste gebouwen en gezigten der stad Amsterdam, met derzelver beknopte beschryvingen, met meer dan 100 laat-achttiende-eeuwse kiekjes in kopergravure, ging voor f11.000,- naar een handelaar, die daar niet bepaald verkeerd aan deed (f10.000,-/f25.000,-).
Grote waterschapskaarten zijn vaak een lust voor het oog. Ter veiling kwam één van de fraaiste specimina: 'T Hoogheymraedschap van Rhynland, de tweede uitgave uit 1687, en handgekleurd (oude kleuring!). Deze kaart wedijvert in schoonheid weliswaar met de kaart van Delfland van de gebroeders Cruquius, maar die is van een paar decennia later. ‘Uitgelegd’ zou deze kaart zo'n twee bij tweeëneenhalve meter meten, maar deze kaart was in contemporain leer gevat, wat het formaat tot kloek folio beperkte. Het huidige formaat huiskamerwand mocht dus geen beletsel zijn om de kaart onverkocht te laten blijven, maar toch bleef het bij een inzet van f22.000,- stil. Voor minder zou het ook echt niet mogen!
Na de Rijnland-kaart was het nog de beurt aan twee uitschieters: Discours sur l'origine et les fondemens de l'inegalité parmi les hommes en Principes du droit politique, twee eerste uitgaven van Rousseau, allebei uitgegeven door de Amsterdamse boekhandelaar Marc-Michel Rey in resp. 1755 en 1762. Hoewel Rey niet de enige uitgever was van Roussaeu, was hij wel de enige uitgever die kon bogen op het vertrouwen en de vriendschap van de auteur. Rousseau was zelfs peetoom van één van de dochters van Rey. Beide boeken hadden een schatting van f1000,- en behaalden een opbrengst van resp. f4400,- en f4800,-.
Overigens: dat Kuyper de top vijf van de beste veilingen van de 21ste eeuw zal gaan bevolken, staat voor mij als een paal boven water.
Fokas Holthuis
|
|