Rechtzetting
De schaamteloze en onware voorstelling van zaken in het artikel van de heer R.J.A. te Rijdt in het oktobernummer 1987 (blz. 29) betreffende het samenvallen van twee Nederlandse veilingen in juni j.l. vereist rectificatie. De feiten zijn de volgende:
de firma Kuyper te Haarlem had een veiling aangekondigd voor 10 en 11 juni;
de firma Beijers had een veiling aangekondigd voor 2 en 3 juni.
Toen bleek, dat door vertragingen bij drukker en binder de catalogus voor de veiling Beijers niet op tijd kon worden verzonden, moest een nieuwe, latere datum worden vastgesteld. Binnen- en buitenlandse aankondigingen van veilingen lieten geen andere ruimte over dan 11 en 12 juni. Wij hebben uitvoerig telefonisch contact gehad met de firma Kuyper in Haarlem om te proberen, een (nood)oplossing te vinden, echter tevergeefs. Het besluit, een gedeeltelijk gelijktijdige veiling te houden, hebben wil interaard met de grootst denkbare tegenzin genomen, niet alleen om collegiale, maar evenzeer om commerciele redenen: de eventuele nadelige gevolgen zouden voor beiden even zwaar wegen.
Er kan dus noch sprake zijn van ‘ongehoord gesjoemel’, ‘doorschuwen van de fout naar anderen’, noch van ‘boze opzet’ of ‘onfrisse tonelen’.
In het begin van zijn verhaal gebruikt de schrijver de term ‘vriend en vijand (van Beijers)’. Wij kenden tot nu toe slechts vrienden, weten nu echter beter. Wij nemen het niet zwaar op: van veilingwezen en veilingethiek heeft de verslaggever niet het minste besef. Dit komt maar al te duidelijk naar voren in de rest van zijn artikel.
J.L. Beijers B.V.
De directie