De Boekenwereld. Jaargang 6
(1989-1990)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het werk van de Haarlemse kunstenaar en Hernhutter-predikant Johannes Swertner (1746-1813)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pieter Swertner, Bij het Klaphek te Aerdenhout, 1760. Tekening (GAH).
gespeeld; in ieder geval werd hij daar later voorganger in een huis voor samenkomsten op het Groot Heiligland.Ga naar eind9. Het is opvallend dat van deze kleine Haarlemse gemeente een relatief groot aantal leden een min of meer belangrijke rol in het kunstzinnige leven heeft gespeeld. Onder hen vinden we de kunstenaar Henricus Spilman, de boekhandelaar Christoph Heinrich Bohn, de kunstenaars Godfried en Christian Henning, de zilversmid Johann Ludwig Ortlieb en de beeldhouwer Hans Pieter Nijborg.Ga naar eind10. Van moederszijde had Spilman (1721-1784) dezelfde overgrootvader als Georgio Pieter Swertner, namelijk de bekende Amsterdamse zijdeverver en penning- en kunstverzamelaar Constantijn Sennepart.Ga naar eind11. Dat verklaart waarom Pieter Langendijk in zijn inleiding van De graven van Holland (1745) Spilman, die dit werk naar tekeningen van Taco Jelgersma had geïllustreerd, zijn ‘neef’ noemt. Daar Spilman ook tot de Hernhutters toetrad, beschikken we over een levensbeschrijving die tot nu toe onbekende biografische bijzonderheden over deze kunstenaar bevat. Toen zijn vader Nicolaas Spilman jr. in 1725 te Amsterdam was overleden, trok hij met zijn moeder en zusjes bij de ouders van zijn moeder, Hendrik Timmerman en Geertruit Sennepart, in. Op tienjarige leeftijd (1731) ging hij naar Haarlem om patroonmaken te leren en het is niet ver gezocht om aan te nemen dat hij dit bij zijn oom Pieter Langendijk deed. In 1737 verbleef hij ‘door een bijzondere gelegenheid’ acht weken in Londen. Omstreeks 1740 kwam hij met zijn moeder en twee zusjes naar Haarlem, waar hij in 1742 als plaatsnijder en tekenaar lid van het Haarlemse St. Lucasgilde werd. In 1750 kwam hij in contact met de Broedergemeente, waarvan hij lange tijd zaaldienaar was. In 1766 trouwde hij, evenals Georgio Pieter Swertner, een doopsgezind meisje, Susanna van Bommel.Ga naar eind12. Spilman overleed te Haarlem op 3 februari 1784, 's ochtends om drie uur. Vier dagen later werd hij in de Grote Kerk (zuidertrans nr. 4) begraven. We zullen straks zien dat Johannes Swertner en zijn oom Spilman ‘contact’ met elkaar hebben gehad. Na Pieter werd op 12 september 1746 Johannes Swertner geboren. Beiden gingen in Zeist op school waar de moedergemeente van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hernhutters in Nederland was gevestigd. Toen Johannes tien jaar oud was, kwam hij weer naar huis waar hij les kreeg van een privéonderwijzer. Ondertussen werd hij door zijn vader opgeleid tot patroontekenaar, terwijl hij algemeen tekenonderricht van de Haarlemse kunstenaar Taco Jelgersma kreeg.Ga naar eind13. Hij ontwikkelde een voorkeur voor ‘zeetjes’ en riviergezichten, het liefst gestoffeerd met schepen, Jelgersma's specialiteit. Dat was de reden dat Swertner naar Amsterdam ging om zich in de scheepsbouwkunde te bekwamen. Het vertrek naar de hoofdstad vond plaats kort na het overlijden van zijn vader in 1762; zijn moeder was haar man al in 1751 voorgegaan. Samen met zijn broer werd hij opgenomen in het huis van hun oom die arts was, waarschijnlijk de Haarlemmer Jan van Tekelenburg die met hun tante Johanna Maria Swertner was getrouwd. De inventaris van de nalatenschap van Georgio Pieter Swertner die op 8 augustus 1762 voor notaris Jacob Elout werd opgemaakt,Ga naar eind14. toont aan dat Johannes en zijn broer Pieter beide op jeugdige leeftijd produktieve tekenaars en etsers waren. Uit de inventaris zijn voor ons van belang: 1. latafel waarin eenig linnengoed van de zoons in gebruijk en verder eenige kopere plaaten, en tekeningen behoordende de zoons, 2. in de boekekas een partij boeken, teekeningen en patroonpapieren, 3. kasje met eenige boeken, verven, en teekengereedschap, 4. zes schilderijen, een prent en teekeningen in lijsten (in de sijdkamer), 5. twee konstboeken, en eenige pampieren, en portefolies met tekeningen en prenten, behoorende de soons, 6. eeken haute pars met lajen en planken met boeken en prenten van de zoons, 7. een schilderij verbeeldende Pieter en Johannes Swertner. Het eerste dat in deze opsomming opvalt, is dat Pieter Swertner ook getekend heeft. Twee tekeningen van zijn hand, beide gesigneerd en gedateerd 1760, zijn bewaard gebleven maar stonden tot op heden te boek als werk van zijn broer Johannes: tekeningen van het Klaphek te Aerdenhout en de kerk van Sassenheim (zie bijlage I). Voor een ca. 17-jarige knaap veelbelovende topografische gezichten. In Scheen treffen wij zijn naam niet aan. Volgens de Konst-en Letterbode van 1836Ga naar eind15. had Pieter ‘in zijne jeugd grooten zin, zoo als hij zeide, in de ontleedkunde, en wilde daarom
Johannes Swertner, Zelfportret, 1763. Ets (GAH).
vleeschhouwer worden. Of men hem daarin toegegeven heeft, weet ik niet, maar dat weet ik, dat hij naderhand per varios casus er toe gekomen is, om in de geneeskunde te studeren en als zeer geacht en geëerd Arts te Barby, ook in goeden ouderdom overleden is.’ In 1767 had Pieter zich laten inschrijven aan het theologisch seminarium te Barby (nu DDR), waarna hij arts werd in Dresden (1770), Göttingen (1772), Barby (1773-1783, als arts van de Hernhuttergemeente en docent aan het seminarium), Gnadenfrei (1783) en Herrnhut (1795) waar hij op 1 mei 1813 overleed. Hij was op 2 augustus 1773 te Herrnhut getrouwd met Maria Sophia Clemens (1752-1809), dochter van de uit Berlijn afkomstige theoloog Gottfried Clemens (1706-1774). Omstreeks haar geboorte was Gottfried Clemens slotprediker en directeur van het seminarium te Barby geweest.Ga naar eind16. Waarschijnlijk bestond het merendeel van de ‘kunstzinnige’ inventaris van vader Swertner uit het werk van zijn jongste zoon Johannes. In Bijlage II is getracht het nu nog bekende werk van hem chronologisch te rubriceren. Daaruit blijkt dat hij in 1762 inderdaad al een bescheiden oeuvre had opgebouwd. Zijn eerste tekeningen dateren van 1760. Hij was toen dertien of veertien jaar oud. Het zijn twee Haarlemse stadspoorten naar 17de-eeuwse voorbeelden. Het natekenen was meestal de eerste stap in het tekenonder- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wijs. Een jaar later vervaardigde hij zijn eerste etsje, voorstellende De Barmhartige Samaritaan, genummerd ‘2’, zodat de kans bestaat dat er nog meer etsjes van gelijke strekking toen door hem zijn gemaakt. Ook zou hij ‘prentjes in den smaak van Waterloo’ hebben gemaakt,Ga naar eind17. maar ook die zijn (mij) niet meer bekend. In 1762 (26 januari, 27 januari en 20 februari) tekende Swertner naar de natuur, topografische tekeningen te Haarlem en Spaarndam. Ook maakte hij zijn eerste grote ets, voorstellend het stranden van een potvis tussen Zandvoort en Wijk aan Zee op 20 februari 1762. Mogelijk vergezelde hij een andere Haarlemse kunstenaar, die deze bijzondere gebeurtenis op het strand wilde vastleggen want zowel van Jan Augustini, Vincent Jansz van der Vinne als van Cornelis van Noorde zijn afbeeldingen van dit dier bekend.Ga naar eind18. Hendrik Spilman bracht op zijn beurt de tekening van Jan Augustini in het koper. Mogelijk ging Swertner met Van Noorde op stap, een leerling van Taco Jelgersma, daar er meer tekeningen van beiden bijna identiek zijn en ook een zelfde datering hebben. Ik doel op twee tekeningen van 20 februari 1763: de afbeeldingen van het Noorder Buiten Spaarne bij de Jan Gijzenvaart en van het Noorder Buiten Spaarne bij Schoteroog. Bij Van Noorde zijn het wintergezichten geworden, bij Swertner ‘woelige watertjes’.Ga naar eind19. Misschien wel geïnspireerd door Spilman en Van Noorde gaf hij hetzelfde jaar een zestal etsjes uit met gezichten rond de stad Haarlem.Ga naar eind20. In 1761 verscheen namelijk de eerste druk van de Aangenaame Gezichten in de Vermakelijke landsdouwen van Haarlem door beide kunstbroeders en uitgegeven door Jan Bosch. Waarschijnlijk vergezelde Swertner beide kunstenaars op hun tekentochten rond de stad, daar ook zijn tekening van het Zuider Buiten Spaarne bij Scholenaar (bijlage II-6) grotendeels overeenkomt met Spilmans ets in de Aangenaame Gezichten (tweede druk 1762). Dat het geen natekening betreft, bewijst Swertners aantekening ‘ad.viv.del.’ Een ander bewijs voor connecties tussen Van Noorde en Swertner is een exemplaar van het geëtste zelfportret van laatstgenoemde (1763). Op de achterzijde van een exemplaar in het Haarlemse gemeentearchief schreef Van Noorde een vierregelig vers, waarin hij de ‘schildersgeest’ en de etsnaald van de jeugdige Swertner prees. Zijn laatste werken uit Haarlem (1764) zijn twee etsen van gezichten op het Spaarne bij de Melkbrug, waarin Swertner zijn kwaliteiten als etser ten volle heeft benut. Een van de afbeeldingen stond later model voor een opticaprent in spiegelbeeld (zie bijlage II-13b). Het Scheepvaartmuseum te Amsterdam bewaart tenslotte nog twee 1765 gedateerde tekeningen, die de haven van Vlaardingen weergeven. Hierin heeft Swertner zich ontwikkeld tot een topografisch tekenaar die niet meer onderdoet voor Cornelis van Noorde. Het zijn charmante, Oostindische inkt gewassen pentekeningen, waar schepen, in dit geval haringbuizen, het hoofdonderwerp vormen. Omstreeks die tijd verliet Swertner de stad Haarlem voor een scheepsbouwkundige opleiding in Amsterdam. ‘Hij ging dus naar Amsterdam op eene werf, om daar de scheepsbouwkunde te leeren, en bragt het in 3 à 4 jaaren zoover daarin, dat men hem zeer voordeelige aanbiedingen deed, om het bestuur over eene Scheepstimmerwerf op zich te nemen; doch Swertner, wiens vader tot de Hernhutters of Broedergemeente behoorde, en in diezelfde gevoelens opgevoed was, oordeelde dit aanbod niet aan te moeten nemen, vreezende te zeer te zullen verwilderden. Hij besloot dus daardoor den scheepsbouw vaarwel te zeggen en ging geheel en al tot de Broedergemeente over, en wijdde zich aan het predikambt bij dezelve.’Ga naar eind21. In Johannes Swertners gedrukte levensbericht lezen wij uitvoerig over zijn geloofsstrijd, waarna hij zijn broer in de leer van de Hernhutters volg-
Johannes Swertner, De Barmhartige Samaritaan, 1761. Ets (RPKA).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Swertner, Stranding van een potvis tussen Zandvoort en Wijk aan Zee, 1762. Ets (GAH).
de. In 1766 werd hij te Amsterdam aangenomen als lid van de Broedergemeente. Hier profiteerde men terstond van zijn artistieke kwaliteiten. In 1767 verscheen namelijk de vertaling uit het Hoogduits van Historie van Groenland door David Cranz, waarin vooral aandacht werd besteed aan de ‘verrichtingen der missionarissen van de Broeder-Kerk, door welken twee gemeenten van bekeerde heidenen aldaar gesticht zijn.’ De vertaling werd door Johannes Swertner in 1766 en 1767 geïllustreerd met tien platen die het wonen en werken van de Groenlanders weergeven. Drie ervan tonen de Hernhuttersgemeente aldaar, waaronder ‘een bediening van de heilige doop’. Zowel de eerste druk als de tweede, uit 1770, verschenen bij C.H. Bohn te Haarlem en H. de Wit te Amsterdam. Van de uitgever Bohn zagen we al dat hij enige tijd lid van de Haarlemse Broedergemeente is geweest. Uit dezelfde periode stamt Swertners contact met Joannes de Bosch (Amsterdam 1713-1785), kunstverzamelaar en amateurtekenaar in de trant van Jan van Huysum. Hij was een zoon van de bekende apotheker en kunstverzamelaar Jeronimo de Bosch (1677-1767), die behoorde tot de gegoede Amsterdamse mennisten. Joannes de Bosch sloot zich in 1747 bij de Hernhutters aan, waar hij in 1757 als ‘choor-dienaar’ en ‘mede-helper in de bezorging’ van het koor der ongehuwde Broeders werd aangesteld. Dat hij geregeld te Zeist verkeerde, bewijzen een aantal topografische gezichten van het Huis te Zeist met het omliggende park.Ga naar eind22. In 1765 wordt hij genoemd als ‘Zeichenmeister’, net een jaar voordat ook Swertner tot de ‘broeders’ toetrad. Een band tussen De Bosch en Swertner blijkt uit een titelvignet dat laatstgenoemde in 1767 naar een tekening van De Bosch etste.Ga naar eind23. De laatste tekening die Swertner in Nederland maakte, is gedateerd 1770 en toont een driedeksschip. Volgens een aantekening op de achterzijde was het een geschenk aan zijn vriend L. Erhardt, die we vermoedelijk ook binnen de Broedergemeente moeten zoeken. In september 1771 besloot Johannes Swertner zijn leven definitief aan de Broedergemeente te wijden. Hij vertrok naar Barby (DDR) voor een theologische opleiding aan het seminarium, die viereneenhalfjaar zou duren. Daar raakte hij be- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Swertner, Noorder Buijten Spaarne bij de Jan Gijzenvaart, 1763. Tekening (GAH).
Cornelis van Noorde, Noorder Buijten Spaarne bij de Jan Gijzenvaart, 1763. Tekening (GAH).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Swertner, Zijlweg buiten Haarlem, 1763. Ets (GAH).
vriend met Carl Gotthold Reichel (1751-1825), die eveneens aan het seminarium studeerde; later zou hij een belangrijke theoloog binnen de Hernhutter-organisatie worden. Toen Reichel in 1774 te Niesky beroepen werd, ontstond tussen hen een uitvoerige briefwisseling waarvan Swertners brieven bewaard zijn gebleven.Ga naar eind24. Uit de briefwisseling kunnen we opmaken dat hij zijn kunstzinnige kwaliteiten niet verwaarloosde. In 1774 bezocht hij te Berlijn o.a. de beroemde kopergraveur Meil. Op 20 januari 1775 schreef Swertner dat hij het erg druk had met een eigen tekenschool en het geven van privélessen in tekenen.Ga naar eind25. Werk van hem is uit deze periode echter niet bekend. In mei 1775 werd Swertner beroepen in het Engelse Fulneck, waar hij in juli arriveerde.Ga naar eind26. Toen hij de Engelse taalmachtig was, kon hij in 1776 zijn eerste preek te Baildon houden. Een verzoek naar Suriname te komen, waar de Hernhutters als zendeling zeer aktief waren, zegde hij in 1779 af. In hetzelfde jaar werd hij gewijd tot diaken en in 1782 bezocht hij als gedeputeerde van de gemeente te Fulneck de synode in Berthelsdorf (DDR). Bij terugkeer volgde een beroep in Londen, waar hij tot 1790 zou blijven. In Londen trouwde hij op 6 september 1784 met Hannah Elizabeth Cennik (1754-1825), dochter van John Cennik (1718-1755), de begenadigde evangelist der Broedergemeente in Engeland en Ierland. Hier werden hun twee dochters geboren: Sophie Elisabeth (1785-1798) en Sarah Louise (1789-1866).Ga naar eind27. Uit die periode dateren enkele miniatuurportretjes op ivoor: één van Swertner voor zijn bibliotheek met de bijbel opgeslagen op Corinthiërs I, één van zijn vrouw met op de achtergrond de Thames en het silhouet van de St. Pauls Cathedral, en een derde waarop zijn beide dochtertjes zijn afgebeeld. Ze berusten in het archief van de Broedergemeente te Herrnhut en worden hier voor het eerst afgebeeld.Ga naar eind28. In 1789 werd Swertner tot presbyter gewijd. Hij werd redacteur van de Moravian Hymnbooks, zowelvan de editie 1789 als 1801. In 1800 nam hij alweer een beroep in Fairfield aan. Ne- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Swertner, Spaarne bij bierbrouwerij ‘Het Dubbelt Anker’, 1764. Ets (GAH).
Johannes Swertner, Spaarne ter hoogte van de Melkbrug, 1764. Ets (GAH).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Swertner, Haringbuizen in de haven van Vlaardingen, 1765. Tekening (Scheepvaartmuseum Amsterdam).
Johannes Swertner, Nieuw-Herrnhuth op Groenland (1766). Ets, in: D. Cranz, Historie van Groenland, Haarlem/Amsterdam 1767 (RAU). Detail.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Swertner, Titelvignet naar J. de Bosch, 1767. Ets (GAH).
gen jaar eerder had hij een miniatuurportret van een meisje gemaakt, waarvan de achtergrond werd geïdentificeerd als het zusterhuis of koorhuis voor vrouwen en meisjes te Fairfield, rechtsonder gesigneerd en gedateerd ‘I. Swertner Pinxit 1791’. De verblijfplaats is niet meer bekend, maar het Moravian Church House te Londen bewaart er nog een foto van.Ga naar eind29. In 1800 vertrok het gezin Swertner naar Bristol waar hij was beroepen om in 1804 weer terug te keren naar Londen. Van deze stad tekende en etste Swertner een groot panorama (47 × 73 cm.!) waarvoor hij zelf op 1 juli 1801 als uitgever optrad. Mogelijk werd hiervan in 1948 een exemplaar aan prinses Elisabeth en haar gemaal cadeau gedaan. Misschien gaat het hier zelfs om twee verschillende gezichten op Londen want Puttick & Simpson veilden aldaar op 13 augustus 1909 onder nummer 165 ‘Two large Views of London, drawn, engraved, and publisbed by John Swertner, 1801, in colours’.Ga naar eind30. Het British Museum bewaart slechts één ingekleurd exemplaar, dat als onderschrift ‘LONDON’ heeft. Van Eijnden en Van der WilligenGa naar eind31. noemen als onderschrift ‘A view of the Citys of London and Westmunster, etc.’ door KrammGa naar eind32. geciteerd als ‘Gezigt op de Citys of London and Westminster etc.’. Misschien komt dit onderschrift voor op een prent die Swertner tijdens zijn eerste verblijf in Londen (1782-1790) maakte. In de veilingcatalogus van Cornelis van Noorde (1796) is namelijk ook sprake van een gezicht op Londen door Johannes Swertner, dat dus voor 1796 moet zijn ontstaan.Ga naar eind33. In de Konsten Letterbode van 1863 schrijft S.: ‘Zelf heb ik de plaat niet, maar ik heb die in Holland en Duitschland bij oude kennissen van J. Swertner en vrienden der Broedergemeente wel gezien.’ Welke van de twee (of drie) etsen hij bedoelt, is niet duidelijk. In Nederland is het mij niet gelukt een exemplaar van deze Londenpanorama's te achterhalen. In 1807 werd Swertner te Dublin beroepen, in 1811 gevolgd door een beroep in zijn eerste gemeente te Fulneck. Door een hartattaque kon hij echter de diensten aldaar niet meer leiden. Hij vertrok voor een kuur naar Bath en overleed op 11 maart 1813 te Bristol. Zijn vrouw stierf aldaar in 1825, terwijl hun toen allang enige dochter Sarah Louise pas in 1866 zou komen te overlijden. Door het volgen van Swertner uit Haarlem naar Amsterdam, Duitsland en Engeland, is een completer beeld ontstaan van zijn kunstzinnige oeuvre. Ondanks zijn drukke loopbaan in vele standplaatsen bleef hij zeker tot in de eerste jaren van de 19de eeuw zijn kunstenaarsroeping trouw. Wanneer we nu Johannes Swertner eens in Scheen opslaan, dan blijkt zijn overlijdensdatum niet te kloppen (geen 9 maar 11 maart) en dient de vermelding ‘sinds 1760 bisschop der Moravische Broederschap’ veranderd te worden. Pas in 1775 voltooide hij zijn theologische studie; bisschop is hij nooit geweest. Ook is gebleken dat Swertner naast Taco Jelgersma de kunstschilder Cornelis van Noorde als leraar heeft gehad. Die heeft, samen met ‘oom’ Spilman, Swertner aangezet en geïnspireerd tot het maken van zijn charmante etsen. Zijn boekillustraties voor Cranz' Historie van Groenland (1767) dienen voortaan ook niet onvermeld te blijven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Swertner, Geschilderde miniaturen van v.l.n.r. zijn vrouw, zijn dochtertjes Sophie Elisabeth en Sara Louise en de kunstenaar zelf, ca. 1790 (Brüder-Unitätsarchiv Herrnhut, D.D.R.).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Swertner, Panoramisch gezicht op Londen, 1801. Ets (Department of Prints & Drawings, British Museum, Londen).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage IOverzicht tekeningen Pieter Swertner
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage IIOverzicht tekeningen en prentwerk van Johannes Swertner
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|