wegwijzer. Van mij is het puur hobbyisme, maar ik geloof dat ik er wel in geslaagd ben het beste te vangen. Er is natuurlijk drukwerk waar je niet aan kan beginnen. Er zijn bij voorbeeld zo veel ladinglijsten en veilingbiljetten gedrukt, dat zijn eendagsvliegen. Ik heb er alleen een paar voorbeelden van genoemd, van plaatsen waar er veel te vinden zijn. Ik heb er ook nog aan gedacht om instructieboeken op te nemen waaruit het VOC-personeel het stuurmansvak leerde, zoals Gietemakers Het licht der Zeevaert. Maar inmiddels verscheen de bibliografie van het boekenbezit van Ernst Crone, dat zich nu in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam bevindt. Dat is zo precies gedaan, dat ik het niet nodig vond zelf nog eens het wiel te gaan uitvinden.’ Het woord ‘hobbyisme’ lijkt me een wat al te bescheiden, zelfs wat ongeloofwaardig understatement. Het boek heeft gezien de omvang, de aard der beschrijving, het aantrekken van Van der Krogt, wel degelijk (wetenschappelijke) pretentie en dus zal er van bevoegde zijde ongetwijfeld allerlei kritiek komen. Dat kan ook niet anders bij een eerste inventarisatie van zo'n omvangrijk onderwerp. Vaststaat dat Landwehr, als vaker in het verleden, een fascinerend stuk Nederlandse geschiedenis bibliografisch heeft ontsloten, waarvan G. Schilder aan het slot van zijn voorwoord zegt: ‘The work answers a need which was clearly feit and makes available both to national and international audiences information about the multifarious and complex organisation behind the VOC. This also means that on the in-ternational level, increasing use will be made of the very rich Dutch collections and libraries.’
Het mag een bijna wonderlijke coïncidentie genoemd worden, dat bijna tegelijk met de publicatie van Landwehr van de hand van mevrouw Katharine Smith Diehl verscheen Printers and printing in the East Indies to 1850. Volume I, Batavia. (A.D. Caratzas, 30 Church Street, P.O. Box 210, NewRochelle, N.Y. 10802, USA, $ 100; (XXVI) 425 p., illustraties, linnen). Het boek vormt het eerste deel van een in de uitgeversfolder aangekondigde ambitieuze negendelige reeks die blijkens een zinsnede van mevrouw Diehls voorwoord allemaal al geschreven zijn: Europeans and Ceylon, from 1505; Jesuits, Lutherans, and the printing press in South India; Bombay presidency and the printing press; Persian, Arabic, and Urdu printing in Bengal, from 1778; The press beyond Calcutta - North and East; Scholarship and education in Bengal; Four studies Madrasis, Armenians, words, music; A comprehensive and systematic bibliography (8.500 titles).
In tien hoofdstukken vormt dit eerste deel een prachtige socio-culturele geschiedenis van Nederlands Oost-Indië in de periode 1600-1850 aan de hand van daar gedrukte teksten. De hoofdstuktitels geven een goed beeld van de aard van het werk: ‘Batavia, seventeenth century: the beginnings; Batavia, eighteenth century: Stads Drukkery; Batavia, eighteenth century: Casteel's Drukkery, 1750-1809; VOC laws and regulations; The university community in Batavia; 's Compagnies Drukkery becomes Ter Lands Drukkery; The church: the things that are God's; Serials privately published in Batavia; The Dutch archipelago: printing outside Batavia; Recreation: its influences within the cities’. Er is dus geen sprake van een bibliografie, wel bevat het boek een enorm aantal titels, die alle met precieze beschrijvingen en overvloedig commentaar hun plaats toebedeeld krijgen in de loop van het betoog van mevrouw Diehl. Nauwkeurige vergelijking zal moeten leren in hoeverre Diehl titels geeft die bij Landwehr ontbreken. Een zeer vluchtige steekproef leverde in ieder geval één aanvulling op. Om een indruk te geven van de aanpak en stijl van Diehl is het misschien wel aardig de betreffende passage te citeren (p. 48): ‘The sixth and seventh decades of this century in Batavia were years of organizational work by people in charge of the VOC records. Somebody was trying to improve information retrieval - to use a twentieth-century phrase.
Model, I Waar na de positive or- / dres de respective buyten / comptoiren, nevens een /register daar op, /inge- / volge het besluyt van / den 17den September jongst- / leden, zullen by een ge- / bragt, en overgezon-/ den moeten werden. / [VOC seal] / Te Batavia, / [rule across page] /Gedruckt by 's Comps: Drucker C:C: Renhard. This folio is an innovation. The VOC fleur measures 88 × 113 mm. and bears a Company ship upheld by a male and a female figure - somewhat hazy due to heavy inking. The 21-leaf booklet has a title leaf, 6 printed leaves, and 14 leaves which represent alphabetical indexing procedure and how to use (and how to make) a thumb index. Ten “Bataviasche missive,” reprinted on the 6 text leaves, are indexed for quick reference under 14 of the 26 letters of the alphabet.
There is no way of knowing who was re-