De collectie Anny Antoine-Louis Koopman in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag
J.K.F. van Berkel
Dat een slapende collectie boeken toch van zich kan laten horen, bewijst de steeds vaker in veilingzalen weerklinkende roep ‘Koopman!’; deze komt niet voort uit een maniakale drang om veilingmeesters een overmaat aan handelsgeest aan te wrijven, maar duidt aan dat er weer een lot Franse bellettrie in bibliofiele uitvoering de Haagse collectie Antoine-Koopman gaat verrijken. Deze voor velen mysterieuze gang van zaken verdient enige toelichting, gedeeltelijk historisch, gedeeltelijk actueel beschrijvend van aard.
Alles komt voort uit de ontmoeting in november 1925 tussen de Belgische privé-lerares in de Franse taal Anne Catherine Antoine (1897-1933) en de Amsterdamse ingenieur Louis jan Koopman (1887-1968). Deze vond plaats tijdens een bijeenkomst van de Alliance française en werd zes weken later herhaald op een avond van het genootschap Nederland-Frankrijk, beide in Den Haag, de stad waar Anny Antoine woonde en les gaf en waar Koopman regelmatig kwam, onder andere in zijn hoedanigheid als bestuurslid van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs.
De aard van bovengenoemde bijeenkomsten zette de toon: francofilie wat de klok sloeg, met de nadruk op liefde voor de Franse taal - en letterkunde. Louis Koopman had deze belangstelling van jongs af aan kunnen cultiveren, eerst door lessen van zijn moeder, later door de francofone zendingsdrang van Etienne Giran, voorganger van de Waalse kerk, waartoe de familie hoorde en bij welke Koopman zijn leven lang betrokken is gebleven. Zodoende ziet men hier de niet dikwijls voorkomende figuur van de gedreven literatuurkenner met een uitgesproken exacte achtergrond. Koopman was behalve electrotechnisch ingenieur en zakenman ook wetenschapsman en evolueerde gaandeweg tot natuurkundige met belangstelling voor medische fysica, een terrein waarop hij in 1965 promoveerde. Verder was hij kunstliefhebber en -verzamelaar en lid van de maatschappij Arti et Amicitiae.
Het korte leven van Anny Antoine doet bescheidener aan. Zij was afkomstig uit een gezin van Franse origine, dat woonde in de omgeving van Brussel. Hoe Anny aan haar solide kennis van de Franse letteren kwam, is niet duidelijk. Waarschijnlijk was zij autodidact totdat zij naar Nederland trok, waar ze in 1931 de acte Frans M.O.-A behaalde en haar studie aan de universiteit van Utrecht voortzette. Ze las veel, vooral de moderne Franse romans, overdacht haar lectuur, had een drukke lespraktijk, probeerde onder leiding van Koopman Nederlands te leren, kortom, leidde een aktief leven.
De protagonisten van deze romantische maar tragische geschiedenis vatten, ongetwijfeld mede dankzij hun gezamenlijke interesses, grote genegenheid voor elkaar op die uitmondde in hun verloving op 25 december 1931. Hun lettermin strekte zich uit tot de liefde voor het schone boek, wat inhield dat beide zich als verzamelaars profileerden; Koopman, die een vermogend man was, kon dat van het begin af aan op grotere schaal doen dan zijn verloofde, maar toch was zij al in 1926 van plan haar boeken uiteindelijk te schenken aan de Koninklijke Bibliotheek. Zij heeft dat voornemen echter niet lang kunnen koesteren; op zondag 25 juni 1933, toen zij op weg was naar de Scheveningse pier, maakte de bijwagen van tramlijn 8 een einde aan haar leven.
Deze tragische dood ligt ten grondslag aan het ontstaan en de ontwikkeling van de collectie Antoine-Koopman zoals we die nu kennen. Het is namelijk niet overdreven te spreken van een monument ter nagedachtenis van Anny Antoine. Bijna alle door Koopman nadien verworven boeken zijn voorzien van haar ex-libris.
Hij is kort na het noodlottige ongeval begonnen met dat wat hij duidelijk als een opdracht zag. De familie Antoine, waarmee hij allengs steviger banden onderhield en die hem de afwikkeling van de nalatenschap had toevertrouwd, heeft hem ongetwijfeld daartoe aangespoord.
Het eerste contact met de Koninklijke Bibliotheek kwam spoedig daarna tot stand. In augustus 1934 schrijft Koopman aan de toenmalige