De Boekenwereld. Jaargang 13
(1996-1997)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| |
Inleiding en verantwoording bij de bibliografie
| |
[pagina 131]
| |
treenianum, een tentoonstelling die gewijd zal zijn aan de Rubáiyát. De aandacht zal vooral gevestigd worden op Nederlandse vertalingen, zogenaamde marge-drukken en bibliofiele uitgaven, bijzondere Engelse en Amerikaanse uitgaven, illustratiemateriaal en curiosa. Deze gebeurtenis is aanleiding om het Nederlandse ‘Omarcorpus’ te inventariseren. In de lijst van Potter komen vier ‘Nederlandse’ titels voor: de tweede druk van Boutens' vertaling (I.3.E), de eerste uitgave in boekvorm in Nederland van Chr. van Balen (I.1.A), een artikel van Oege MeynsmaGa naar eindnoot2. over Omar Khayyám in De Gids van 1891, en een door Joh. Enschedé gedrukte, Engelstalige versie, de Second Munich Print. Het resultaat van deze inventarisatie is de hierna volgende bibliografie. Hoofdstuk I vermeldt de vertalingen in het Nederlands, in het Fries en de Nederlandstalige edities die in België zijn verschenen. Hoofdstuk II bevat de in Nederland uitgegeven of gedrukte edities in andere talen. Alles bij elkaar beslaat het overzicht 82 nummers. Vanwege de context waarin de expositie plaats vindt, namelijk het Museum van het Boek, worden naast de bibliografische beschrijvingen uiterlijke kenmerken en typografische aspecten vermeld en worden alle voorkomende colofons overgenomen. In de bijdrage van Jos C.M. Biegstraaten wordt op deze aspecten nader ingegaan. | |
VerantwoordingVoor deze inventarisatie is gebruik gemaakt van de belangrijkste nationale bibliografieën voor boeken en tijdschriftartikelen, zoals Brinkmans catalogus, Nijhoffs index, Repertorium op de Nederlandse tijdschriften, Bibliografie Nederlandse Taal- en Letterkunde, Bibliographie van de moderne Vlaamsche literatuur. Ook zijn de Nationale Centrale Catalogus en Online Contents geraadpleegd. Voor het zoeken in deze bronnen diende de ‘Bibliografie van Nederlandse vertalingen’, opgenomen in de uitgave van Johan van Schagen (I.12.E) als vertrekpunt, omdat alle Nederlandse en Vlaamse vertalers in dit overzicht worden genoemd. Niet alle tijdschriftpublikaties kunnen met behulp van indexen in de referaatbladen worden opgespoord. Daarom zijn de bijdragen van de vertalers, die in de inhoudsopgaven van enkele belangrijke Nederlandse en Vlaamse tijdschriften worden genoemd, gecontroleerd. Verder is gebruik gemaakt van de bibliografieën van A.G. Potter, D. de JongGa naar eindnoot3. en het overzicht in de uitgaven van Johan van Schagen, 1947 (I.12.C) en J.A. Vooren, 1966 (I.15.C). Gegevens over enkele Leopolden Boutens-edities zijn overgenomen uit veiling- en antiquariaatscatalogi, en uit de Leopold-uitgaven van A.L. Sötemann en H.T.M. van Vliet (I.2.M, I.2.O en I.2.P). Voor het overzicht van de reeks bijdragen van Inne de Jong in De Tsjerne is de documentatie van het Fries Letterkundig Museum en Documentatiecentrum geraadpleegd. Voor aanvullende gegevens en bibliografische beschrijvingen die in voornoemde bronnen niet zijn te vinden, waren de verzamelingen van enkele Omar-liefhebbers een onschatbare bron van informatie. Ik ben hen zeer erkentelijk. De lijst vermeldt uitgaven in boekvorm, publikaties in tijdschriften en overige vindplaatsen van deze twee categorieën, voor zover te achterhalen aan de hand van de eerder genoemde bibliografieën. Niet opgenomen echter zijn citaten in recensies en besprekingen, vermeldingen in studies, literatuurgeschiedenissen, algemene bloemlezingen enz. Ook is afgezien van vermeldingen van vertalingen die een ander doel dienen dan de publikatie of de vertaling zelf. Een uitzondering is gemaakt voor bloemlezingen van werk van vertalers die minder bekend zijn of die met de ter beschikking staande hulpmiddelen niet konden worden opgespoord (onder andere Jorritsma, I.14.B en I.14.C en Vooren, I.15.D). Bij het samenstellen van de lijst is naar volledigheid gestreefd, maar ik heb niet de pretentie die gerealiseerd te hebben. Om volledigheid te bereiken, zou ik graag geattendeerd willen worden op tekortkomingen, mogelijk ontbrekende titels of vermeldingen, met name in tijdschriften, aanvullende informatie over vertalingen en publikaties, maar ook op secundaire literatuur. Daarbij gaat het niet alleen om de nummers in deze lijst, maar ook om allerlei andere zaken die met Omar Khayyám te maken hebben. Het zou interessant zijn om, in navolging van Potter, ook al deze gegevens in Nederland te inventariseren. Sterker nog, een eerste aanzet is al gegeven. Vanwege de beschikbare ruimte is van een gedetailleerde vermelding hier echter afgezien. Mogelijk zal in een van de komende jaarboeken van het Omar Khayyám Genootschap een dergelijke inventarisatie worden opgenomen. | |
[pagina 132]
| |
OpbouwDe respektievelijke uitgaven van alle vertalers zijn in chronologische volgorde bij elkaar geplaatst. Vervolgens bepaalt het jaar van eerste publikatie de plaats van elke vertaler in de lijst. Gegevens over de publikaties zijn opgenomen voor zover ze te achterhalen waren. Niet alle uitgaven waren fysiek voor beschrijving beschikbaar. Het ontbreken van gegevens, waar geen autopsie mogelijk was, wordt verantwoord door ‘[...]’. Artikelen in tijdschriften zijn beschreven, voor bijdragen in boekvorm (o.a. in verzamelde werken) is om praktische redenen gekozen voor een beschrijving van het hele werk, met in de annotatie een vermelding van de paginering van de bijdrage. Geboorte- en sterfjaar der vertalers zijn vermeld voor zover bekend. Per nummer wordt een zo volledig mogelijke titelbeschrijving gegeven. Bij uitgaven die meer bevatten dan Rubáiyát-vertalingen (bijv. inleidingen) of die uit meer dan een reeks kwatrijnen bestaan, worden deze afzonderlijke onderdelen vermeld tussen ‘ ’, met een pagina-aanduiding. Citaten en opmerkingen uit andere bronnen staan eveneens tussen ‘ ’. Colofonteksten worden tussen ‘ ’ geplaatst. Op een enkele uitzondering na (1.5.B) worden colofons integraal geciteerd zoals ze voorkomen in de betreffende uitgaven. Overige teksten zijn commentaren en aanvullingen door de samensteller van de bibliografie. Weglatingen in de tekst worden verantwoord door [...]. Een kort woord van dank geldt de heren Jos Biegstraaten, Wout Blok en Johan van Schagen. |
|