| |
Berichten
Bilderdijkiana
In 1906 werd in het Stedelijk Museum te Amsterdam een tentoonstelling ingericht ter gelegenheid van de 150ste geboortedag van Willem Bilderdijk (1756-1831). Onder leiding van A.W.G. van Riemsdijk werd geprobeerd om na afloop van de tentoonstelling te komen tot vorming van een permanente collectie. Dit lukte en al in 1907 kwam de Vereeniging ‘Het Bilderdijk-Museum’ tot stand, die zou gaan proberen stukken over Bilderdijk uit particulier bezit te verwerven en in het Stedelijk Museum tentoon te stellen. Twee grote bruikleengevers van de tentoonstelling in 1906 waren F. Leeflang en J.F.M. Sterck. De collectie Leeflang was te koop, maar bleek te duur voor het kleine museum. Na de dood van Leeflang kon deze echter op een veiling wel voor een redelijk bedrag gekocht worden.
Sterck, die eerst zijn collectie in bruikleen had gegeven, trok deze weer terug toen de huisvesting in het Stedelijk Museum steeds slechter bleek te worden. In 1930 bood de Vrije Universiteit huisvesting aan de collectie en in 1931 werd in het pand Keizersgracht 164 het Museum weer geopend. De collectie Sterck kon nu ook worden gekocht. De interesse voor Bilderdijk bleek echter gering en het aantal leden van de vereniging kwam in de jaren '30 niet boven de 35. Dit zou in de volgende decennia langzaam groeien tot een aantal van 200 leden thans. Inmiddels was in 1956 een gedenksteen aangebracht en een succesvolle tentoonstelling gehouden, beide ter gelegenheid van Bilderdijks 200ste geboortedag. Recentelijk werd de verzameling opnieuw ingericht in het gebouw van de Vrije Universiteit te Amsterdam, naast de studiezaal van de afdeling Handschriften en Oude Drukken van de bibliotheek van de vu.
In 1987 verzorgde de secretaris van de Vereniging, M. van Hattum, een inventaris van de handschriften. In 1994 volgde een, onder leiding van W. Heijting samengestelde, inventaris van de gedrukte werken. Het geheel werd, eveneens in 1994, afgesloten met een fraai verzorgde catalogus van de kunstvoorwerpen door de kunsthistoricus Ton Geerts, die een studie voorbereidt over de rol en betekenis van Bilderdijk als boekillustrator.
Over dit laatste boek nog een enkele opmerking. Na een interessante inleiding volgen catalogi van de portretten van Bilderdijk, van portretten van andere leden van de families Bilderdijk en Schweickhardt (Bilderdijks echt- | |
| |
genote), van eigenhandige tekeningen en schetsen van Bilderdijk en van werken van andere kunstenaars met betrekking tot Bilderdijk. Duidelijk blijkt de rijkdom van de collectie, maar ook hoeveel interessante aspecten Willem Bilderdijk in zich verenigde. Voor de cultuurgeschiedenis van ons land in de achttiende en negentiende eeuw vormt hij een belangrijke schakel. Lezing van deze drie publikaties en een bezoek aan het Museum in de vu heeft mij doen besluiten om mij ook onder de 200 leden van de vereniging te scharen. Dit kost slechts f20,- per jaar en als welkomstgeschenk ontvangt men een complete set van de gedrukte jaarverslagen sedert 1984 met onder meer de teksten van de, veelal interessante voordrachten op de jaarlijkse bijeenkomsten.
Ton Geerts, Het Bilderdijk-Museum, Catalogus van Kunstvoorwerpen, Leiden (Primavera Pers) 1994, 175 p., geïll.
Catalogus van de gedrukte werken aanwezig in de collectie van het Bilderdijk-Museum gevestigd te Amsterdam, Amsterdam (Bilderdijk-Museum, Vrije Universiteit) 1994, 159 p.
M. van Hattum, Inventaris van de handschriften, aanwezig in de collectie van het Bilderdijk-Museum gevestigd te Amsterdam, Amsterdam (Bilderdijk-Museum, Vrije Universiteit) (1987).
Het boek van Geerts is te koop in de boekhandel (f39,50), kan ook worden afgehaald bij de Bibliotheek van de vu (f30,-) en wordt toegezonden na overmaking van f36,50 op de Postbank-rekening 367063 t.n.v. Het Bilderdijk-Museum te Leiden. De Catalogus gedrukte werken is te koop bij de Afdeling Oude Drukken van de Bibliotheek van de vu à f20,- (adres: De Boelelaan 1103, 1081 HV Amsterdam).
De Inventaris handschriften wordt toegezonden na storting van f15,- op Postbank rekening nr 3084288 t.n.v. M. van Hattum te Amstelveen. Opgaven lidmaatschap door storting van f20,- op Postbank-rekening 367063 van het Bilderdijk-Museum.
A. G. van der Steur
| |
Penguin
Het is nog geen mode, maar soms zie je 'm wel eens voor je ogen opdoemen: in de rij voor de kassa, in de tram of bus of zomaar voor je uitlopend in een winkelstraat. De welgevormde rug gehuld in een T-shirt met de tekst ‘The paperback’.
Leuk gevonden, van uitgeverij Penguin die dit jaar een jubileum viert.
Het is in 1995 60 jaar geleden dat Penguin met de introductie van haar niet-gebonden maar gebrocheerde boeken in klein formaat een revolutie verzoorzaakte in uitgeversland. Alles is betrekkelijk, want Penguin mag dan wel wereldwijd het bekendste zijn, zij was zeker niet de eerste die met ‘pockets’ op de markt kwam. Die eer is aan de Duitse uitgever van de Albatross-reeks voorbehouden, en ook de Nederlandse Salamanderboeken waren er al in 1934. Een kniesoor die daarop let, want voor elke pocketliefhebber is het in 1995 feest.
Behalve het T-shirt (f14,95), zijn er nog wat vrolijke pocketparafernalia te scoren. Een Penguin-speelgoedautootje (f12,50), een Penguinkaartspel (f7,95), een elegant doosje waarin A collection of stories in zwart/oranje bekleding (f50,40), en een jubileumboek Penguin Portrait. Allen Lane and the Penguin editors 1935-1970, samengesteld door Steve Hare (f37,80). Aan de hand van het archief is Steve Hare veel wetenswaardigheden over belangrijke Penguin-auteurs, -redacteuren en hun uitgaven op het spoor gekomen. Hoofdstukken over George Orwell, Noel Carrington en Dorothy Sayers worden afgewisseld met foto's van direkt-betrokkenen, foto's waar de Lucy Ball-vijftigerjaren sfeer van afdruipt.
Maar het meest interessante van de jubileumviering is toch wel de introductie van wat wellicht - l' histoire se répète - ook weer
| |
| |
een omwenteling genoemd mag worden: het liliputterboek. Er zijn voor de gelegenheid 60 van deze mini-boekjes (14 × 11 cm) op de markt gebracht, voor de prijs van 60 pence (f1,55). Ze zijn ook in Nederland te koop. De inhoud van deze reeks is zeer gevarieerd maar in ieder geval niet onbenullig. Er zitten fragmenten in uit het werk van Camilla Paglia, sprookjes van Andersen, enkele verhalen van Martin Amis en een selectie uit de Meditations van Marcus Aurelius, om maar wat voorbeelden te geven. Voor een complete roman is de omvang van nog geen 100 bladzijden natuurlijk niet toereikend. Toch slaan ze in als een bom. Volgens een artikel uit de Wall Street Journal (op 22 september ook in NRC gepubliceerd) gingen er in Engeland kort na de introductie al 800.000 exemplaren over de toonbank, en in sommige Londense boekwinkels behoren ze tot de best verkochte titels. Inmiddels heeft dit succes enkele uitgeverijen in Frankrijk en Spanje op hetzelfde idee gebracht. De liliputters zijn de pockets van de toekomst, en Penguin neemt alweer het voortouw, aldus de Wall Street Journal. Maar laten we wel wezen, de rol van Penguin is wederom betrekkelijk. In Nederland waren al in 1994 de Vertellingen voor één nacht op de markt, boekjes van soortgelijke omvang. Deze boekjes bevatten korte verhalen van onder anderen Oek de Jong, Jan Wolkers en Roald Dahl. Ze werden uitgegeven door Meulenhoff voor een prijs van f5,- per boekje.
Doemdenkers geloven dat het succes van de mini-boekjes een teken aan de wand is: het is gedaan met de leescultuur. De consument kan zijn concentratie niet langer dan 100 bladzijden vasthouden. Optimisten zijn opgetogen omdat de liliputterreeks een hoog literair gehalte heeft. Anderen denken dat het met de ‘revolutie’ niet zo'n vaart loopt, dat de consument gewoon, als altijd, op koopjes uit is en voor de verandering Freud en Tsjechov probeert omdat hij zich voor 60 pence toch geen buil kan vallen.
Lisa Kuitert
| |
Schatten uit de Bibliotheek van de Vereeniging
Op 11 augustus 1845 werd op initiatief van de boekhandelaren J.L.C. Jacob en Frederik Muller de Bibliotheek van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels opgericht. In deze bibliotheek zou elke boekhandelaar de mogelijkheid hebben om zich meer in het vak te verdiepen en zijn vakkennis uit te breiden. De bibliotheek van de inmiddels Koninklijke Vereeniging, gevestigd in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, bestaat dit jaar 150 jaar. In die 150 jaar is zij uitgegroeid tot een goudmijn voor boekwetenschappers en voor de beoefenaren van het boekenvak in al zijn geledingen.
Begon de bibliotheek met de doubletten uit de privébibliotheek van Jacob en met de bibliografische werken en catalogi uit de privébibliotheek van Muller, in de anderhalve eeuw dat zij nu bestaat, is de collectie boeken en documentatie op het gebied van het boek fors uitgebreid. De Nederlandse boekhandelsgeschiedenis blijft voor het nageslacht bewaard, dankzij de verwerving van interessante archieven van boekhandelaars en uitgevers. Neem bijvoorbeeld het archief van S. & J. Luchtmans, de voorlopers van Brill, of wat moderner, het archief van de literaire agenten Prins & Prins, die in de jaren '50 van deze eeuw vanuit Amsterdam opereerden. Ook allerhande los materiaal van of over boekhandels en uitgeverijen in Nederland wordt in de collectie van de bibliotheek opgenomen. Brieven, kranteknipsels, prospectussen, foto's, circulaires, kwitanties, oorkondes en realia vinden een plaatsje in het Prospectussen- en Personalia-archief.
Het jubileum van de bibliotheek was voor de bibliothecaresse, Marja Keyser en Hans Enens, lid van de bibliotheekcommissie, reden om eens te gaan spitten in de magazijnen en de archieven. Want niet alleen in de KB is het vol van schatten. 24 schatten uit de Bibliotheek van de Vereeniging zijn geselecteerd om als ansichtkaart een tweede leven te gaan leiden. Dat heeft geresulteerd in vier mapjes met telkens zes ansichtkaarten, die voor de boekenliefhebber niet te versmaden zijn.
Mapje 1, getiteld Feesten van het jaar, bevat een zestal prentbriefkaarten naar aquarellen van Karel Frederik Bensdorp, afkomstig uit het archief van de Amsterdamse boekverkopers Ten Brink & de Vries (1736-1814). Mapje 4 bestaat uit zes kaarten met daarop affiches van de Stichting cpnb. De mapjes 2 en 3 zijn het meest verrassend. Zij bevatten bijzonderheden uit allerlei kleinere archiefjes: wat te denken van de prospectus van de run op de boekhandel in 1925 naar aanleiding van het verschijnen van het boek van Agnes Günther, De heilige en haar nar uit het archief van Blank-
| |
| |
aardt & Schoonhoven te Rijswijk? Of van de kopergravure van het interieur van de boekhandel van Hermanus de Wit uit 1763 (voorplaat in 1989-1990 van De Boekenwereld)? En dan het omslag van het programmaboekje van het cabaret Het Lachende Boek uit 1915!
De mapjes met ansichtkaarten, gedrukt door Drukkerij Walburgdruk te Zutphen, zijn verkrijgbaar in de boekhandel à f7,50 per stuk. De opbrengst zal ten goede komen aan het bibliotheekfonds. Bestelgegevens: isbn 9070000679 (mapje 1); 9070000687 (mapje 2); 9070000695 (mapje 3) en 9070000709 (mapje 4). De mapjes zijn tevens te koop in de tentoonstellingszaal van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam.
Overigens, mapje 3 bevat een kaart van de Humoristische scheurkalender, uitgegeven door G. Theod. Bom te Amsterdam, zo rond 1880. De kalender is gedateerd op 1 januari (zie ill.). Zocht ú toevallig nog originele nieuwjaarskaartjes voor 1996?
Ingeborg Verheul
| |
Koninklijke Bibliotheek verwerft zeldzame Boutens-uitgave
Onlangs verwierf de Koninklijke Bibliotheek een exemplaar van wat wel het zeldzaamste boek uit de Nederlandse letterkunde van de twintigste eeuw genoemd wordt, de dichtbundel Naenia van P.C. Boutens. De dichter schreef deze verzen als een rouwbeklag bij de plotselinge dood van jonkheer Willem Tets van Goudriaan (1885-1900). In 1903 werd het boek in opdracht van Boutens gedrukt door Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem in slechts twaalf exemplaren. De vermaarde bibliofiele drukker en uitgever A.A.M. Stols noemde dit boek ‘voor de periode van de herleving onzer drukkunst even typeerend [...] als b.v. Kunst en Samenleving of de door S.H. de Roos verzorgde uitgaaf van Kunst en maatschappij’. Van het boek was tot nu toe slechts één exemplaar in een bibliotheek in Nederland bekend, dat bovendien veel minder fraai is dan het exemplaar dat de KB thans heeft verworven. In dit exemplaar zijn de beginletters van de
| |
| |
Geen gas (november 1944). Ets, Atlas van Stolk, Rotterdam.
gedichten uitvoerig met de hand in meer kleuren ‘vercierd’ door de schilder Jan Toorop en door hem gesigneerd. Het boek is gebonden in perkament en verkeert in onberispelijke staat. Het is vrijwel zeker het exemplaar van Boutens zelf geweest. Hij heeft het op deze manier, uitvoeriger dan de andere exemplaren, door Toorop eigenhandig laten verfraaien. Later gaf Boutens dit exemplaar ten geschenke aan zijn vriend en levensgezel Cornelis van Duyvenbode.
De KB kreeg het boek ten geschenke van haar Vereniging Vrienden der Koninklijke Bibliotheek. Het werd verworven door bemiddeling van de Utrechtse antiquaar André Swertz. Het boek vormt een belangrijke aanwinst voor de KB. Het was al jaren een grote wens dit boek aan de zo rijke verzameling Nederlandse letterkunde toe te voegen. Bovendien past het zeer goed in de grote collectie bibliofiele uitgaven van de KB. Tenslotte bevindt zich in de handschriftencollectie van de KB ook het archief van Toorop, waarin veel materiaal over zijn activiteiten als illustrator en bandontwerper aanwezig is.
| |
Ongeïdentificeerde etsen
Op de tentoonstelling Het dagelijks leven 1940-1950, die nog tot 14 januari te zien is bij de Atlas van Stolk te Rotterdam, is onder meer bijgaande ets Geen gas te zien. De ets is gedateerd november 1944 en maakt deel uit van een reeks van vier. Bij de voorbereiding van de tentoonstelling bleek het niet mogelijk de identiteit van de maker van deze etsen te achterhalen. De signatuur is de conservatoren van de Atlas van Stolk onbekend. Men zou echter graag de naam van de etser kennen. Nadere inlichtingen worden ingewacht door Carl Nix, Atlas van Stolk, Korte Hoogstraat 31, 3011 GK Rotterdam, tel. 010-2176724.
| |
Negentiende-eeuwse boekillustraties
Zoals elk jaar belooft ook nu weer het Kerstnummer Grafisch Nederland 1995 een opmerkelijke uitgave te worden. Het jaarlijkse visitekaartje van de grafische industrie is dit jaar gewijd aan De techniek van de Nederlandse boekillustratie in de 19e eeuw. Enkele voorbeelden van oude en opmerkelijke grafische technieken die in het Kerstnummer worden beschreven zijn de Physiantotypie, de reliëfgravure, de anastatische procédés, de lichtdruk en de Woodburytypie. De Physiantotypie was indertijd dé manier om bladeren, textiel en dergelijke te reproduceren, terwijl de reliëfgravure werd gebruikt voor de reproduktie van onder andere munten, en zulks met uitzonderlijk goede resultaten. Anastatische procédés werden toegepast voor de nauwkeurige reproduktie van bestaand drukwerk en maakten het mogelijk een origineel in één bewerking op de drukplaat over te zetten. De kwaliteit van de lichtdruk en de Woodburytypie zijn nooit geëvenaard en vormen nog steeds een uitdaging voor de ontwikkeling van hedendaagse grafische technieken.
De techniek van de Nederlandse boekillustratie in de 19e eeuw beoogt een boek voor een groot publiek te zijn. Het gaat namelijk ook over ontdekkingen en uitvindingen, over inspannende speurtochten naar oplossingen en verbeteringen, over grote veranderingen in het grafisch bedrijf en de maatschappij en over de - nog immer voortdurende - ontwikkeling van de grafische communicatie. Het Kerstnummer Grafisch Nederland 1995 wordt vormgegeven door Hans Bockting en Wil de l'Ecluse van bureau UNA in Amsterdam, bevat enkele honderden illustraties en is in vijf kleuren gedrukt. De samenstelling en redactie van dit boek waren in handen van Ad Stijnman, Kees Thomassen, Clemens de Wolf en Johan de Zoete, leden van de Werkgroep Dr. N.G. van Huffel.
Bestelling van deze uitgave is mogelijk door overmaking van f89,00 op ING Bank-rekening 69.73.36.506, ten name van KVGO Publikaties, Amstelveen, onder vermelding van ‘Boekillustraties’ (het gironummer van de bank is 2922).
|
|