| |
| |
| |
Op zoek naar een boek. Boekenzoekdiensten, advertenties en Internet
Ignaz Matthey
De jagers en het wild
Er waart een elephant man door Nederland rond. Al jarenlang stroopt hij boekwinkels, beurzen en markten af, op zoek naar documentatie over het slurfdier in al zijn verschijningsvormen. Een Duitse dissertatie over het paargedrag van de Indische olifant is hem even welkom als een kinderboekje met een dikhuid op het omslag.
Boekensneupers als de elephant man verzamelen simpelweg alles wat over hun grote liefde in druk is verschenen. Alles over de Vechtstreek, alles over oude verbrandingsmotoren, alles over neo-Latijnse letterkunde. Het ‘alles over’-verzamelen wordt ook in institutioneel verband bedreven. De kb in Den Haag streeft bijvoorbeeld als enige Nederlandse bibliotheek naar een zo volledig mogelijke collectie op het gebied van de vaderlandse geschiedenis, met inbegrip van de stortvloed aan lokaal- en regionaal-historische publikaties.
Onafzienbaar is ook het jachtdomein van de verzamelaars die hun volledigheidsobsessie uitleven op een bepaald genre boeken: atlassen, het negentiende-eeuwse kinderboek of alles wat tot 1910 in Nijmegen is verschenen aan boeken en tijdschriften. Dit soort verzamelaars heeft zich een taak opgelegd waarvan het einde nooit in zicht zal komen.
Minder ambitieus zijn de ‘alles van’-verzamelaars die hun jacht beperken tot een overzichtelijker gebied: alle edities van de Max Havelaar, alle uitgaven van de Zilverdistelpers, alles van W.F. Hermans. Een veel voorkomende variant van dit ‘alles van’ -type is de verzamelaar die zijn zinnen heeft gezet op het complete bezit van een of andere boekenserie, zoals Verkade-albums, Marnix Pockets, Penguins, Meesters der Vertelkunst, de Heemschutserie, de Witte Olifant-reeks, de Patria-reeks, de Het Aanzien van-reeks, Shell-journaals, boekenweekgeschenken en premie-uitgaven van de Wereldbibliotheek.
Het kan lang duren voor je alle Zwarte Beertjes - 2600 stuks - bij elkaar hebt, maar een serieverzamelaar mag ervan uitgaan dat het gestelde doel vroeg of laat wordt verwezenlijkt, althans bij benadering. Kapitalen zijn er meestal niet mee gemoeid en wanneer er al eens prijzige - want zeldzame - deeltjes in de wacht moeten worden gesleept, maakt dat de jacht extra pikant. Wie weet lukt het ooit nog eens om dat fel begeerde boekenweekgeschenk uit 1934 (waarde: f750,- à f1400,-) op te vissen uit een onder een kraam verborgen doos en dan het verlossende ‘Geef maar twee gulden’ te horen.
Zolang dat droommoment zich niet voordoet, blijft in elk geval een heerlijke illusie in stand. Want een onverbiddelijke wet wil dat het geluk van het jagen ophoudt wanneer de buit helemaal binnen is. Frans Weijland kent uit zijn praktijk als handelaar in tweedehandsboeken het schrijnende geval van een fanatieke verzamelaar van boekenweekgeschenken. ‘Hij moest en zou de hele serie compleet hebben, met inbegrip van het dure exemplaar uit 1934. Dat lukte ook, maar een week na het completeren bood hij de hele serie te koop aan. De kick was weg.’ Het legioen van boekenzoekenden omvat behalve verzamelaars ook veel jagers die, om welke reden dan ook, uit zijn op één boek. Bijvoorbeeld het ontbrekende
| |
| |
Vrijdagse boekenmarkt op het Spui in Amsterdam (foto auteur).
negentiende deel van Der Grosse Brockhaus, achtste druk. Ook naar zoekgeraakte en uitgeleende, maar nimmer teruggegeven boeken wil de achtervolging nogal eens worden ingezet. Bibliotheken hebben frequent met dat euvel te maken, maar berusten doorgaans in het gemis. Uitzonderingen zijn de universiteitsbibliotheken van Amsterdam en Groningen, die vermiste exemplaren proberen te recupereren door zoeklijsten naar Nederlandse antiquariaten te sturen.
Onder de door particulieren gezochte titels spant de categorie van het kinderboek de kroon. ‘Kinderboeken springen er duidelijk uit. Een van de meest gevraagde titels op dat gebied is Het jodinnetje van Elspeet van mevrouw Van Osselen van Delden’, zegt Aad van Maanen van antiquariaat Klikspaan uit Leiden, waar verder veel Kievits, Van Abcoudes en Rie Cramers over de toonbank gaan: jeugdsentiment pleegt niet uit te munten in originaliteit.
In protestantse kringen wordt naarstig gezocht naar kinderboeken van W.G. van der Hulst, Anne de Vries en Piet Prins, auteurs die veel werden gelezen én cadeau gegeven (onder andere op zondagsscholen, als beloning voor goed gedrag). Bij katholieken die kind waren ten tijde van het Rijke Roomse Leven is M.C. Versteegs Prentenboek van de kinderbiecht erg in trek. Talloze jongens en meisjes hebben deze bestseller ten geschenke gekregen toen zij op zesjarige leeftijd hun eerste heilige communie deden. De plastische wijze waarop doodzonden (roetzwarte stippen ter grootte van een stuiver) en ‘dagelijkse zonden’ (kleine stippen) in dit boek zijn uitgebeeld, maakten een diepe indruk, die de communicantjes hun leven lang zou bijblijven. Waardoor het Prentenboek van de kinderbiecht tegenwoordig in antiquariaten stevige prijzen doet.
Tot welk een frustratie het verlangen naar een kinderboek kan uitgroeien, bewijst het verhaal van André Klaassen uit Zutphen. ‘Als jongetje van een jaar of tien volgde mijn vader in de plaatselijke krant Het monster van den Borobudur, een feuilleton van Jan Feith. Halverwege het verhaal verhuisde het gezin naar een andere stad, zodat mijn vader in het onzekere bleef over hoe het Pim, de hoofdpersoon, verder verging. Dat heeft hem zijn leven lang beziggehouden.’ Het feuilleton bleek later in boekvorm te zijn verschenen. André Klaassen jr. ging ernaar op zoek en kon André sr. op zijn tachtigste verjaardag alsnog verrassen met Pims complete avonturen.
Een belangrijke categorie boekenzoekenden vormen de antiquaren die in opdracht van particulieren of instellingen bepaalde titels op het spoor proberen te komen. De werkwijze en resultaten van deze professionele jagers vormen het onderwerp van de hiernavolgende uiteenzetting over boekenzoekdiensten. Daarna komt het opsporingsmiddel van de advertentie aan bod: welke media lenen zich daar het best voor en hoe groot is de kans op succes? We besluiten met een actuele ontwikkeling: het zoeken van boeken via Internet. Is dit nieuwe medium een belangrijke toevoeging aan het gereedschap van de boekenjager of gaat het om een digitaal speeltje waarvan de mogelijkheden onder invloed van de Internet-hype schromelijk worden overschat?
| |
Boekenzoekdiensten
Afgaande op Boek&Boek zijn er in Nederland momenteel zo'n 40 antiquariaten die zich presenteren als boekenzoekdienst. Een weinig zeggend getal. Menig vooraanstaand antiquariaat dat geen melding maakt van een boekenzoekdienst is wel als zodanig actief. Het opsporen van boeken in opdracht van klanten wordt daar beschouwd als een standaard dienstverlening. Sterker nog: een goede antiquaar kijkt ook zonder specifieke zoekopdracht uit naar titels die interessant kunnen zijn voor vaste klanten met een bepaald verzamelgebied.
Als vertrekpunt voor onze boekenzoekdienstexcursie kiezen we het boekenstadje Bredevoort. Waar zouden we daar beter
| |
| |
kunnen beginnen dan bij de winkel met de veelbelovende naam Boek en Zoek? Dat valt tegen. De zoekopdrachten waarop eigenaar J. Bloemendaal eigenlijk zit te wachten zijn anders dan de niets vermoedende passant verwacht: ‘Mijn specialisatie is genealogische boeken en ik heb dat willen combineren met het in opdracht verrichten van genealogisch onderzoek. Vandaar de naam Boek en Zoek. Die genealogische zoekdienst is nog niet van de grond gekomen. Ik ben intussen wel zoekopdrachten voor boeken gaan aannemen, maar dan moet het wel om titels op mijn terrein gaan. Vaak komen mensen met opdrachten waarmee je niets kunt beginnen. Dan zeggen ze bijvoorbeeld geïnteresseerd te zijn in alles over Amsterdam.’
Bredevoort heeft een collectieve boekenzoekdienst waaraan alle 22 handelaren ter plaatse deelnemen. De werkzaamheden worden gecoördineerd door Henk Ruessink van de stichting Bredevoort Boekenstad. Ruessink beschrijft de zoekprocedure als volgt: ‘Een opdrachtgever levert het door ons ter beschikking gestelde zoekformulier in bij de administratie van de stichting. Wij zorgen ervoor dat alle formulieren een plaats krijgen op het centrale prikbord, hier in het voormalige schoolgebouw. Een maand lang hebben de bij ons langskomende boekhandelaren de tijd om direct te reageren op de aanvragen. Na een maand halen we de formulieren van het prikbord en stoppen de gegevens in de computer. Alle handelaren krijgen vervolgens een uitdraai van de zoeklijst, waaraan de namen en telefoonnummers van de opdrachtgevers ontbreken. Een handelaar die een gezocht boek in voorraad heeft, meldt dat aan ons. Wij geven hem dan de naam en het telefoonnummer van de klant en verwijderen de opdracht uit het bestand. De handelaar neemt zelf contact op met de opdrachtgever en doet hem een aanbod.’
Tot nog toe zijn er in Bredevoort negen zoeklijsten door de molen gegaan. Over de resultaten kan of wil Ruessink weinig zeggen: ‘Ik heb het idee dat de meeste aanvragen niet zijn gehonoreerd.’
Het Bredevoortse antiquariaat Gemilang timmert aan de weg met een eigen zoekdienst (‘Titel nu nòg niet gevonden? Bel, schrijf of fax dan: Antiquariaat Gemilang’). Gemilang is gespecialiseerd in Aziatica. Verreweg het grootste deel van de omzet komt uit de export. Ook de zoekopdrachten zijn meestal afkomstig van buitenlandse particulieren en instellingen. Y. Heller van Gemilang beroemt zich op een zeer hoog slagingspercentage: ‘Binnen één à anderhalf jaar is het merendeel van de aanvragen gehonoreerd. Recente boeken zijn relatief moeilijk te vinden. Ze staan meestal nog bij de mensen thuis in de kast en zijn dan niet beschikbaar voor de antiquarische handel. Ik zoek daarom liever een boek uit de negentiende eeuw dan een titel die in 1980 is verschenen.’
Over de zoekstrategie van Gemilang doet Heller niet geheimzinnig. ‘Om te beginnen bel ik een paar Nederlandse contactpersonen, particulieren met grote collecties die af en toe ook wat verkopen. Ik heb in Nederland drie runners en doe verder veel zaken met mijn collega's Nabrink en Bestebreurtje, die eveneens in Aziatica zijn gespecialiseerd. We kopen vaak bij elkaar. Nabrink is bijvoorbeeld sterk in tijdschriften en seriewerken. Wanneer ik een jaarboek van een bepaalde serie mis, dan bel ik hem op. Meestal is het bingo. Ik ben ermee opgehouden om zoeklijsten naar andere collega's in Nederland te sturen. Het rendement was nul komma nul. De Engelse en Amerikaanse collega's met wie ik contacten onderhoud zijn veel actiever. Die gaan er zelf achterheen en zetten ook advertenties.’
Antiquariaat Gerits & Son in Amsterdam (sociale wetenschappen, humaniora) richt zich evenals Gemilang hoofdzakelijk op buitenlandse klanten. Gerits is een van de weinige antiquariaten die zoeklijsten on- | |
| |
der Nederlandse collega's verspreidt. Arnoud Gerits: ‘Er staan 110 Nederlandse antiquariaten op onze verzendlijst. Daarnaast sturen we ook zoeklijsten naar collega's in het buitenland. Een belangrijk instrument bij de uitvoering van zoekopdrachten zijn de catalogi van collega's. Die matchen we met onze lijsten van gezochte titels. Verder maken we veel gebruik van veilingcatalogi. Wanneer daarin een gezochte titel voorkomt, lichten we de klant in en geven een prijsindicatie. Als de klant daarmee akkoord gaat, kan hij ons een koopopdracht geven. Vroeger hebben we wel geadverteerd in vak- en verzamelaarsbladen, maar daar zijn we mee opgehouden. Eén advertentie zetten heeft weinig zin. Je moet bereid zijn om een jaar of nog langer te adverteren en dan nog is de respons klein.’
Gerits is momenteel het enige Nederlandse antiquariaat dat is aangesloten bij de antiquarische database van het Amerikaanse bedrijf Interloc. In deze database zitten ruim 1,4 miljoen aangeboden en 500.000 gevraagde items (boeken, kaarten, prenten, manuscripten, enz.). Elke nacht worden vraag en aanbod met elkaar vergeleken. Aangeslotenen krijgen direct per e-mail bericht wanneer een door hen gezocht item is gevonden, welke handelaar het aanbiedt en hoeveel het kost. Interloc vraagt een fee van ⅓ dollarcent per maand voor elke ingevoerd item, een eenmalig entreegeld van $100, o.a. voor de benodigde software, een maandelijks abonnementsgeld van $12,50 en een vergoeding voor het raadplegen van de database (52 dollarcent per minuuut). Gezien de betrekkelijk hoge kosten is deze database alleen interessant voor antiquaren en bibliotheken.
De grootste boekenzoekdienst in Nederland is die van De Slegte. ‘Het aantal zoekopdrachten ligt de laatste jaren rond de 20.000. Heel veel meer aanvragen zouden we niet kunnen verwerken, want de behandeling is arbeidsintensief’, zegt Henk Grakist, bedrijfsleider van het De Slegtefiliaal in Enschede en coördinator van de daar ondergebrachte landelijke boekenzoekdienst. De Slegte hanteert bij zoekopdrachten een limiet van vijftien boeken en eist een precieze omschrijving van de titels. Grakist: ‘Een aanvraag voor “alles over tekkels” nemen we dus niet in behandeling.’
Alle zoekopdrachten die bij de filialen van De Slegte binnenkomen, worden in Enschede verzameld. Eens in de veertien dagen krijgen alle twintig Nederlandse en Belgische De Slegte-filialen een computeruitdraai van de bijgewerkte zoeklijsten. Personeelsleden van de filialen lopen de zoeklijst na en stellen het coördinatiecentrum in Enschede op de hoogte van de gezochte titels die zich in hun voorraad bevinden. De opdrachtgever krijgt vanuit Enschede bericht dat het boek gevonden is, hoeveel het kost en bij welke vestiging het kan worden afgehaald. De Slegte brengt de koper f2,50 administratiekosten in rekening. Een zoekopdracht blijft twee jaar in het bestand zitten en wordt daarna verwijderd. Grakist: ‘De ervaring heeft geleerd dat de klant dan meestal niet meer geënteresseerd is. Mocht dat wel zo zijn, dan bestaat de mogelijkheid tot verlenging.’
Hoewel De Slegte zijn zoekactiviteit beperkt tot de eigen voorraad weet deze boekengigant 45 à 50% van de opdrachten te vervullen. Dat voor een algemeen antiquariaat zeer hoge slagingspercentage is te danken aan het grote aantal filialen van De Slegte, ieder met hun eigen dagelijkse inkoop.
De score van een boekenzoekdienst hangt sterk samen met de aard van het antiquariaat: hoe gespecialiseerder, des te groter de kans dat een gevraagde titel wordt opgespoord. David Meesters claimt voor zijn uiterst gespecialiseerde antiquariaat L'art medical (medische boeken vanaf de vijftiende eeuw) een zeer hoge score: ‘Binnen twee à drie jaar vind ik bijna elk boek.’ Bij antiquariaat Gerits, dat op een veel breder terrein opereert (sociale wetenschappen, humaniora), bedraagt de score al jaren 25 à 30%. Wanneer een actieve en goed georganiseerde boekenzoekdienst van een redelijk gespecialiseerd antiquariaat als Gerits niet boven de 30% komt, laat zich raden wat de opsporingsresultaten van de algemene antiquariaten zijn: de meeste boekenzoekdiensten, of wat daarvoor door moet gaan, zullen de 5 à 10% niet halen.
Een veeg teken in dit verband is de aanduiding ‘actieve zoekdienst’ die sommige antiquariaten in Boek&Boek hebben laten opnemen. Kennelijk doen heel wat zoekdiensten het kalmpjes aan. Die indruk wordt bevestigd door Heller (antiquariaat Gemilang), die de kwaliteit van de Nederlandse boekenzoekdiensten onder de maat vindt, enkele gunstige uitzonderingen daargelaten: ‘De meeste doen er geen bal aan’, verklaart hij onomwonden. Aad van Maanen van het Leidse antiquariaat Klikspaan formuleert het vriendelijker, maar
| |
| |
het komt op hetzelfde neer: ‘Er zijn maar weinig zoekdiensten die zich echt inspannen.’
Opdrachtgevers klagen vaak over de blijvende stilte die na het inleveren van het zoekformulier intreedt. Een van die ontevreden klanten is Manuel Stoffers uit Maastricht: ‘Ik plaatste bij een antiquariaat een zoekopdracht voor het driedelige standaardwerk Contemporaries of Erasmus. Ze zouden me tippen wanneer ze het binnenkregen, maar ik hoorde verder niets. Een paar maanden later ontdekte ik het gezochte werk in hun eigen catalogus!’
Boekenzoekdiensten stellen zich veelal passief op. De zoekactie houdt meestal niet veel meer in dan kijken of de gezochte titels voorkomen bij de ingekochte partijen. Van nasporingen bij collega's komt doorgaans niets of weinig terecht, al wordt dat nog zo plechtig beloofd. Die passiviteit is onder andere te wijten aan het gedrag van de consument. Uit ervaringen van verschillende boekenzoekdiensten blijkt dat ongeveer een derde van de opdrachtgevers een opgespoorde titel niet komt afhalen. Van Maanen: ‘Ze hebben het boek intussen bij een ander gevonden of het interesseert ze niet meer.’ Zijn collega Gerits onderschrijft dat: ‘Ik ben daarom helemaal niet happig op zoekopdrachten van particulieren. Ze laten je zoeken, vergelijken jouw prijs met die van collega's en lopen dan naar een ander. Wij doen meestal zaken met instituten en die zijn wel trouw. Ze lichten ons in wanneer ze een titel elders gevonden hebben, zodat wij niet verder hoeven te zoeken. Sommige instituten geven ons zelfs carte blanche tot een bepaald bedrag, bijvoorbeeld $100. Alle boeken tot $100 waarvoor een zoekopdracht is afgegeven, nemen ze dan ongezien van ons af.’
Een andere reden waarom boekenzoekdiensten over het algemeen een afwachtende houding aannemen, is de zwakke financiële prikkel. ‘De klant is niet trouw genoeg, de boeken zijn niet duur genoeg’, zo vat Arnoud Gerits het probleem bondig samen. De meeste gezochte titels zitten in het lage prijssegment. Voor een klant die op zoek is naar een eerste druk van Dik Trom en daarvoor zo'n duizend gulden wil neertellen, legt de antiquaar - ook maar een mens - allicht meer ijver aan de dag dan wanneer hij het verzoek krijgt om eens uit te zien naar een bepaald Kameleon-deeltje met stofomslag (f12,50 à f25,-). In het laatste geval wordt de handelaar die het gevraagde bij een collega aantreft niet vet van de collegiale korting (10 à 20%), nog afgezien van het risico dat die twee weken geleden nog zo begerige opdrachtgever opeens geen belangstelling meer blijkt te hebben.
In de ogen van veel antiquariaateigenaren is een boekenzoekdienst eerst en vooral een service aan de klant, al kan er wel een profijtelijk neveneffect optreden. Van Maanen (Klikspaan): ‘Met een actieve zoekdienst kweek je veel goodwill. Het heeft mij al aardig wat inkopen opgeleverd.’ Maar Van Maanen beleeft ook plezier aan de immateriële beloning. ‘Op een dag kwam er een mevrouw met haar tachtigjarige moeder bij me langs. De oude dame begint het ellenlange gedicht “Eliza's vlucht” te citeren, het ene couplet na het andere. Het gedicht was ooit in boekvorm verschenen. Of ik haar daaraan kon helpen. Ik herkende in het gedicht De negerhut van oom Tom, maar wist niet wie de auteur van die Nederlandse bewerking in dichtvorm was. Jaren later trof ik het ge-
Aad van Manen. In de etalage van antiquariaat Klikspaan het bordje voor de boekenzoekdienst (foto Ineke van Maanen, Leiden).
| |
| |
zochte boekje bij een inkoop aan. De bewerking bleek van de dominee-dichter J.J.L. ten Kate te zijn. Met enige schroom belde ik de oude mevrouw op. Zou ze nog leven? Gelukkig wel. Ze was diep ontroerd door de vondst en heeft mij nog jaren met nieuwjaar een kaart gestuurd.’
| |
Advertenties
Er zijn in Nederland tal van periodieken waarin advertenties voor gezochte boeken kunnen worden geplaatst: van speciale bladen voor boekenliefhebbers en -verzamelaars, waaronder De Boek- en stripverwijzer, Boekenpost en De Boekenwereld, tot damesbladen (rubriek oproepen Libelle), rtv-gidsen (rubriek Wie Weet? van Televizier), personeelsbladen, opinietijdschriften (boekenadvertenties Vrij Nederland) en kranten (rubriek Trefpunt in de zaterdagse boekenbijlage van NRC Handelsblad). Bijzondere vermelding verdienen advertentiekranten als Via Via, De Partikulier en De Brabantse Vondst. De boeken- en tijdschriftenrubrieken van deze kranten waarin gratis kan worden geadverteerd kenmerken zich door een levendige vraag en aanbod (vaak meer dan 200 items per week).
Opmerkelijk is dat de boekenrubrieken met betaalde advertenties allemaal een kwijnend bestaan leiden. De rubriek Trefpunt in NRC Handelsblad ( f 6,50 per regel) begon enkele jaren geleden met pagina's vol advertenties, maar op die vliegende start volgde na korte tijd een enorme terugval.
Momenteel telt Trefpunt zelden meer dan vijftien boekenadvertenties en vaak zijn 't er zelfs maar een paar. In de advertentierubrieken van Boekenpost ( f10,- voor de eerste drie regels), Vrij Nederland ( f9,95 per regel) en De Boekenwereld ( f2,50 per regel) is schraalhans al evenzeer keukenmeester.
Ongetwijfeld heeft dat iets te maken met de verhouding tussen advertentiekosten en de waarde van boeken. Van verreweg de meeste antiquarische en tweedehandsboeken - zeg 95% - ligt de marktwaarde tussen de f1,- en f100,-. Een paar tientjes aan advertentiekosten wordt daarom algauw als begrotelijk ervaren. Behalve zuinigheid remt ook gemakzucht de hebzucht af: de moeite die het opgeven van een advertentie kost, werkt drempelverhogend. In het geval van betaalde advertenties is meestal een schriftelijke opgave vereist. De gratis advertenties in bladen als de Via Via kunnen daarentegen telefonisch worden opgegeven.
De laagdrempeligheid van de Via Via en aanverwante media houdt nog niet in dat dit ook de beste media voor boekenadvertenties zijn. De oplages van deze kranten lopen in de tienduizenden ( Via Via editie regio Amsterdam: 40.000, editie regio Den Haag: 30.000). Dat betekent aardig wat lezers, maar de vraag is wel of dit nu het publiek is waar - om maar eens iets te noemen - Loessers pianohistorische klassieker Men, women and pianos (New York 1954)
| |
| |
best eens zou kunnen worden aangetroffen. De modale koper/lezer van de Via Via is geïnteresseerd in zaken als eethoeken, caravans en spelcomputers, niet in boeken. Bovendien worden gratis-advertentiebladen voornamelijk gekocht door mensen die iets willen kopen: de belangstelling voor de vraagadvertenties is verhoudingsgewijs klein.
De respons op een advertentie wordt bepaald door de oplage van het periodiek en de interessesfeer van het lezerspubliek. Het onlangs opgerichte tijdschrift Ouwe Bram leeft nog! heeft slechts 200 abonnees, maar die zijn wel stuk voor stuk het protestants-christelijke jeugdboek uit heden en verleden hevig toegedaan. Wie lacunes in zijn W.G. van der Hulst-collectie wil opvullen zou in Ouwe Bram leeft nog! kunnen adverteren (wat abonnees overigens gratis kunnen doen). Alle kans dat zich een andere Van der Hulst-verzamelaar meldt om doubletten te ruilen of te verkopen.
Van de gedrukte boekenzoekmedia is de rubriek Trefpunt van NRC Handelsblad over het algemeen gesproken het effectiefst. De oplage van NRC Handelsblad bedraagt 270.000 exemplaren, het bereik (abonnees en ‘meelezers’) 562.000 personen. Niet zozeer de oplage - die is bij andere kranten hoger - maar het op boeken beluste lezerspubliek maakt deze krant tot een bij uitstek geschikt medium voor boekenadvertenties. Afgezet tegen de oplageen bereikcijfers is een advertentie in Trefpunt spotgoedkoop: de kosten per contact liggen ver beneden die van alle andere hiervoor genoemde periodieken met betaalde advertenties.
Een oproep in Trefpunt heeft een goede kans van slagen, mits het gevraagde niet al te zeldzaam is. Volgens Van Maanen (Klikspaan), die regelmatig op vraagadvertenties in Vrij Nederland, NRC Handelsblad en andere bladen reageert, onderscheidt Trefpunt zich door een opmerkelijk hoge respons: ‘In vier van de vijf gevallen krijg ik te horen dat het gezochte al gevonden is. De adverteerders worden vaak horendol van alle reacties.’
In november 1984 verscheen het eerste nummer van de Boek- en Stripverwijzer, het enige blad in Nederland dat als hoofddoel heeft te bemiddelen tussen vraag en aanbod op het gebied van boeken, strips en aanverwant drukwerk. Oprichter Frans Weijland is in het dagelijks leven ambtenaar bij de technische dienst van de gemeente Apeldoorn en handelt daarnaast in boeken (antiquariaat 't Alphabet). Samen met Wim van Starkenburg stelt hij jaarlijks de onvolprezen adressengids Boek&Boek samen.
Een blaadje bij de kassa van Albert Heijn bracht Weijland op het idee om een advertentieperiodiek voor boekenliefhebbers te beginnen. ‘Verreweg de meeste advertenties in dat Albert Heijn-blaadje hadden betrekking op boeken. Er waren in die tijd bladen voor allerlei soorten verzamelaars, zoals munten en postzegels. Iets dergelijks bestond niet voor boeken. Eerdere initiatieven in die richting, zoals het tijdschrift Boekenvondst, waren gestrand.’
De Boek- en Stripverwijzer verschijnt tien keer per jaar. Het aantal abonnees schommelt al jaren tussen de 600 en 700. Een abonnement kost f42,50 per jaar, maar ook niet-abonnees kunnen adverteren. De advertentiekosten zijn laag: f7,- voor vier regels van 40 aanslagen. De aanbodadvertenties (circa 60%) domineren licht over de vraagadvertenties (circa 40%). Op boekenbeurzen komt Weijland vaak verzamelaars tegen die in de Boek- en Stripverwijzer adverteren. Sommige klagen dat ze nooit wat op hun advertenties horen, terwijl ze de door hen gezochte titels wel op beurzen en markten aantreffen. Weijland: ‘Dat komt onder andere doordat mensen vaak huiverig zijn om iets aan een vreemde op te sturen. Of ze vinden dat al het gedoe de moeite niet loont: reageren op de advertentie, het boek inpakken en het pakje naar het postkantoor brengen. En dat allemaal voor een boek van een paar tientjes. Waarbij je dan nog maar moet afwachten of die onbekende betaalt.’ Voor het verhogen van de kans op slagen heeft Weijland een concrete tip: ‘Geef een indicatie van de prijs die je wilt betalen, dan weet de ander waar hij aan toe is.’
De Boek- en Stripverwijzer is geen wonder van typografische vormgeving. ‘Aan de lay-out moet ik inderdaad eens wat gaan doen’, geeft Weijland toe. Ook om andere redenen wordt er nogal eens op het blaadje gemopperd. Er is kritiek op het grote aantal herplaatsingen onder de vraagadvertenties, waaronder enkele die al jaren achtereen in elk nummer verschijnen. De reacties vanuit het boekenvak zijn gemengd. Weijland: ‘Sommige collega's verwijten me dat ik ook aan particulieren gelegenheid geef om in boeken te handelen. Andere denken dat ik zelf eerst de krenten uit de pap haal. Maar ik reageer zelf nooit op de advertenties. Dat is een vast principe van me.’
| |
| |
Weijland heeft de respons op de advertenties in zijn blad nooit systematisch onderzocht. Ikzelf boekte enkele keren succes met een vraagadvertentie in de Boek- en Stripverwijzer. Ook noteerde ik diverse positieve ervaringen van andere boekenzoekenden, onder wie André Klaassen jr. Een kleine advertentie in de Boek- en Stripverwijzer hielp hem snel aan een exemplaar van Het monster van den Borobudur. ‘In een paar weken kreeg ik vier aanbiedingen’, constateert Klaassen tevreden. Opmerkelijk is dat al die reacties van antiquariaten afkomstig waren. Die vormen dan ook ongeveer een derde van het totale abonneebestand van de Boek- en Stripverwijzer.
Juist om die reden is het blad een aantrekkelijk medium voor wie op zoek is naar een bepaald soort boeken of naar één titel. Voor een luttel bedrag bereikt het zoekbericht een paar honderd antiquariaten en bovendien nog een flink aantal incidenteel in boeken handelende particulieren. Als zij de gezochte titel hebben, willen ze die meestal ook verkopen.
Dat is een belangrijk verschil met de NRC-lezers. Het is best mogelijk dat een paar van hen in het bezit zijn van Loessers Men, women and pianos. Maar het zit er dik in dat ze er niet over peinzen dit verrukkelijke boek van de hand te doen. De beste advertentiestrategie is dan ook de troeven van NRC Handelsblad (hoge oplage, veel boekenliefhebbers) te combineren met die van de Boek- en Stripverwijzer (veel antiquariaten en semi-handelaren). De totale kosten van een advertentie in beide media zullen in de meeste gevallen op ongeveer f30,- neerkomen.
| |
Internet
‘Zet twee antiquaren bij elkaar en de kans is groot dat ze over Internet beginnen’, zegt Piet Wesselman. Als hij zelf met collega's praat, komt het onderwerp onvermijdelijk ter sprake. Wesselman was de eerste Nederlandse antiquaar op Internet, het wereldwijde mega-netwerk van computernetwerken met zo'n 40 miljoen gebruikers. Internet is het voornaamste verkoopkanaal van deze literatuurspecialist uit Amsterdam. Telefoneren doet Wesselman nog maar zelden sinds hij de zegeningen van de e-mail heeft ontdekt. ‘Het is zo gemakkelijk. Je tikt een bericht in, drukt op de sendknop en voor een paar dubbeltjes gaat het de hele wereld rond. Ja, ik ben eraan verslaafd.’
Wesselman bezit in het wereldje van Internetsurfers enige faam door zijn Book Lovers-pagina met bibliofiele en literaire informatie op het World Wide Web (www), het bekendste en meest gebruiksvriendelijke onderdeel van Internet. Sinds augustus vorig jaar is Wesselmans site (plek op het World Wide Web) blijkens het tellertje al ruim 17.000 keer bezocht. Wesselman begon uit pure liefhebberij met Book Lovers, maar de site heeft hem intussen ook de nodige publiciteit voor zijn virtuele antiquariaat bezorgd.
Regelmatig vindt Wesselman zoekopdrachten in zijn elektronische brievenbus: ‘Gisteren kreeg ik bijvoorbeeld van iemand via e-mail een zoeklijstje met boeken van en over Alexandre Dumas. Ik weet niet eens waar de opdrachtgever woont, want ik heb alleen een e-mail adres.’
Na ontvangst van deze zoekopdracht ging Wesselman op Internet winkelen. Hij raadpleegde eerst een aantal online catalogi van collega's, waaronder het Franse antiquariaat Le bar d'argent, en bracht vervolgens een bezoek aan de Virtual Bookshop, een database met een selectie uit de voorraad van de daarbij aangesloten antiquariaten. Dit keer viste Wesselman achter het Internet. Maar als de opdrachtgever geduld heeft, blijft hij zoeken.
In Europa zijn nog betrekkelijk weinig antiquaren die gebruik maken van Internet. Daarentegen is het nieuwe medium bij Amerikaanse antiquaren al aardig ingeburgerd. Inmiddels hebben zo'n 140 leden van de abaa (Antiquarian Bookseller's Associa- | |
| |
tion of America) zich verzekerd van een homepage (toegangspagina) op het Web.
De populariteit van Internet in het Amerikaanse antiquariaat is niet alleen een gevolg van het relatief hoge aantal Internet-aansluitingen, maar staat ook in verband met de distributiestructuur van de detailhandel in de vs. Doordat winkels hier dun gezaaid zijn, heeft de postorderverkoop een hoge vlucht genomen. Dat geldt ook voor antiquarische en goedkope tweedehands boeken.
Een van de bekendste boekenvraag- en aanbodmedia op Internet is de Bibliophile Mailing List (kortweg ‘Biblio’), een initiatief van de antiquare Shoshahna Edwards uit de staat Oregon. Het mailing list-systeem houdt in dat een bericht - in dit geval met gevraagde c.q. aangeboden titels - via een centraal punt naar alle abonnees van de lijst wordt doorgestuurd. Tot de abonnees van Biblio behoren ook enkele Nederlandse antiquaren, onder wie Wesselman en Van Maanen (Klikspaan). Van Biblio wordt druk gebruik gemaakt. Van Maanen: ‘Als ik een paar dagen niet in mijn e-mail bus heb gekeken, vind ik honderden Biblio-berichten met f/s (for sale) en wtb (want to buy).’
Aanvankelijk was een abonnement op Biblio gratis. Sinds enige tijd worden de subscribers geacht $20 per jaar over te maken, maar lang niet iedereen doet dat. Evenmin als bij computer share ware staat
Indexpagina van de site Book Lovers.
er op het niet nakomen van het verzoek tot betaling geen sanctie. Van Maanen volgde de discussie over de invoering van een abonnementsgeld: ‘De meeste deelnemers toonden zich bereid een vergoeding te betalen, hoewel dat voor een mailing list ongebruikelijk is. Dit vanwege de hoge slagingsscore van de zoekacties, die volgens sommigen 80% zou bedragen.’
De mogelijkheid om via Internet wereldwijd boeken te zoeken kan zowel door handelaren als afnemers worden benut. Voor particuliere en institutionele boekenkopers heeft het winkelen op Internet als plezierige bijkomstigheid dat ze gemakkelijker prijzen kunnen vergelijken, wat vooral bij kostbare werken de moeite loont. Aan het doe-het-zelven zitten echter ook minder plezierige kanten: het is tijdrovend en een particulier heeft minder kans op succes dan een handelaar.
De meeste gebruikers van Biblio zijn antiquaren. Voor particulieren verdient het daarom aanbeveling bij het plaatsen van een zoekbericht in Biblio de bemiddeling in te roepen van een antiquaar die bekend is in het Internet-wereldje. Een Amerikaanse handelaar doet liever zaken met - en moeite voor - een vertrouwde Internet-collega dan dat hij reageert op het zoekbericht van een volslagen onbekende particulier aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
| |
| |
Zoekbericht in Biblio. Binnen twaalf uur werd een exemplaar aangeboden!
Ikzelf heb één keer geëxperimenteerd met plaatsing van een zoekbericht in Biblio via een Internet-antiquaar. Nadat de tekst var dit artikel door de redactie van De Boekenwereld was geaccepteerd, ging ik op een avond naar Wesselman om een aantal screendumps (afdrukken van een computerscherm) te laten maken die ik als illustraties wilde opnemen. Het leek me aardig om ook een voorbeeld van een zoekbericht in Biblio te laten zien (zie afbeelding). Ik vroeg Wesselman een oproep te plaatsen voor het eerder genoemde Men, women and pianos, een boek waarnaar ik al een tijdje op zoek was. Wesselman verzond die avond de e-mail om een uur of elf naar Biblio. De volgende morgen om kwart over tien belde hij me op om triomfantelijk mede te delen dat de zoekopdracht al vervuld was. Een Amerikaanse collega had hem zojuist Men, women and pianos aangeboden: $10 voor een exemplaar met stofomslag! Drie dagen later had Wesselman nog twee reacties van Amerikaanse collega's gekregen. De een vroeg $25, de ander $40.
Een andere plek op Internet waar particulieren en handelaren zoekopdrachten voor boeken kunnen parkeren is de newsgroup (Ned. nieuwsgroep, discussiegroep) rec.arts.books.marketplace. De berichten die via e-mail bij een newsgroup binnenkomen zijn direct voor iedereen - dus ook niet-deelnemers - ter inzage op een centrale pagina. Ze worden dus niet doorgezonden naar de abonnees, zoals bij een mailing list het geval is. Het prikbord van een newsgroup is een minder vluchtig medium dan een mailing list. De abonnees op een mailing list plegen de binnengekomen berichten niet te bewaren, tenzij er een speciale reden is om dat wel te doen.
De newsgroup rec.arts.books.marketplace heeft niet te klagen over gebrek aan belangstelling. Toen ik op 17 april j.l. het prikbord van deze newsgroup raadpleegde, stonden er 504 items op (berichten en threads, d.w.z. berichten met de respons daarop). Het plaatsen van een zoekbericht in rec. arts.books.marketplace is gratis. In tegenstelling tot Biblio wordt dit zoekmedium vooral gebruikt door particulieren.
De reeds genoemde Virtual Bookshop distribueert zoekopdrachten van particulieren onder de aangesloten boekhandelaren. Voor de opdrachtgevers is die dienstverlening gratis. Wanneer een transactie tot stand komt, betaalt de antiquaar 10% commissie aan de exploitant van de Virtual Bookshop. De aanmelding van gezochte titels door particulieren bij de Virtual Bookshop, de titelsignalering door de Virtual Bookshop bij de boekhandelaren en de
| |
| |
contacten tussen opdrachtgever en boekhandelaar gaan allemaal via e-mail.
Met de bemiddeling tussen vraag en aanbod via Internet houdt ook het Antiquarian Book Network (abn) zich bezig, een Engelse organisatie waarbij in april van dit jaar 43 handelaren waren aangesloten. Het lidmaatschap van het abn staat overigens ook open voor particuliere verzamelaars (kosten: vanaf £10 per jaar). abn heeft leden over de gehele wereld, maar Amerikaanse en Engelse antiquaren vormen verreweg de meerderheid. Iedereen kan kosteloos grasduinen in de database met aangeboden titels van abn, zelf zoekopdrachten geven en de zoeklijsten van de aangesloten handelaren bekijken.
Er is ook een rubriek ‘stolen merchandise’, die abn-leden in staat stelt om wereldwijd signalementen van boeken, prenten en kaarten te verspreiden. Wesselman: ‘Iets dergelijks heeft de Web-site van Biblio ook. Amerikaanse antiquaren waarschuwen elkaar daar voor dieven die in een bepaalde streek actief zijn. Om de herkenning te vergemakkelijken worden de personen in kwestie gedetailleerd beschreven. “Heeft bruin haar, loopt een beetje gebogen.”’
Bij het abn is één Nederlandse antiquaar aangesloten: David Meesters (antiquariaat L'art medical), de geestelijke vader van de Antiquarian Book Herald, een digitaal tijdschrift in oprichting. Wesselman en Meesters, de Nederlandse pioniers van de antiquarische handel via Internet, leerden elkaar in augustus 1995 via e-mail kennen. Daarna volgde een maandenlange elektronische correspondentie, maar pas in januari van dit jaar zagen de twee Amsterdammers elkaar voor het eerst in levenden lijve. Beiden bleken al een tijdje met het plan rond te lopen om een Internet-organisatie voor Nederlandse antiquaren op te zetten.
In maart j.l. voerden ze dat voornemen uit door de stichting Nederlandse Antiquaren Netwerk (nan) op te richten. Het nan stelt Nederlandse antiquaren in de gelegenheid om tegen lage kosten aan Internet deel te nemen. Wesselman: ‘Er zijn commerciële bedrijven die voor het verzorgen van een Web-pagina met summiere informatie f500,- per maand vragen. Bij het nan kost een volledig account inclusief de toegang tot Internet, ondersteuning en een abonnement op de mailing list Antiqbook f115,- per maand exclusief btw. Desgewenst leveren we een home-page tegen kostprijs. Voor handelaren die geen Internet-aansluiting willen, bestaat de mogelijkheid om voor f45,- per maand toch een catalogus op Internet te zetten.’
Aan ideeën ontbreekt het de initiatiefnemers van het nan niet. Wesselman: ‘Het moet een levendige site worden met informatie die zowel voor handelaren als particuliere boekenliefhebbers interessant is. We zijn bijvoorbeeld van plan een Webpagina te maken met een lijst die namen, e-mail adressen en interessegebieden van verzamelaars bevat. nan-leden krijgen de gelegenheid hun catalogus op Internet te zetten. In de nabije toekomst zullen we een zoeksysteem ontwikkelen waarmee snel kan worden nagegaan of een gezochte titel zich in een van deze nan-catalogussen bevindt. De volgende stap is het opzetten van een database met aangeboden titels.’
Het nan treedt op als beheerder van de mailing list Antiqbook, die in het leven is geroepen als Europese tegenhanger van overwegend op Amerikaanse deelnemers gerichte zoekmedia als Biblio en rec.arts.book.marketplace. Ook niet-leden van het nan kunnen zich op Antiqbook abonneren. Handelaren betalen f30,- per jaar, maar voor particulieren is het abonnement gratis. Antiqbook heeft momenteel 170 abonnees, waarvan een vijftigtal uit Nederland. Onder hen zijn particuliere verzamelaars, handelaren en bibliotheken. De bibliotheek van de Rijksuniversiteit Limburg heeft bijvoorbeeld onlangs een zoeklijst van 200 titels ingediend.
Omdat een mailing list een vluchtig medium is, werkt het nan ook met een meer permanente zoeklijst op een vaste Web-pagina. Wesselman: ‘De gezochte titels zullen eerst via e-mail onder de nan-leden worden verspreid. Levert dat niets op, dan plaatsen we de oproep op de Web-pagina van gezochte boeken.’
Piet Wesselman (rechts) en David Meesters (links), de Webmasters van het nan (foto auteur).
| |
| |
Medio april zijn de Nederlandse antiquaren via een mailing uitgenodigd om lid te worden van het nan. Een tiental leden heeft zich tot nu toe (eind april) aangemeld. Die kleine Gideonsbende zal andere
Elektronisch formulier voor zoekopdracht aan nan-antiquaren.
Zoekbericht in Antiqbook.
collega's over de streep moeten trekken door duidelijk te maken wat Internet de antiquaar te bieden heeft en waarom een collectieve aanpak de voorkeur verdient boven een individuele. Geen geringe opga- | |
| |
ve, te meer omdat het antiquariaat typisch een branche van Einzelgänger is.
Een aansluiting op Internet vergt voor de antiquariaten geen grote investeringen - althans wanneer ze reeds in het bezit zijn van een pc - en scheelt flink in de fax- en telefoonkosten, om nog maar te zwijgen van de cataloguskosten: door een catalogus op Internet te zetten wordt bespaard op druk- en portokosten. Voor internationaal georiënteerde antiquariaten is Internet welhaast een must, nog afgezien van deze kostenbesparingen. Bibliotheken, hun belangrijkste klanten, behoren tot de voortrekkers van het nieuwe medium en Internet brengt hen ook in contact met nieuwe afnemers en aanbieders. Meesters: ‘Door Internet zijn mijn klantenkring én mijn inkoop verdubbeld.’
Gezien het grote aantal antiquarische winkels ziet het er niet naar uit dat de boekenverzending per post binnen Nederland door de introductie van Internet een even grote impuls zal krijgen als in de vs. Toch valt er wel een gunstig effect voor de binnenlandse markt te verwachten, onder andere waar het de opsporing van gezochte titels betreft. Die belooft er dankzij Internet een stuk gemakkelijker en efficiënter op te worden.
De boekenrubrieken met betaalde advertenties in gedrukte media lijden zoals gezegd een kwijnend bestaan, niet alleen door de financiële drempel maar ook door de rompslomp die het plaatsen van een advertentie met zich meebrengt. Bij Antiqbook en de desideratalijst van het nan op het Web blijven die problemen achterwege: het medium is gratis (althans voor particulieren) en het benodigde e-mailtje kan op elk gewenst moment en zonder noemenswaardige moeite worden verzonden.
Als het nan erin slaagt veel antiquaren aan zich te binden die bereid en in staat zijn om in een database een groot deel van hun voorraad collectief te presenteren, zou het een prachtig medium voor de bemiddeling tussen vraag en aanbod kunnen worden. Het nan is overigens niet van plan
nan-antiquaar adverteert in NRC met elektronische catalogus: ‘Alleen op Internet’.
zich als boekenzoekdienst te profileren; het via Internet opsporen van titels buiten de eigen kring past niet binnen de doelstelling van de stichting.
De discussie over het toekomstperspectief van Internet wordt voor een belangrijk deel beheerst door de vraag of dit nieuwe informatie- en communicatiemedium op afzienbare termijn binnen het bereik van een groot publiek zal komen. De kansen op een relatief snelle popularisering van Internet hier te lande lijken gunstig. Mondiaal gezien is Nederland op dit moment al opmerkelijk Internet-minded. In de zomer van 1995 waren ruim 135.000 Nederlandse computers op Internet-aangesloten, tegen 24.000 Belgische en 160.000 Japanse.
De Nederlandse openbare bibliotheken zijn druk doende om op korte termijn publieke Internet-terminals te installeren. Voor de toegang tot Internet moeten particuliere pc-bezitters nu nog betalen, maar volgens Wesselman gaat dat veranderen: ‘De prijzen van de access providers dalen steeds verder. Het ziet er naar uit dat Internet in de toekomst gratis wordt voor particulieren. Bedrijven hebben daar belang bij en zullen daarom de kosten voor hun rekening nemen. Die zijn trouwens laag.’
Veel Nederlandse antiquariaten gebruiken de pc al voor hun boekhouding, voorraadadministratie en samenstelling van catalogi. In feite zijn ze klaar om de digitale snelweg op te gaan, maar het zal nog wel een paar jaar duren voor de meeste dat ook willen, durven en doen.
| |
Internet-adressen
• | Book Lovers http://www.xs4all.nl/~pwessel/ |
• | ABN http://www.antiquarian.com |
• | NAN http://www.xs4all.nl/~nan/ |
• | mailing list Antiqbook nan@antiqbook.nl |
• | Virtual Bookshop http://www.bookshop.com |
• | Biblio, web site http://www.auldbooks.com |
• | Biblio, mailing list majordomo@smartlink.net |
• | newsgroup Books Marketplace:rec. arts.books.marketplace |
|
|