| |
| |
| |
Veilingen
Beyers 21-21 februari
‘Is dat die veiling met die nummers? ‘vroeg een kennis van me, die hoorde van de februari-veiling van de firma Beyers. Hij behoort tot de landgenoten die het niet zo op ‘nummers’ voor personen hebben en foetert regelmatig over fiscale, sociale en andere nummers, waarmee personen worden aangeduid. Hij vertelt ook altijd gnuivend het voorval in de Ronde van Frankrijk van - ik meen - 1950. Het land bevond zich in de ‘Vierde Republiek’, waarin de kabinetten elkaar met grote snelheid aflosten. Op 4 juli was de regering Queuille, nauwelijks beëdigd, alweer tot aftreden gedwongen. Een gedienstige assistent van de populaire radioverslaggever Jan Cottaar had dit nieuws via de tourradio opgevangen en meldde zijn chef: ‘Queuille is gevallen!’ Hierop moet Cottaar de historische woorden gesproken hebben: ‘Aan namen heb ik mets, ik moet rugnummers hebben!’
Het bieden onder nummer, onder meer bedoeld om verbasteringen van on- of halfverstaanbare namen te voorkomen, bleek op deze veiling soms weer andere problemen op te leveren door de wirwar van cijfers en getallen van kavelnummers, bieders en prijzen, hetgeen de veilingmeester onder enige hilariteit van de zaal de verzuchting ontlokte: ‘Waar zijn wij eigenlijk mee bezig?’
De hier aangeboden boeken stamden voor een deel uit de bibliotheek van dr. P.J. Meertens, waarvan het eerste part al in september 1990 was geveild (vgl. De Boekenwereld 7 (1990/1991), p. 69) De zitting werd geopend met 64 kavels ‘klassieke oudheid’, voor het merendeel Latijnse uitgaven. Gezien de al eerder in deze kolommen gesignaleerde matige belangstelling voor in het Latijn verschenen werken stond het bij voorbaat te bezien of er veel van de nogal optimistische taxaties zouden worden gerealiseerd, temeer daar op de staat van menig exemplaar wel iets viel aan te merken. In deze rubriek bleven inderdaad dertig kavels onverkocht. Wel van de hand ging een Catullus, in eerste Aldus-druk uit 1502. De naam Aldus staat voor excellente typografie en Aldus-drukken (‘Aldinen’) zijn voor bibliofielen een geliefd verzamelobject. Toch werd dit klein-octaafje in latere perkamenten band, gezien de eraan klevende feilen met f 600,- duur betaald (700-800). Verbazing wekte bij de woordenboeken de prijs van f 450,- (200-250) voor het Nederduitsch en Latynsch woordenboek ten dienste der Latynsche scholen van Hannot (Amsterdam 1771). Het Lexicon Plautinum van Pareus (Frankfurt 1614) vond blijkbaar de juiste in deze blijspeldichter geïnteresseerde liefhebber. De f 375,- voor dit bijzondere werk lijken zeer goed besteed. In de rubriek ‘Schone kunsten’ viel het eindbod van f 700,- op voor de tweede druk van De Lairesses Groot Schilderboek in twee beschadigde kwarto-banden (Haarlem 1740). De leren band van de folio-uitgave uit 1717 met het verhaal van de huwelijkssluiting tussen koning Filips V van Spanje en Elisabeth Farnese van Parma in de plaatselijke kathedraal had lelijk geleden. Het boek bevatte echter vijf grote, uitvouwbare platen van de kathedraal en de intocht
van kardinaal Gozzadini. Een Italiaanse antiquaar bleek er f 1.800,- voor over te hebben (700-800). Bij de ‘Emblemata’ leed een hernieuwde poging om een Alciatus (Parijs 1589) aan de man te brengen opnieuw schipbreuk (1.200). De embleembundel van Antonius van Bourgondié in de Nederlandse bewerking van Petrus Gheschier, Des wereldts proef-steen (Antwerpen 1643) heeft als thema een dispuut tussen de Ijdelheid en de Waarheid, dat in vijftig emblematische afbeeldingen aanschouwelijk is gemaakt. Het aardige boek, waarvan de leren band nogal was beschadigd, bracht terecht zijn f 700,- op (600-700). De zeer zeldzame Russische vertaling van Christian Weigels Die Gröϐe und Mannigfaltigkeit in den Reichen der Natur und Sitten nach der Absicht des Schöpfers met honderd kopergravures naar Jan en Caspar Luiken werd voor f 1.600,- door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in Amsterdam verworven (1.500-2.000). Van dezelfde kunstenaars volgden veertien kavels, waarvan alleen het Leerzaam huisraad (Amsterdam 1711) en een convoluut met Jezus en de ziel (achtste druk, Amsterdam 1714) en P. Huigen, De beginselen van Gods Koninkrijk in den mensch (Amsterdam, 1700) met 25 emblemen van Jan Luiken teruggingen, voor f 300,- resp. f 250,-. Zeer fraai was het interieur van een vroege Cats, Alle de wercken (Amsterdam 1658), hetgeen enkele liefhebbers kennelijk niet ontgaan was. De opbrengst was f 1.500,- (1.000-1.200). Royaal was ook de opbrengst van een goede eerste druk van de Koren-bloemen van Constantijn Huygens: f 900,- (300-400). Onder de Nederlandse literatuur van de achttiende en de vroege negentiende eeuw bevond zich een interessante reeks van tien
kavels met wat tegenwoordig ‘vrouwenliteratuur’ heet: een curieuze collectie werken van dichteressen en schrijfsters uit genoemd tijdvak, waarvan de heer Gumbert opmerkte dat hij zo'n collectie nog nooit bijeen gezien had. Dat wil wel wat zeggen. Enkele namen: Catharina Brakonier-De Wilde, Johanna Constantina Cleve, Juliana Cornelia de Lannoy, Petronella Moens, Elisabeth Maria Post, Anna L.G. Toussaint en natuurlijk onze nationale coryfeeën Betje Wolff en Aagje Deken. Met uitzondering van een tweede druk van Sara Burgerhart, die terugging, haalden alle kavels de taxatieprijs of overtroffen die nog. De Italiaanse antiquaar die daar juist het Parmasaanse huwelijksboek had bemachtigd, meldde zich weer toen het derde deel van de Atlas major van Blaeu met Italië, Griekenland en Groot-Brittanië ter tafel verscheen.
| |
| |
Het kostte hem f 16.000,- (7.000-9.000). De rubriek ‘Reizen’ bevatte o.a. 24 uitgaven van Van der Aa, Leiden 1706-07. De band met elf tochten (naar Oost- en West-Indië, Bantam, Virginia, Guyana, Constantinopel en Egypte miste vier platen en ging voor f 500,- terug. De Naukeurige beschrijvinge der Afrikaanse gewesten schreef Olfert Dapper zonder een voet buiten Amsterdam te zetten. De tweede druk (1676) van dit merkwaardige boek dat hier zonder band en minus 9 (van 43) prenten werd aangeboden bracht toch nog f 1.700,- op (1.800-2.000). De afdeling ‘Geschiedenis en Aardrijkskunde’ werd op de avondzitting van de eerste veilingdag onder redelijke belangstelling voortgezet. Een Schotanus, Beschryvinge van de heerlyckheydt van Frieslandt (Franeker/Amsterdam 1664) waaraan enkele kaarten en een stadsplattegrond ontbraken, overtrof de taxatie: f 1,700,- (1.200-1. 500). Goede en complete exemplaren waren er van Le Long. Historische beschryvinge van de Reformatie der stadt Amsterdam (1729) in een mooie blindgestempelde perkamenten band en van Van Bemmel, Beschryving der stad Amersfoort (Utrecht 1760). Het eerste boek ging betrekkelijk goedkoop weg voor f 500,-, het tweede voor de normale prijs: f 1.600,- (1.800-2.200). Tenslotte was daar nog een huldeblijk van de Portugees-joodse weeskinderen in Amsterdam, die ter ere van de geboorte van de zoon van Napoleon (‘de koning van Rome’) in 1811 een lang lied in het Hebreeuws moesten zingen, waarop een gebed door een rabbijn volgde. Het zes blaadjes tellende boekje (Amsterdam 1811) stond voor f 80,- à f 90,- getaxeerd. De werkelijke opbrengst was vele malen meer: f 1.300,-.
G.J. Jaspers
| |
Van Gendt 5 en 6 maart
Toch nog een keer in het oude pand. Een ‘tussendoortje’ zullen we maar zeggen, want 914 nummers is voor een veiling aan de bescheiden kant.
De dinsdagochtend kwamen schilderijen, tekeningen en prenten aan bod. Een aardige collectie tekeningen uit de zestiende en zeventiende eeuw, hoofdzakelijk Italiaans en vaak ‘toegeschreven aan’, bracht een slordige f 25.000 op. Een enkele greep uit deze 29 nummers: Coronation of the Virgin, toegeschreven aan Denys Calvaert, met f 4.000 ruim boven de schatting (800-1200), Apparition of Virgin and Child to a Saint, toegeschreven aan Valerio Castello, in dezelfde techniek, sepia met wit opgewerkt, f 2.200 (700-900); Study in drapery (Virgin Mary), een tekening in rood krijt, waarin men de hand van Vicenzo Dandini vermoedde, f 1400 (250-300). Buiten deze collectie was een prent van Hendrik Goltzius, Titus Maniius on horseback, 1586, een scherpe afdruk van de eerste staat, maar vrijwel zonder enige marge, met f 2200 (500600) opvallend goed betaald. Datzelfde gold voor een poster van Willy Sluiter Tentoonstelling Laren N.H. Hotel Hamdorf Zumki Joska 1914, goed voor f 2000 (180-200). Een enkele keer sluipt er in een beschrijving van een nummer een grapje; ik signaleerde: ‘Whales (...) five, of which obviously male, whales’. Ik heb ze bekeken, het klopte, behoorlijk! Met f 60 toch nog onder de schatting.
Fine Printing en Private Presses vormen een terrein waar de laatste tijd goed verkocht wordt. Dat gold ook voor deze veiling: In de Bonnefant, Halcyon Press, Stichting De Roos waren voldoende garantie om boeken van hun resp. persen verkocht te zien worden. Opvallend hoog scoorde de Regulierenpers. Twee voorbeelden: De Julianos-gedichten van K.P. Kavafis (60 ex.), een van de acht exemplaren in h.perk./h.leer, f 650 (250-300) en Twaalf gedichten van A. Rimbaud (80 ex.), eveneens in h.perk. f 800 (400-600). Ook met boeken van de hand van Sub Signo Libelli was het makkelijk zaken doen. Redelijke prijzen, een enkele uitschieter: W. Kloos' Knabenklagen, een van de 30 (75) in h.perk., f 600 (100-150).
Bij de oude boeken viel weer eens op dat de belangstelling voor matig materiaal op het terrein van de literatuur gering is geworden, De vier delen Gedichten, 1721-'60, van P. Langendijk wisten voor f 240 nog een koper te vinden, maar de twee convoluutjes van C.J. Dorat met illustraties naar Elsen gingen voor de zoveelste keer terug. Een late druk van Vondels Vorstelijcke Waranda (ca. 1730), waarbij gebonden Palamedes in Hekeldigten, was goed voor f 600 (250-350). In de catalogus werd De Vrouwen-Peirle geannonceerd als de uitgave van 1621!!; het zeer geblakerde uiterlijk vermocht het boek niet ouder te maken dan het is: een druk rond 1800. Het bleef overigens met f 600 (800-1000) onverkocht. Met de bijbels ging het beter. Een redelijk gerestaureerde Statenbijbel, Ravensteijn (1637) f 3400, niet zo dol voor de eerste druk; een bijbel uit (1701)-1703, Lindenberg, Amsterdam, met zes kaarten en doorschoten met platen van Romeyn de Hooghe, met f 4200 in de buurt van de taxatie. De leukste rubriek echter was die waar het occulte, de magie en het bijgeloof aan bod kwamen. Heydensche afgoden: Beelden, Tempels en Offerhanden, 1646, een zeer zeldzaam werkje met enige houtsneden kwam voor f 1000 in doopsgezinde handen. Het wonderlijcke Schadt-Boeck der Historien, 1592, de eerste Nederlandse vertaling, niet geheel compleet, zal met z'n circa 100 houtsneden het relatief lage bedrag van f 160 dubbel en dwars waard zijn. Voorts vallen te noteren: P. 1e Brun Histoire critique despratiques superstitieuses, 1732-'37, 4 dln. met enige illustraties, f 700 (600-800), Daemonologia Ofte Verhandelinghe van de Duyvelen en de Tovenaers, 1658, slechts f 280 (400-600). Verhandeling
der Toover-Sieckten van D. Sennert, 1646, f 650 (500-700), F. Von Spee's Waarborg Om geen Ouaed hals-gerecht te doen, 1657, een belangrijk werkje in de bestrijding van de heksenjacht, f 850 (800-1000) en tot slot De Satan, In sijn Weesen, aert, bedrijf, en guiychel-spel, van S. de Vries, 1692, voor f 350 (500-700) naar een boffer. Kortom, een leuke rubriek, Bij de topografie en geschiedenis het vertrouwde beeld, goed geïllustreerd wordt goed betaald. Een C. de Bruin, Reizen over Moskovie, door Persie en Indie, 1711, met zeer vele afbeeldingen, f 3200 (2500-3000) terwijl een Ptolemaeus Tabulae geographicae Orbis Terrarum Veteribus cogniti, 1695, met 28 kaarten, pas in tweede instantie voor f 2900 (3500-4000) de weg naar de uitgang wist te vinden.
Hoe de zaken gaan als er eens onbekommerd wordt
| |
| |
geboden en topografisch werk buiten de vertrouwde handen terecht komt, moge blijktenuit Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, 1742-'50, de 5 dln. Holland met 121 extra platen en 4 dln. Friesland eveneens met ruim 100 toegevoegde platen; de twee setjes brachten respectievelijk f 6000 (2500-3000) en f 4000 (2000-2500) op en kwamen nu eens bij een particulier terecht. Dat een mooi boek niet altijd duur behoeft te zijn bewees Les Jeux du cirque et la Vie foraine van H. Le Roux, Parijs (1889), een prachtig boek, f 160 (200-300). Ter afsluiting nog een aardig boek: J, Gouffé Het boek der banketbakkerij, (1894), gedrukt bij D. Bolle!! f 250 (150-200) had de commissiegever ervoor over.
J.A. Borst
| |
Burgersdijk en Niermans, 4-6 juni 1991
In de fraai gerestaureerde veilingzaal van dit Leidse antiquariaat kwamen de bibliotheek van de Latinist prof. dr. J.H. Waszink en het tweede deel van de bibliotheek van dr. C.H.A. Kruyskamp onder de hamer. Zowel voor de recentere uitgaven en studies met betrekking tot de Klassieken als ook voor de oudere drukken in deze sector bleek zeer grote belangstelling te bestaan, hetgeen zijn neerslag vond in (voor de verkopers) goede prijzen. Een enkel voorbeeld uit de 610 kavels ‘nieuw’: Een tot voor kort nog verkrijgbare History of classical scholarship van R. Pfeifer (Oxford 1967-'68), prijs destijds £ 6.50, werd hier voor f 175 verkocht. En een fotomechanische herdruk van het werk van J.E.A. Sandys over hetzelfde onderwerp (New York 1967) bracht maar liefst f 400 op. Bij de oude drukken over genoemd thema was de Duitse handel opvallend actief. Dikke prijzen ook hier, bijvoorbeeld bij de prijsbanden. Een Propertius, Vier boeken elegieën (Utrecht 1780) met het wapen van Utrecht op de perkamenten band ging voor f 400 over de tafel, een Tertullianus, Apologeticus uit 1718 in leer met het wapen van Rotterdam voor f 500 (taxatie 110130) en de Carmina van Tibullus (Leipzig 1817-'19) met het wapen van Utrecht op het perkament voor f 400. Een goed exemplaar van het interessante werk van Martianus Capella, De nuptiis Philologiae et Mercurii, waarin in de vorm van een allegorie (het huwelijk tussen de Filologie en Mercurius) een encyclopedie over de zeven vrije kunsten wordt geboden, kwam hier in een klein folio-uitgave in later half leer gebonden (Bazel, Heinrich Petri, 1532) ter tafel. De verzamelaar die dit werk (waarbij een Herodotus, Keulen 1537) voor f 600 verwierf, had er een goede koop aan.
De rubriek ‘Old and Rare’ werd geopend met drie incunabelen en twee postincunabelen. Wat deze laatste boeken betreft, kan opgemerkt worden dat er op de staat ervan wel wat aan te merken viel. De eerste postincunabel was een halve Vorsterman-bijbel (alleen het Nieuwe Testament) uit 1534, Het boek bracht (‘rather used’) toch f 2.000 op. De tweede was een Divisiekroniek uit 1530 (Jan van Doesborch, Antwerpen), waaraan behalve de titel zes bladen ontbraken (‘margins trimmed, but ample’). Ondanks deze en diverse andere feilen werd er f 3.300 voor geboden. Van de drie aangeboden incunabelen komen (kwamen?) er twee niet in Nederlandse openbare bibliotheken voor. Dit stond niet in de beschrijvingen vermeld; kennelijk beschikt de firma niet over het standaardwerk voor het incunabelenbestand in Nederlandse bibliotheken: IDL. De met twee vogels en een leeuwenkop versierde tekstinitiaal van Albertus de Gandino, Tractatus maleficiorum, Venetië 1494, sierde de voorkant van de (goed verzorgde) catalogus. Ondanks deze blikvanger en de in de beschrijving gestoken loftrompet op dit exemplaar (‘of a striking beauty because of the tranquil composition and the type...’) bleef de opbrengst met de f 3.700 (3-4.000) die een antiquaar ervoor over had binnen de perken. Een Biblia latina van de persen van de befaamde Neurenbergse incunabeldrukker Anton Koberger uit 1480 stak dan wel in een latere leren band (18de eeuw), het was toch een zeer aantrekkelijk boek. Vooral ook door de in een latere periode van allerlei (dieren)afbeeldingen en andere kleine scènes voorziene initialen, waarvan er één een berglandschapje voorstelde. Ook op andere plaatsten hadden min of meer vaardige artistieke handen hun sporen in dit boek nagelaten. De opbrengst van dit fraaie geheel was met f
9.000 matig te noemen. Royaal lijkt mij daarentegen de f 2.000 voor de Durandus die in 1486 bij Prüss in Straatsburg gedrukt werd en waaraan behalve de titel nog heel wat meer mankeerde. Ook aan een Nederlandse vertaling van Rabelais (Amsterdam 1682), twee perkamenten octaafjes, kleefden nogal wat onvolkomenheden. Gezien de zeldzaamheid van deze uitgave zullen de f 700 die een Venloos antiquariaat ervoor betaalde, toch wel verantwoord zijn. Het antiquaren-Engels geeft soms aanleiding tot verwarring, soms tot hilariteit. Sinds echter ook Verkade-albums met teksten van J.P. Thijsse (nr. 1736) ‘with all mounted cold. plates’ en in ‘Ohcl.’ worden aangeboden op Nederlandse boekveilingen behoeft men zich in dezen over niets meer te verbazen. Niettemin kijkt men ervan op als het volksboekje Bagijnken van Parijs (Antwerpen ca. 1620) als een Scrapbook staat aangekondigd. Maar chapbook, scrapbook of volksboekje, de twaalf blaadjes zonder band, gescheurd, met wormgaatjes, gevlekt en kort afgesneden, waren voor een Utrechtse antiquaar geen beletsel er f 1.300 voor te bieden, waarop het Bagijnken hem werd toegeslagen. Een ‘kleine Wagenaar’ in 14 banden in half leer bracht, in prima staat, driemaal de taxatie op: f 1.000. Fraai was ook de Ampzing, Beschryvinge ende los der stad Haerlem in Holland, Haarlem 1628, in kalfsleer, met zes mooie gezichten van Pieter Saenredam. De kwartoband ging voor f 4.500 naar een Haarlemse antiquaar. De dubbele taxatieprijs betaalde een lokale verzamelaar voor Arkstée, Nijmegen, de oude hoofdstad der Batavieren (Amsterdam 1733), een octaafband met alle 35 kleinere en grotere prenten, in perkament gebonden. Hij telde f 2.200 voor het
zeer goede exemplaar neer. Het prachtige vlinderboek van Harris L'Aurelien, Londen 1794 (derde druk) met de 44 platen, hier in zeer fraai contemporain koloriet, werd voor f 16.000 door een in deze materie gespecialiseerd antiquariaat gekocht (8-10.000). In het totaalbeeld van deze veiling-met-goede-opbrengsten paste dat ook de vroeger nogal verguisde Catholica im- | |
| |
pressa bijna allemaal voor uitstekende prijzen van de hand gingen. Uitschieters hierbij waren bijvoorbeeld een matig exemplaar van J.C. van den Sterre, Vita Sancti Norberti (Antwerpen 1622) met 34 gravures van Cornelis Galle. Het ‘bon exemplaire’ dat Funck als kwalificatie voor deze druk gebruikte, was stellig niet van toepassing op het hier aangeboden exemplaar. Toch werd er met f 1.600 een goede prijs voor betaald. De f 500 voor de twee boekjes Het leven vande H. Maghet Odrada en Staeltjen van het leven van de H. Begga, Antwerpen 1688 resp. 1698 mochten er ook zijn, evenals de f 1.000 (!) voor een incompleet (-4 bladen) en ‘in all a bit used’ exemplaar van de Zeeuse Nachtegael, Middelburg 1623.
Maar toen waren wij al weer bij de emblemata en die waren altijd al in trek.
G.J. Jaspers
| |
Bubb Kuyper, 29 en 30 mei
Wie van drukte houdt, kon zijn lol op bij Bubb. Menig veilinghuis zou in z'n zaal willen hebben wat hier op de gang stond. Voeg daar nog aan toe dat, dwars tegen het algehele beeld in, het woensdag te warm en donderdag in zeer hoge mate te warm voor de tijd van het jaar was en tel uit je winst. Mensen op de gang, mensen op de trap, mensen op het bordes(je). Schalkse tongen beweerden dat er zelfs vanaf het toilet op de eerste verdieping geboden werd; Notebaart bood in ieder geval van boven.
Het is moeilijk uit het enorme aanbod - 2588 nrs. - een keuze te maken; toch een paar opvallende zaken. Wat te denken van boeken over vioolbouw: F. Hamma, Meister deutscher Geigenbaukunst, 1961, f 450 (150), K. Jalovec, Enzyklopädie des Geigenbaues, (1965), f 600 (350), M. en M. Möller, Italiaansche vioolbouw van Gaspar de Salo tot Pressenda, 1938, f 1000 (400-500).
Een voor mij nieuw fenomeen op veilingen was het Museum van de Erotiek dat er vrolijk op los bood. Het bestond het zelfs bij een prent van Lucas van Leyden uit 1530, Lot en zijn dochters, - uiteraard iets in deze sfeer, want die jongens komen hier niet om molentjes of vlaggetjes te kopen - met f 5.100 het Rijksmuseum er uit te bieden: O tempora o mores! Voorts wist deze nieuwkomer de hand te leggen op Le bible noire van R.L. Delechamps, 1921. Met tien etsen en gedrukt in 300 exemplaren f 2.900!! (300-400), Maisons, door M. Vertès, met twaalf litho's, f 1500 (300-500) en Der Starke Neger, een set van zeven etsen (zie de aardige afbeelding in de catalogus) f 450 (150-250). Kinderboeken mogen zich nog steeds in een grote belangstelling verheugen, maar vooral aparte zaken blijken een enorme aantrekkingskracht te hebben. Zo was daar de Phenakistoscope (!?), de suggestie van bewegende figuurtjes in een cilinder, goed voor f 900 (100150) en was daar eveneens de Thaumotrope (!?), ‘being rounds of Amusements’, f 1100 (250-350).
De donderdagavond bood de vertrouwde rubrieken: natuurwetenschappen, manuscripten en oude boeken. J. Munnicks, Cheirurgia ad praxin hodiernam adornata, 1689, f 1400 (600-800); H. Stevin (de vader van Simon), Wisconstich filosofisch bedryf, 1667, een zeldzaam werkje waarvoor met f 750 (400-600) beslist niet teveel betaald werd. Een matige Dodonaeus bleef onverkocht (5.000), terwijl Icones plantarum medicinalium, (J. Zorn), 1780-'84, met 300 handgekleurde gravures de schatting van f 2500 haalde. Aardig was ook de rubriek met boeken over bijen, waarvan T. Clutius' Van de byen, haer wonderlijke oorspronk, natuer enz., een drukje van 1705, in de catalogus voorzien van ‘very, if not extremely rare edition’ f 1500 (600-800) deed. Een werkelijk schitterend boek was Die Arachniden. Getreu nach der Natur abgebildet und beschrieben van Hahn en Koch, 1831-'49, vier delen met 563 handgekleurde afbeeldingen van spinnen, voor de eveneens schitterende prijs van f 12.800 (2000-3000). Van geheel andere aard en in ieder geval zeldzamer was een patronenboek voor zijden linten met tal van ingevoegde voorbeelden, f 13.400 (3000-4000). Te optimistisch bleken twee manuscripten getaxeerd te zijn, die ondanks hun hoge leeftijd, ca. 1400 en 15de eeuw (nogal vaag), in resp. f 8.000 enf 12.000 bleven steken. Een zeer fraaie Van Bemmel Beschryving der stad Amersfoort, 1760, ging voor f 1500 (1.000) en in de auto naar huis terug rijdend wist ik nog steeds niet waarom ik die had laten gaan; durfde ik misschien niet hard te roepen op de gang?
Topkwaliteit levert nog steeds topprijzen op: Van Baerles Blyde inkomst van Maria de Medicis t'Amsterdam, 1639, met zestien platen, een subliem ex. op groot papier f 4300 (1.000) en het Koch-ex. van Dappers Historische beschryving der stadt Amsterdam, 1663, f 5.000 (2.000-3.000). Beide boeken verdwenen overigens naar Utrecht. Een prachtige Magnus-band om Thomas à Kempis' De vier boeken der naarvolging Christi, 1663, bracht het vorstelijke bedrag van f 8.000 (3.000-3500) op. Minstens even sensationeel was de gang van zaken bij J.J. Boissard Habitus variarum orbis gentium; dit fraaie boek uit 1581 over klederdrachten met 48 van de 67 briljant gekleurde gravures haalde met f 15.000 zes maal de schatting!
Niet alles echter ging voor zulke dolle prijzen. De geheime illumineer-konst, 1770, over het bereiden van verf, vernis en lak, alsmede het gebruik ervan, lijkt me met f 600 niet ‘overbetaald’; De levensbeschryvingen der Nederlandsche konst-schilders enz., een redelijke set van vier delen met alle portretten en vignetten durf ik voor f 850 (1.000) zelfs goedkoop te noemen. Minder goedkoop lijken mij de f 3500 voor de Beschryvinge ende lof der stad Haerlem van S. Ampzing en de f 1650 voor een mij te brum ex. van de Emblemata van Zacharias Heyns. Apart was in ieder geval De papiermaker van P.J. Kasteleijn, 1792, veertien platen, f 1950 (700-900). Nog een aardige uitschieter mag een werkje uit de Engelse mystieke hoek genoemd worden: J. Lead De hemelsche wolcke en De openbaeringe der openbaeringen, beide vertalingen uit 1696 f 4.000 (1.000-1500). Waar de schattingen te hoog waren, corrigeerde soms de kopers en gingen de boeken terug: Luiken, Afbeeldingen der menschelyke bezigheden f 6.000/-, Revius, Over-Ysselsche sangen en dichten f 5.000/- en Anna Bijns, Konstighe refereynen f 8.000/-. Het land in brieven, 1788 van E.M. Post, voor f 325 en vele werken van de dames Wolff en Deken gingen naar het vrouwenanti-
vervolg op p. 195
|
|