De Boekenwereld. Jaargang 8
(1991-1992)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
MarginaliënA merchant's inspiratorGa naar eind1Toen John Parker mij in 1961 zijn boek Van Meteren's Virginia 1607-1612Ga naar eind2 ten geschenke gaf, voelde ik mij gevleid. Ik had juist de leiding op mij genomen van de - helaas inmiddels onnodig geliquideerde - antiquariaatsafdeling van Martinus Nijhoff in Den Haag. Ik was daar als jongste bediende in dienst gekomen in 1950, toen de heer H.E. Kern er nog de scepter zwaaide, iedereen nog verplicht was met een kroontjespen te schrijven en men elkaar nog veelal aansprak met ‘u’. Ook John Parker was voor mij ‘Mr. Parker’ en ‘You’ (met een hoofdletter) en dat bleef zo tot ik hem in Minneapolis in zijn heiligdom bezocht en inmiddels een eigen bedrijf opgericht had. Dat hij mij in het voorwoord van zijn boek bedankte voor enige bibliografische gegevens die ik hem had verschaft, vervulde mij met trots en blijdschap. Trots, omdat ik er een erkenning in zag van de betekenis die een antiquaar kan hebben voor een wetenschappelijk werker; blijdschap, omdat mij door deze hoofse geste ineens echt duidelijk werd, welke extra dimensie ik aan mijn loopbaan als antiquaar het liefst zou willen geven. Mr. Parker kwam éénmaal per jaar op bezoek. Aanvankelijk mocht ik alleen de expositie van de boeken die de heer Kern hem wilde tonen, helpen voorbereiden. Vanuit een belendend vertrek zag ik Mr. Parker aan de grote ronde tafel zitten en boek voor boek ter hand nemen en bekijken. Later, toen de heer Kern met pensioen was gegaan en ik hem als hoofd van de afdeling antiquariaat was opgevolgd, placht ik Mr. Parker samen met Hugo Brandt Corstius, de alom bekende en geliefde vertegenwoordiger van Martinus Nijhoff, te ontvangen. Het was in die jaren dat Van Meteren's Virginia verscheen, en het was in diezelfde tijd dat ik Mr. Parker beter leerde kennen en waarderen als een kundige en vooral aimabele koper. In die jaren ook begon hij de jaarlijkse publikatie van The Merchant's Explorer, een becommentarieerd relaas van de aankopen in het voorafgaande jaar gedaan door de lames Ford Bell Library van de University of Minnesota. Ik las die verslagen altijd ademloos. Ze deden mij denken aan de onvergetelijke Library Reports van de Folger Shakespeare Library (Washington D.C.), die vanaf 1948 tot ver in de jaren zestig uit de vaardige pen van Louis B. Wright vloeiden en die bij Nijhoff zo ongeveer verplichte literatuur waren. Zoals ik nu op mijn beurt The Merchant's Explorer aanbeveel aan mijn zoon en aan studenten van de Tiele Academie die ik jaarlijks een paar uur mag onderhouden over de handel in oude boeken. En hoe verheugde het mij als Mr. Parker in zijn jaarlijkse verslagen boeken besprak die ik hem had geleverd! Ik herinner me niet dat Mr. Parker ooit een prijs betwistte. Hij paarde aan een grote kooplust een oprecht respect voor de handelaar/verkoper. Hij bekeek, keurde, becommentarieerde de inhoud van de geschriften, vroeg soms over details mijn mening en maakte tenslotte zijn keuze. Nooit werd iets opzij geschoven met de mededeling, dat het ‘te duur’ zou zijn. Wellicht vond hij soms iets ‘te duur’ voor de hem beschikbare middelen, of voor het gewicht dat hij aan een bepaalde uitgave hechtte. Dan werd het betreffende stuk eenvoudig gevoegd bij de stapel boeken die niet voor aankoop in aanmerking kwamen. Deze respectvolle houding tegenover de verkoper heb ik altijd ervaren als een erkenning van en vertrouwen in diens oprechtheid en integriteit. Die houding heb ik altijd in hoge mate gewaardeerd en heeft er zeker toe bijgedragen dat bijzondere boeken die ik vond en waarvan ik mocht veronderstellen dat zij in de James Ford Bell Library zouden passen, steeds als eerste aan Mr. Parker werden aangeboden. Deze aanbiedingen werden altijd zeer prompt beantwoord, ook als van het aanbod geen gebruik werd gemaakt. Een hoffelijkheid die helaas niet overal en altijd even vanzelfsprekend meer is. Die grote nauwgezetheid in de omgang met antiquaren kenmerkt Mr. Parker niet alleen als een gentleman, maar ook als een bookhunter met psychologisch inzicht. Geen handelaar wil graag lang in het onzekere verkeren of een aanbod al of niet wordt aangenomen. En Mr. Parkers zorgvuldigheid in het beantwoorden van aanbiedingen, waarbij hij dikwijls ook nog een leerzame motivatie van zijn beslissing voegde, leverde de University of Minnesota één van de zeldzaamste stukken op die ooit door mijn handen is gegaan. Dat dit stuk het eerst aan hem werd aangeboden en dankzij hem bij de Wilson Library (de centrale bibliotheek van de universiteit) terecht kwam, heeft veel te maken met het klimaat dat hij tussen ons had weten te scheppen. Ik was nog maar kort bij Nijhoff, toen de | |
[pagina 33]
| |
heer Kern mij eens voorhield, dat het zeldzaamste seriewerk dat men ooit op de Nederlandse markt zou kunnen vinden de Resolutiën en de Secrete Resolutiën van de Staten van Hollandt en Westvriesland is. Deze lijvige folianten begonnen te verschijnen in 1524 en bleven onafgebroken jaarlijks uitkomen tot het eind van de Republiek in 1796. Een complete reeks omvat 266 delen, inclusief de achttien delen voor de Secrete Resolutiën, die tussen 1653 en 1790 verschenen. De Resolutiën werden in een zeer kleine oplage gedrukt en waren uitsluitend bestemd voor de stemhebbende steden en een klein aantal hooggeplaatste personen. Er waren 57 steden in de Staten Generaal vertegenwoordigd. Veel hoger dan dit aantal is de oplage waarschijnlijk niet geweest. De Secrete Resolutiën waren slechts bestemd voor de permanente leden van de Staten Generaal en de oplage van die delen was dan ook nog aanmerkelijk kleiner, waarschijnlijk niet meer dan een twintigtal. ‘Al vind je ooit maar losse delen, koop ze!’ zo had de heer Kern mij voorgehouden. Op een dag, kort nadat de heer Kern, nog net geen tachtig, met pensioen was gegaan, werd ik in de toen nog bestaande winkelafdeling van Martinus Nijhoff geroepen, omdat er iemand was die oude boeken wilde verkopen. Op mijn vraag, wat de heer die mij begroette dan wel te koop had, kreeg ik ten antwoord: ‘De Resolutiën en de Secrete Resolutiën van de Staten van Hollandten Westvriesland.’ ‘Welke delen?’ vroeg ik. ‘Compleet’, was het antwoord. De heer bleek een vertegenwoordiger te zijn van één van de stemhebbende steden, waar men door de jaren steeds twee exemplaren van elk deel had ontvangen en bewaard. Waarom? Omdat men te ver van Den Haag verwijderd'was om telkens op en neer te reizen en daarom een permanente vertegenwoordiger in Den Haag had gestationeerd. Men ontving van de Resolutiën telkens één exemplaar voor deze vertegenwoordiger en één voor de stadsbibliotheek. Men wilde nu één set verkopen. Toen ik de delen na lange onderhandelingen en wachten op een positief raadsbesluit eindelijk mocht ophalen en de hele serie in mijn kamer op de grond had uitgelegd, stelden we vast dat een groot aantal delen, vooral van de vroegste jaren, nog in oorspronkelijk pakpapier zat dat door de binder eromheen moest zijn gedaan. Toen we van één deel dit pakpapier verwijderden, kwam er een perkamenten band te voorschijn, zó gaaf, zó zacht, zó roomkleurig, dat we er in stilte omheen stonden en onze ogen haast niet konden geloven. Iedereen moest dit deel even in de hand nemen. Als je het opensloeg, straalde het drukwerkje tegemoet alsof het de dag tevoren was vervaardigd. Ik belde de heer Kern op en vroeg hem een taxi te nemen en ‘naar de zaak’ te komen. Hij rook onmiddellijk sensatie en daar hield hij van! Hij kwam. Hij had slechts één blik nodig om te beseffen wat ik daar had liggen. Hij pinkte een traan weg, nam mij bij de arm -een confidentie die hij zich nimmer tevoren had veroorloofd - en zei: ‘Jongen, daar heb ik nu mijn hele leven naar gezocht!’ Korte tijd later zat ik aan zijn sterfbed en sprak hij over een andere, meer persoonlijke jeugddroom die nooit in vervulling was gegaan. Hij had zijn leven met grote blijmoedig-heid en energie gewijd aan het antiquariaat van Martinus Nijhoff. Het is goed dat hij de vernederende ondergang niet heeft behoeven te beleven. Gezien het belang van de Resolutiën voor de handelsgeschiedenis van niet alleen Nederland of Europa, maar voor de wereldhandel, vooral gedurende de zeventiende eeuw, werd onmiddellijk besloten dat Mr. Parker de ‘first refusal’ moest worden gegund. Mr. Parker bewerkstelligde dat de serie uiteindelijk werd gekocht door de centrale bibliotheek van de University of Minnesota, zij het niet met ieders instemming! Eén directeur mocht zelfs niets van de aankoop weten en jarenlang bleef de serie in het geheim verborgen in de depots van de universiteitsbibliotheek. Toen later de betreffende directeur met pensioen was en zo de kust veilig was geworden, kwam de serie boven water. Hoe dat allemaal precies in zijn werk is gegaan, weten maar weinigen. Wellicht vertelt John (voor zijn vrienden ‘Jack’) Parker dat zelf eens, als hij ertoe kan komen - hij is nu per 1 mei 1991 met pensioen gegaan - zijn memoires te schrijven. Als die er komen, zullen zij ongetwijfeld vele ‘book merchants’ kunnen inspireren, zoals hij door zijn houding en belangstelling mij altijd heeft weten te inspireren en bemoedigen. En niet alleen mij. Iedereen die met hem te maken kreeg, kwam onder zijn weldadige invloed. Daarvan getuigden velen bij zijn afscheid op 29 april jongstleden. ■ Anton Gerits |
|