Boekbesprekingen
Artists' Books: A Critical Anthology and Sourcebook, Edited by Joan Lyons. (Layton, Utah: Peregrine Smith Books / Rochester, N.Y.: Visual Studies Workshop Press, 1985, 272 blz., geïll., circa f 65,-, ISBN 0-87905207-4, importeur: Pepijn van Roojen Art Books Amsterdam).
De aandacht alsnog vestigen op dit boek - dat eind 1985 in Amerika verscheen en sinds begin '86 in Nederland verkrijgbaar is - lijkt me zinvol: om de eenvoudige redenen dat literatuur van dit formaat over artists' books zeldzaam is, en dat ik, niettemin, dit boek in de afgelopen twee jaar nog nergens gesignaleerd heb gezien, althans niet in Nederland (een summiere bespreking door Frances Butler verscheen bijvoorbeeld wel in Fine Print, jan. 1986).
‘Wat is eigenlijk een artist's book?’, luidt de onvermijdelijke vraag. Een eenvoudig en eenduidig maar toch afdoend antwoord is vrees ik niet mogelijk. Globaal komt het er op neer dat zo'n boek geen kunst bevat, maar kunst is; kan men van een gewoon boek zeggen dat de inhoud belangwekkend is maar dat produktie en presentatie slecht en saai zijn, in een artist's book is de onlosmakelijke eenheid vorm/inhoud bepalend voor het belang.
Misschien kan een blik in de geschiedenis van het artist's book het karakter ervan verduidelijken. Bedoelde boeken zijn ontstaan en populair geworden in de jaren zestig (vooral in Amerika), maar in een van de essays wordt er op gewezen dat ze niet zó nieuw zijn. Als historische voorbeelden danwel invloeden worden onder meer genoemd: het oeuvre van William Blake (1757-1827), het typografische werk van de Russische modernisten, figuren als Mallarmé, Moholy-Nagy, Marinetti, Kurt Schwitters, Blaise Cendrars, Theo van Doesburg, en livres d'artiste als van Matisse.
In de jaren zestig barst een publicitaire guerilla los, die niet in de eerste plaats artistiek gericht is, maar maatschappijkritisch en democratiserend: zoals bekend stonden toen de stencilmachines continu roodgloeiend en werd het publiek onder periodieken en pamfletten bedolven (in dit verband wordt ook Provo gememoreerd). Op een stencilvel kon je niet alleen typen, maar ook schrijven en tekenen: het artistieke aspect, de eenheid van boodschap en vorm. En wie zelfs een stencilmachine te duur was kon altijd nog rubberstempels maken en gebruiken: het begin van de stamp art en de daaruit voortvloeiende mail art, beide nauw verwant aan, c.q. deeluitmakend van de artists' books. Tenslotte is er dan het steeds belangrijker wordende verschijnsel konkrete of visuele poëzie: te beschouwen als min of meer zelfstandige kunstvorm, maar ook als ingrediënt of kenmerk van het artist's book.
Dit conglomeraat van invloeden en kenmerken maakt het onmogelijk een eenvoudige definitie te geven van het artist's book. De grote verdienste van het onderhavige boek is, dat twaalf auteurs door middel van dertien grotendeels zeer leesbare essays het vaag begrensde onderwesp zowel over als inzichtelijker maken. Daarnaast bevat het boek circa 120 afbeeldingen, een overzicht van musea en bibliotheken waar artists' books te zien zijn (dat zijn er circa vijftig, waarvan slechts een dozijn buiten Noord-Amerika), een bibliografie van 25 bladzijden en een uitvoerig register.
Het boek heeft - nog afgezien van de iets te talrijke zetfouten - ook een ernstig minpunt: het irritant pretentieuze kunstjargon. Zo lezen we over Paul Zelevansky's The Book of Takes ‘Images and text can be read in three vertical columns. The reader can choose to read both vertically and horizontally, moving for ward and backwards in a network of semiotic disclosures and abrupt shifts in syntax’; over Michael Snows fotoboek Cover to Cover wordt gezegd dat het ‘is in some ways a cinematic experience. In other ways, it may be compared to the architectural illusions found in some Spanish mosques, given the layering of spatial disorientations and sequential ambiguity that Snow has presented between the covers of a book’; een fotoboek, in het algemeen, ‘is a series of images - that is, a tightly knit, well-edited, organized group or set of images in a linear sequence presented in book form. Linearity is important because it gives the imagery its temporal quality’; in de inleiding hadden we trouwens al gezien dat ‘The best of the bookworks are multinotational. Within them, words, images, colors, marks, and silences become plastic oiganisms that play across the pages in variable lineair sequence’.
Voor het geval het u nog niet duidelijk was: een van de statements in Ulises Carrións bijdrage ‘The New Art of Making Books’ luidt: ‘A book is a space-time sequence’. Als u mij permitteert zou ik tentatief de sequentieel-frequentatieve redundantie van dit credo willen indiceren. Begrijp mij goed: ik ben niet bang van een paar moeilijke woorden, maar waarom die dikke bluf? Zeker, de bladzijden van een boek kun je slechts paarsgewijs zien, en niet allemaal tegelijkertijd, en in een boek kun je bladeren: vooruit, achteruit en heen en weer. Dat is al 1500 jaar zo; ‘New Art’, ‘Sequential Ambiguity’: mijn hoed.
Genoemde Carrión is de oorspronkelijk Mexicaanse book artist die al vele jaren in Amsterdam woont en daar onder andere de winkel ‘Other Books & So’ dreef. Een alleraardigste winkel was het, zoals ook artists' books alleraardigst kunnen zijn (hoewel naar mijn smaak vaak te conceptueel) maar de artists' books-beweging heeft zich van een verrassende half-