De Boekenwereld. Jaargang 12
(1995-1996)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
Lotgevallen van enkele ABC-boekjes
| |
[pagina 32]
| |
een editie uit 1781 staat voorin met potlood genoteerd: ‘Found in the steeple of the Late Dutch Reformed Church corner Fulton and William[?] at New York’.Ga naar eind5. Het zou ons niet verbazen wanneer er nog eens een Haneboek in Zuid-Afrika opduikt. In elk geval hebben uitgevers op veel plaatsen het Haneboek opnieuw uitgegeven, zoals in Amsterdam, Delft, Deventer, Haarlem, Kampen, Leiden, Middelburg, Nijmegen, Reenseveen, Rotterdam, Utrecht, Zierikzee en Zutphen. Jan de Lange in Deventer, bekend als uitgever van kinderprenten, heeft het zelfs in de negentiende eeuw tussen 1825 en 1862 nog negen maal herdrukt.Ga naar eind6. | |
ABC Voor-letterboek, circa 1725Een van de meest summiere typografische schrijfboeken komt uit Zeeland, te weten het Nederlandtsche ABC Ofte Voor-letterboek, zonder jaar.Ga naar eind7. Het is uitgegeven door de stadsdrukker Simon Clement in Middelburg, die ook voor de VOC drukte (1722-1727). Het fraai gegraveerde titelblad is omzoomd door een ellipsvormige rand, waarin de spreuk ‘Nae Christi leere t'onsteken licht Setmen onder een Koornmaet maer De koster stelt het voor u gesicht Om te lichten op den kandelaer’. Op de keerzijde van het titelblad lezen we het volgende rijm: ‘Wie wil leeren Schryven met vlyd, die houd de Penne tot aller tyd Gelyk hem des' Figuur wijst aan, Zoo zal het Schryven beter gaan’. Daaronder staat een rechterhand afgebeeld met een pen, die zojuist de letters ABC heeft geschreven. Verder vindt men in dit klein octavo-boekje, evenals in de typografische schrijfboeken uit de zestiende eeuw, een ABC met op iedere bladzijde een grote gegraveerde sierletter. Er zijn er 24 in totaal, afwisselend in rood en zwart gedrukt. Ze staan op 23 bladzijden, want de letters J en
Zeeuws typografisch schrijfboek, ca. 1725 (collectie auteur).
U ontbreken en de Z staat op de keerzijde van het laatste blad, dat met het titelblad het enige geheel bedrukte blad is. Naast de hoofdletter Z staat het opschrift 't Lof der PENNE: ‘'k Zal u wat te raden geven,
Wat is taayer als het Was?
En nogtans en wil 't niet kleven:
't Is ook klaar by na als Glas;
Nu is 't laag dan hoog verheven,
't Wast op 't Land en in de Zee,
En syn Name werd geschreven,
Door een ENNE met een P.’
In de ‘penne’ die voorin staat afgebeeld, heeft de eigenaresse haar naam geschreven. Maria Zuurmont blijkt methodisch tewerk te zijn gegaan. Opvallend is, dat ze onder elke gedrukte hoofdletter met inkt die letter heeft overgeschreven. Voorts heeft elke bladzijde die ze beschreef zes regels, met de gebruikelijke citaten uit de bijbel en de klassieke schrijvers. Ze heeft verder iedere bladzijde gedateerd, waaruit te concluderen is, dat ze het boekje van A tot X - in die volgorde dus - heeft volgeschreven (de letter Y is leeg gebleven, de Z was voor het gedrukte gedichtje). Haar vroegste datering is van 8 september 1725 en de laatste van 6 november 1728. In het laatste kwartaal van 1725 schreef ze vier letters vol, in de volgende drie jaar zes letters per jaar. Het boekje is qua opzet te vergelijken met een vroege Zeeuwse voorganger, het ABC Capitael Voor-Letter-Boeck, dat Jacobus de Later in 1665 te Middelburg had uitgegeven. Daarin komt van Daniel van Beke het gedicht Den Lof Der Pennen voor, in AB-vorm.Ga naar eind8. Minder summier en veel beter bekend is Materi-boecxken oft voorschriften seer bequaem voor de joncheyt om wel te leren lesen, schrijven, ende een aenporringe tot alle deuchden, dat vanaf het begin der zeventiende eeuw bijna 200 jaar in druk was bij Deventer en Utrechtse drukkers.Ga naar eind9. In het midden van de negentiende eeuw maakten uitgevers van schoolboeken het de kinderen gemakkelijk met schrijfvoorbeelden van letters in gotisch, cursief en romeins schrift, met een centrale illustratie. Op het titelblad staat gedrukt Schrijfboek van..., met daaronder een voorstelling uit het dierenleven, waaromheen letters van verschillende soort.Ga naar eind10. | |
[pagina 33]
| |
Schrijfboekschrift, ca. 1860 (collectie auteur).
| |
Ezelachtige ABC-boekjesDieren zijn natuurlijk zeer gewild bij kinderen van alle leeftijden. Het thema dier is dan ook regelmatig onderwerp van ABC-boeken. ABC-boekjes uit de negentiende eeuw zijn niet altijd van vaderlandse bodem en het is daarom jammer, dat men zelden geïnformeerd wordt of het om een vertaling gaat. Soms is het vrij duidelijk, als men bijvoorbeeld bij de letter Q de quagga afbeeldt - thans uitgestorven - of bij de Y de yak (knorbuffel) en voor de U een viervoetig beest moeizaam een dikke boomtak ziet beklimmen, waaronder staat ‘ursine-beer’. Dat alles en meer is te zien in ABC uit het Dierenrijk, uitgegeven bij de commercieel zeer actieve Rotterdamse uitgever D. Bolle, rond 1880. In enkele andere vertaalde ABC-boekjes wordt het doel voorbijgeschoten, wanneer de uitgever de dieren met bijbehorende letter domweg laat staan! Zoals bijvoorbeeld
ABC van landen en volken, 1902 (collectie auteur).
ABC van landen en volken, 1902 (collectie auteur).
in het Haarlemse Letters, Dieren en Verhaaltjes, dat I. de Haan circa 1880 uitgaf. Al op pagina één is de verwarring compleet: we zien onder elkaar afgebeeld een adelaar, een ram, een eend en een dromedaris. Een talenkenner zou zeggen, dat het boekje uit Frankrijk gehaald is: aiglon, bélier, canard en dromadaire. In elk geval is zo'n ABC-boekje voor kinderen waardeloos. Er zijn nog meer van zulke voorbeelden te noemen, maar ik beperk me tot J. Vlieger, Dieren ABC, circa 1890. Het plaatje ‘Nn Nannie mijn Geitje’ en ‘Oo oolijke struis’ staat namelijk afgebeeld in Hoe men het ABC begeerde en leerde (1946) van E. Tierie-Hogerzeil: ‘Bekijk eens Dieren ABC. Is dat nu de oolijke struis? Men speurt niets van beestjes olijkheid. Hij staat op hoge poten als 'n suffert voor zich uit te staren. En het plaatje daarboven Nannie mijn geitje heeft geen greintje van het leuk springende geitje in een geurig weitje. Zoals hierboven reeds gezegd wilden de ABC-boekjes het | |
[pagina 34]
| |
kind niet alleen de letters leren...’ Jawel, maar het is een beetje anders dan hier door Tierie-Hogerzeil gesteld wordt. Het gaat waarschijnlijk om een Engels dieren-ABC, dat Vlieger liet bewerken: het geitje heet niet Nannie, maar het Engelse plaatje laat een nanny-goat zien. De struisvogel is niet olijk, maar zijn Engelse naam is ostrich. Vlieger zat daar echter niet mee. Kijk eens naar zijn ABC van Landen en Volken (1902): groeien in Utrecht of in Uruguay soms palmbomen en wordt in IJsland een kathedraal een kasteel? Gelukkig zijn her en der ook echt educatieve ABC-boekjes uitgegeven. | |
Educatieve ABC-boekjesGallery der Menschen. Een leesboek voor de jeugd en meerbejaarden werd uitgegeven door H.C.A. Thieme te Zutphen in 1803. Het is een bewerking van Gallerie der Menschen, waarin bijzonderheden uit de aardrijkskunde, geschiedenis en zedekunde worden opgedist van ‘verschillende wereldbewooners’. Het werk is alfabetisch ingericht en heeft negen gekleurde gravures van militairen, nationaliteiten en diverse beroepen. De tekst loopt van de letter A tot en met F. In 1804 volgde een tweede deel met de letter G tot en met L. Ook hierin staan negen gekleurde plaatjes, die steeds twee tot vier personen te zien geven. In totaal staan 52 personen afgebeeld op achttien plaatjes. In Leiden verscheen in 1811 Leerzaam Mengelwerk voor de jeugd, bevattende eene verscheidenheid van onderwerpen, tot nut en vermaak der kinderen. P.H. Trap gaf het boekje uit met tien gekleurde plaatjes, waarop 40 afbeeldingen. De helft betreft flora en fauna, de rest gaat over allerlei onderwerpen, gerangschikt volgens het alfabet, bijvoorbeeld graan, haringvisserij, turf, muziek, het orgel en de vier levensfasen: kindsheid, jongelings- en middelbare jaren, ouderdom. Het is ongetwijfeld werk van een Nederlandse auteur. Het boekje had succes en werd in 1820 herdrukt. Omstreeks 1820 verscheen bij de Amsterdamse uitgever R.J. Berntrop een viertalig ABC-boek: Theodors Bilderbuch. Theodoors prentenboek. Galerie de Théodore. Gallery of Theodore. De titelpagina geeft te lezen dat er 24 ‘afgesette plaatjes’ in staan. Niettemin werd het boekje ook in de handel gebracht met ongekleurde afbeeldingen. Uit het voorwoord blijkt, dat de uitgever zich ervan bewust is, dat dit boekje ‘het eenige in zijne soort, in vier talen, is, en U
Theodor's Bilderbuch. De postbode (collectie auteur).
daardoor de gelegenheid verschaft, om, op eene aangename wijze, nog iets nuttigs te leeren, en uwe taalkennis uit te breiden’. Na vier soorten alfabetten wordt de rij geopend door Arlekin en gesloten door Zimmermann. Eerst de Duitse tekst, gevolgd door de Nederlandse, de Franse en de Engelse. Er worden tien militairen afgebeeld, inclusief een invalide soldaat en voor het overige treffen we alleen beroepen aan, zoals de bode, de schoorsteenveger, de slager, de matroos. In Deventer zien we bij A.J. van den Sigtenhorst - anno 1821 - verschijnen De kleine Natuurkenner: een nuttig leesboek tot uitbreiding van de kennis der natuur en der volken. Een geschenk voor de jeugd. Uit het Hoogduitsch. Uit het voorwoord blijkt, dat een en ander gerelativeerd wordt: ‘Het is zoo, de kennis, welke door het tegenwoordige boekje, en dergelijke, wordt medegedeeld, is oppervlakkig en onvolledig; maar, (om niet te zeggen, dat de jeugd voor eene sijstematische en grondige behandeling niet zeer geschikt is), er blijven toch van het gelezene, vooral wanneer het door afbeeldingen opgehelderd wordt, nuttige herinneringen over, en deze kunnen de kiem worden, waaruit in volgende jaren, de lust en begeerte naar een vollediger onderzoek voortspruit’. De Nederlandse tekst is verlucht met 24 platen waarop in totaal 89 afbeeldingen voorkomen, die allemaal ge- | |
[pagina 35]
| |
nummerd zijn. De bijschriften zijn in het Nederlands, het Duits, het Frans en het Engels, bijvoorbeeld bij afbeelding 1: De Struisvogel, der Strauss, l'Autriche en Ostrich en bij plaatje 5: Het Lam, das Lamm, l'Agneau, Lamb. Hier blijkt al onmiddellijk bij de eerste letter van het alfabet, dat er niet uit het ‘Hoogduitsch’ maar uit het Frans vertaald is. De verklaring voor de ‘leugen’ op de titelpagina zal wel zijn, dat er in die tijd een zeer anti-Franse stemming heerste, vooral na Napoleons verbanning naar Elba. Toch zien we op de plaatjes soms Franse militairen afgebeeld, doch ook kozakken en soldaten in Zweeds uniform, voorts Japanners, Patagoniërs, Turken, IJslanders, Kirgiezen, Eskimos en Joden. Op elk plaatje staat ook een dier. Het boekje kostte ingekleurd f 2,50, of ongekleurd f 1,14. Twee jaar later verschijnt in Den Haag bij de Weduwe J. Allart en Comp. Het Nederlandsche AB-Boek; behelzende in het kort voor de jeugd alle de voornaamste merkwaardigheden onzes vaderlands, van deszelfs opkomst af tot heden toe. Dit boek bevat 350 pagina's en zes gegraveerde platen, waarop 24 afbeeldingen staan (de Q en X ontbreken). We zien gezichten van Nederlandse steden, schepen, havens, industrieën, een drukkerij, de vergadering van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, beroemde Nederlanders zoals Willem van Oranje, Johan van Oldenbarneveld, Michiel Adriaensz. de Ruyter enzovoort. Er is zelfs een uitvouwbaar kaartje van het Koninkrijk der Nederlanden bijgevoegd. Het boek is opgedragen aan drie zonen van Koning Willem II. Uit de intekenlijst blijkt, dat er voor meer dan 600 exemplaren was ingeschreven. Het boek voorzag blijkbaar in een behoefte, want een tweede oplage
Eerste uitgave van A is een Aapje, 1836 (collectie auteur).
werd verzorgd door de Dordrechtse uitgeverij Blussé en Van Braam. Van bescheidener opzet getuigt de uitgave door de Erven F. Bohn uit Haarlem, die in 1833 uitbrachten Vaderlandsch A.B. Boek, of trekken en merkwaardigheden uit de vaderlandsche geschiedenis. Ook dit boekje is in alfabetische volgorde gerangschikt. Er staan 24 handgekleurde afbeeldingen op twaalf steendrukjes. Het is een klein boekje van 48 pagina's tekst, waarvan ook een tweede druk bekend is. Daarmee hebben we het laatste ABC-boekje genoemd dat als informatief tekstboek uitgegeven werd, waarbij afbeeldingen slechts een ondergeschikte rol spelen. Het zijn dan ook uitzonderingen op de regel, want al vanaf het begin van de negentiende eeuw bevatten alle ABC-boekjes - doorgaans van geringe omvang - afbeeldingen met korte bijschriften. Ze zijn immers bestemd voor de kinderkamer en de klas en niet voor de huiskamer of het studeervertrek. Hoe populair deze prentenalfabetten waren blijkt uit het feit, dat er in de vorige eeuw meer dan 200 titels in dit genre uitkwamen! Een enkele daarvan leefde lang en gelukkig dank zij illustraties van befaamde illustratoren zoals Rie Cramers A is een aapje. Het boekje zelf stamt al uit de vorige eeuw. | |
A is een aapjeAnno 1836 verschijnt bij de Leidse uitgever D. Noothoven van Goor Nieuw ABÉ-Boekje voor lieve kinderen. Die titel werd meer gebruikt, onder andere door de schoolboeken-uitgever J. Oomkens in Groningen in 1823.Ga naar eind11. In het Leidse prenten-ABC-boekje zijn de eerste twee letters gebruikt voor Aapje en Bakker. Toevalligerwijze troffen we deze | |
[pagina 36]
| |
Luxe editie van A is een Aapje, ca. 1901 (collectie auteur).
eerste twee ook aan in Bilder ABC mit einige Leseübungen Gedenksprüchen und Gebeten für Kinder, Stralsund 1788. Daarin is elke letter afgebeeld door een houtgravure waaronder een distichon. Maar is het soms ook toevallig als D. Allart in Amsterdam (1855-1885?) uitkomt met een ABC-boekje getiteld A is een aapje? Het formaat is even klein als het ABÉ-Boekje uit Leiden en wie het vergelijkt, ziet dat meer dan de helft van de woorden is overgenomen. Dat prikkelt tot tegenactie, dus Noothoven van Goor laat nieuwe tekeningen op steen maken, in kleur gedrukt. Voorts staat er tegenover elke pagina met twee afbeeldingen tekst en de titel luidt nu Het van ouds gerenommeerde A is een Aapje (1869). De ondernemende Jan Vlieger, die in 1869 een uitgeverij begon, nam de rechten van het boekje over. Hij bracht een nieuwe editie uit onder dezelfde titel, met nauwkeurig gekopieerde chromolithografieën, terwijl de tekst opnieuw gezet werd. Het duurde niet lang of Vlieger beraamde een luxe-editie, die hij voor 1882 op de markt bracht in quarto-formaat: op zes pagina's werden elk vier nieuwe lithografieën gedrukt met tekst op de tegenover liggende pagina. In het midden van het boek een pagina met Arabische cijfers van 1 tot 0, een alfabet, Romeinse cijfers van I tot en met X en op het tegenoverliggende blad klinkers, een alfabet en medeklinkers (de letters Q en X ontbreken zoals gebruikelijk). Het geheel werd in lithografie verzorgd door de Firma L. Amand te Amsterdam. Daarenboven liet Vlieger omstreeks 1890 een goedkopere editie verschijnen in oblong octavo-formaat. Het boekje bevat kopieën naar de chromolitho's uit de quarto-editie, maar de achtergrond is hier geheel zwart. Het geheel kwam van de persen van Senefelder in Amsterdam. Het is pas aan het begin van deze eeuw, dat Vlieger een nieuwe editie uitbrengt onder de eenvoudige titel A is een aapje. Hiervoor heeft hij moderne prenten laten ontwerpen door P.J. van Geldorp. Het is weer een luxe editie in quarto-formaat, waarin ditmaal slechts twee letters per pagina worden afgebeeld: Charlotte drinkt nu in gezelschap van een vriendinnetje chocola en een dame die op straat drentelt, wordt dra gepasseerd door een automobiliste, terwijl een jongetje in matrozenpakje de letter D doorfietst. Tenslotte gaf Vlieger van dit boek in 1937 een herdruk uit in nieuwe spelling. Bij dezelfde uitgever verscheen nog een editie met nieuwe tekeningen van Louis Landré, waarin de afbeeldingen afwisselend in zwart-wit en kleur zijn afgedrukt. Maar in 1936 komt uitgeverij G.B. van Goor & Zonen in Den Haag met A is een aapje geïllustreerd door Rie Cramer en die uitgave zal vele malen herdrukt worden. Haar illustraties blijken ook in Duitsland aan te slaan.Ga naar eind12. En zo zal het aapje nog vele generaties blijven boeien. |
|