besteed aan de leesbaarheid van de romein en de cursief en aan het contrast tussen de trefwoorden en de beschrijvende teksten.
De opzoekbaarheid van betekenissen in m.n. grote woordenboeksartikelen wordt verhoogd doordat de betekenis nummers vet zijn afgedrukt.
Bij circa 30.000 trefwoorden (over het algemeen niet-samengestelde woorden) is de herkomst van het woord vermeld. Zo staat bij harakiri te lezen dat het uit het Japans stamt en is gevormd van hara (buik) + kiri (snijden); bij hart dat het verwant is met Latijns cor en Grieks kardia; bij havik dat het mogelijk dezelfde stam heeft als hebben en dat havik dus eigenlijk betekent ‘vogel die wegpakt’; dat kans uit het Picardisch cance is ontleend, dat zelf weer uit het Latijnse cadere (vallen [van de dobbelstenen]) is te verklaren; en dat reis behoort bij rijzen (opstaan, opbreken).
In deze uitgave is overgegaan tot het systematisch behandelen van voor- en achtervoegsels en van woorddelen waarmee volgens een vast patroon een onbeperkt aantal woorden te vormen is. Bij -boer worden zo alle ‘mogelijke’ samenstellingen beschreven zoals:
1. | groenteboer, melkboer, petroleumboer |
2. | platenboer, pornoboer, seksboer, sigarenboer |
3. | lesboer |
Nieuw in dit woordenboek is ook dat de vervoegde vormen van de sterke werkwoorden en de verbogen vormen van de voornaamwoorden als afzonderlijke ingang zijn opgenomen. Bij kwam staat vermeld dat dit de onvoltooid verleden tijd is van komen en bij hun dat dit de derde naamval is van het persoonlijk voornaamwoord zij.
Voorts zijn de bijvoeglijke naamwoorden van de meeste landennamen als hoofdingang vermeld. Bij zo'n bijvoeglijk naamwoord als bijvoorbeeld Monegaskisch is vermeld van welke landnaam het bijvoeglijk naamwoord is afgeleid (Monaco), hoe de bewoners van dat land heten (Monegasken) en wat de munteenheid is (Franse frank).
Tenslotte zijn er ± 13.000 nieuwe woorden, betekenissen en uitdrukkingen opgenomen in deze Van Dale. Het criterium voor opneming van nieuwe woorden, betekenissen en uitdrukkingen uit de algemene taal in Van Dale, is onveranderd gebleven. Een woord krijgt een plaats in Van Dale als het gedurende enige jaren regelmatig is aangetroffen in het taalgebruik van de spraakmakende gemeente: schrijvers, journalisten, radioen t.v.-makers, wetenschappers, politici, onderwijzend personeel, kunstenaars. Een paar voorbeelden: aaibaarheidsfactor, afvalgips, aidsremmer, brailletelefoon, broodje aap, camcorder, cannelloni, carpoolen, chemocar, chipkaart, cholesterolremmer, cijfercode, eetcafé, energiebewust, euthanasiepil, glasnost, invalidentoilet, legerleider, perestrojka, scharrelslager, sekstest, snelheidsheidsbegrenzer, sofinummer, stadsnomaden, telefoonkaart, vangsüimiet, verkeersinformatie.