| |
| |
| |
Agenda
Veilingen
j l beijers, Achter St. Pieter 140, 3512 HT Utrecht, 030-310958.
20-21 oktober. |
burgersdijk & niermans, Nieuwsteeg 1, 2311 RW Leiden, 071-121067/126381.
1-3 december, krijkdagen 27-29 november. |
van gendt book auctions, Keizersgracht 96-98, 1015 CV Amsterdam, 020-234107/234157.
15-17 december, krijkdagen 11-13 december. |
bubb kuyper, Hofje van Staats, Jansweg 39, 2011 KM Haarlem, 023-323986.
18-19 november, krijkdagen 14-16 november. |
van stockum, Prinsengracht 15, 2512 EW 's-Gravenhage, 070-649840/649841.
25-27 november, krijkdagen 20-22 november. |
| |
Beurzen
antiquarenbeurs apeldoorn, Canadian Club, Vosselmanstraat, Apeldoorn.
30 januari 1988, 10.00-17.00 uur. Toegang f 2,50. |
| |
Tentoonstellingen
Patriotten en de ‘batavische vrijheid’
Dit jaar, 1987, is het precies 200 jaar geleden dat er een eind kwam aan de burgertwist in de Nederlanden tussen prins- of oranjegezinden en patriotten. In het kader van dit herdenkingsjaar worden verscheidene tentoonstellingen gehouden.
De tentoonstelling van de Atlas Van Stolk, Patriotten en de ‘Batavische Vrijheid, toont tekeningen en prenten rond patriotse ideeën en verwikkelingen. Speciale aandacht wordt geschonken aan de maner waarop patriotten het beeld van de oude Bataven voor hun eigen denkbeelden gebruikten. De gravure Tempel voor Nederland uit 1794 is uitgangspunt voor deze tentoonstelling: de Nederlandse Maagd of Batavische Vrijheid wordt hier terzijde gestaan door een gewapende Bataaf.
In het jaar 70 kwam de Germaanse volksstam van de Bataven in opstand tegen de bezettende Romeinen. Deze vrijheidsstrijd van de Bataven werd een voorbeeld voor later: steeds wanneer de vrijheid in het geding was, werd in woord en beeld naar deze strijd verwezen. In het laatste kwast van de 18de eeuw werd het vaderland niet alleen van buitenaf bedreigd, maar ook van binnenuit. De grote macht van erfstadhouder Willem V en zijn raadsman, de ‘dikke’ hertog van Brunswijk, vormden een bedreiging voor de vrijheid. De patriotten, als ware liefhebbers van het vaderland, verzetten zich tegen deze macht van de stadhouder en zijn medestanders.
Beide partijen maakten in hun strijd gebruik van partijgebonden symbolen. Oranjegezinden maakten prenten rond Willem V en gebruikten de boom met oranjeappels als symbool. Hun patriotse tegenstanders noemden ze keeshonden of ‘kezen’. Deze scheldnaam werd door de patriotten zelf overgenomen; zij gingen de afbeelding van de keeshond gebruiken als teken van trouw aan hun patriotse opvattingen. Het beeld van de Bataaf als symbool van vrijheid en moed eigenden zij zich toe in hun strijd voor het vaderland. De in 1787 naar Frankrijk gevluchte patriotten noemden zich zelfs officieel Bataven en na de Franse inval in 1795 werd de Republiek der Verenigde Nederlanden omgedoopt in Bataafse Republiek. De tentoonstelling van de Atlas Van Stolk rond de patriotten en hun voorbeeldige voorouders wordt gehouden in het Schielandhuus en duurt tot en met 1 november 1987.
adres: Korte Hoogstraat 31, Rotterdam.
geopend: dinsdag tot en met zaterdag 10.00-17.00 uur, zondag 11.00-1200 uur.
| |
Engelse fotografie uit de negentiende eeuw
Tot 6 december toont Teylers Museum een vijftigtal werken van de beroemde Engelse fotograaf Frank Meadow Sutcliffe (1853-1941) uit de periode 1876 tot 1894. Het steeds terugkerende onderwerp van deze foto's is het dagelijks leven en het landschap in en rondom het vissersstadje Whitby in het noorden van Engeland.
Als jongeman kwam Sutcliffe regelmatig naar Whitby voor vakante en in 1870 vestigde hij zich daar. Aangemoedigd door zijn vader, de aquarellist Thomas Sutcliffe, maakte Frank een hobby van de fotografie, die hem, nadat zijn vader in 1871 plotseling overleed, in staat stelde in het levensonderhoud van het gezin Sutcliffe te voorzien. Tijdens het zomerseizoen, wanneer een steeds groter aantal badgasten Whitby bezocht, legde Sutcliffe zich voornamelijk toe op commercële portretfotografie, maar tussen de bedrijven door maakte hij tal van foto's van de inwoners van Whitby en andere kustplaatsen van Yorkshire, van hun leven en omgeving. Deze foto's vallen op door hun uitmuntende kwaliteit, zowel in technische als esthetische zin, maar ook door de sympathie voor de afgebeelden die eruit spreekt. Hij overreedde vissers en vissersvrouwen, kinderen en landlopers voor zijn camera te poseren, evenals de boerenbevolking van de afgelegen en gesoleerde vallei van de rivier de Esk, boven Whitby. De boten en gebouwen van Whitby, de haven en de nauwe steegjes boden Sutcliffe nog meer materiaal voor zijn opnamen. Met deze foto's heeft hij een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de fotografie als autonome kunstvorm. Bovendien zijn het onvewangbare documenten van een manier van leven die al spoedig zou verdwijnen door de industrialisering en modernisering.
| |
| |
Dat zijn week ook in eigen tijd waardering vond, blijkt onder andere uit het feit dat de allereerste eenmanstentoonstelling die de Camera Club in 1888 in Londen organiseerde, gewijd was aan het werk van Sutcliffe. Over de hele wereld weden zijn foto's op tentoonstellingen bekroond.
Later in zijn leven besteedde Sutcliffe veel tijd aan het schrijven van artikelen over de fotografie, waarin hij zijn door ervaring opgedane kennis overdroeg aan een jongere generatie. In 1922 verkocht hij zijn fotostudio en aanvaardde hij een betrekking als conservator van de Whitby Literary and Philosophical Society.
Diezelfde instelling beheert nu het merendeel van de glasnegatieven van Sutcliffe's opnamen. Van deze oude negatieven zijn door Bill Eglon Shaw van de Sutcliffe Gallery in Whitby nieuwe afdrukken gemaakt; zij vormen het materiaal van de rondreizende tentoonstelling, die de British Council in samenwerking met The Arts Council of Great Britain organiseert en die nu door Teylers Museum naar Haarlem is gehaald.
adres: Spaarne 16, Haarlem
geopend: dinsdag tot en met zaterdag 10.00-16.00 uur, zondag 13.00-16.00 uur.
| |
Dolf Kruger, fotograaf
Van 10 november 1987 tot en met 10 januari 1988 toont het Amsterdams Historisch Museum werk van de fotograaf Dolf Kruger. Adolf Michel Gosewin Kruger (geboren 1923) heeft vooral bekendheid verworven in de periode 1948-1960, toen hij als fotojournalist werkzaam was. Hij leerde zichzelf fotograferen en bracht dat in praktijk bij fotopersbureau Particam, dat door Maria Austria en Aart Klein gedreven werd. Hij kwam in 1946 bij dit bureau en een jaar later ging hij in de leer bij Carel Blazer. Na zijn praktijkopleiding raakte hij als free-lance fotograaf betrokken bij de dagbladen De Tijd en De Waarheid. Voor deze laatste krant voerde hij ook de fotoredactie, een taak die hij vanaf het midden van de jaren vijftig deelde met Kors van Bennekom.
Met zijn foto's toonde Kruger zijn betrokkenheid met talrijke sociale misstanden, die de wederopbouw van het naoorlogse Nederland begeleidden en die onder meer tot uiting kwamen in stakingen, armoede en woningnood.
Aan het einde van zijn loopbaan als persfotograaf legt Kruger de mijnstakingen in de Belgische Borinage vast. Met zijn foto van het treffen tussen stakers en de rijkswacht in Quaregon op 15 februari wint hij in 1961 de prijs voor de beste Nederlandse persfoto, de Zilveren Camera.
In de periode van 1960 tot 1983 houdt hij zich als free-lance fotograaf vooral bezig met bedrijfs- en industriële fotografie. Daarna is hij niet meer als fotograaf werkzaam.
Op de tentoonstelling zullen ruim 150 foto's te zien zijn, die ook worden afgedrukt in een boek dat zal verschijnen bij uitgeverij Fragment in Amsterdam (prijs: ca. f 75,-).
adres: Kalverstraat 92, Amsterdam
geopend: dagelijks 11.00-17.00 uur
| |
Natekenen in teylers museum
In Teylers Museum wordt van 8 september tot en met 15 november 1982 de tentoonstelling herhaling of vertaling? Natekeningen uit de achttiende en negentiende eeuw gehouden.
‘Natekeningen’ zijn tekeningen naar schilderijen, prenten of tekeningen. Tegenwoordig staan deze bladen zelden in de belangstelling: de waardering voor herhalingen van kunstwerken door een andere hand - al dan niet in een ander medium - is in het algemeen zeer klein.
Destijds was dat anders. Er werd vanaf de zestiende eeuw op grote schaal nagetekend. Zo bestond de basis van de tekenopleiding uit het tekenen naar tekeningen of prenten gevolgd door het tekenen naar schilderijen. Kunstenaars legden regelmatig het werk van anderen in tekeningen vast. Daarnaast werd er veelvuldig nagetekend ten behoeve van de reproduktie-grafiek.
In de achttiende eeuw werden tekeningen in kleuren naar het werk van kunstenaars als Philips Wouwerman, Adriaen van Ostade en Jan van Huysum populair. Dit hing samen met de heersende voorliefde voor het verzamelen van tekeningen gekoppeld aan een groeiend nationaal besef, dat zich ondermeer uitte in een belangstelling voor en herwaardering van de zeventiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst met haar ‘gewone’ onderwerpen als het landschap, het interieur en het stilleven. Verzamelaars gaven opdracht om bepaalde schilderijen in binnen- en buitenlandse collecties na te tekenen. Zo liet de Amsterdamse verzamelaar Cornelis Ploos van Amstel zestien schilderijen uit de verzameling van stadhouder Willem V ‘overbrengen uyt de taal der Olyverven in de taal der Waterverven’ door de hierin uiterst kundige Aart Schouman.
Het is niet verwonderlijk dat juist in het in 1778 gestichte Teylers Museum talrijke natekeningen bewaard zijn gebleven. De tekeningencollectie werd voornamelijk in de jaren 1780-1850 gevormd: de periode waarin uitgewerkte natekeningen geliefd waren. Zoals veel kunstenaars en dilettanten destijds beoefenden de achtereenvolgende beheerders van de kunstverzamelingen, Vincent van der Vinne, Wybrand Hendriks, Gerrit Jan Michaels en Adrianus Johannes Ehnle het natekenen naar Hollandse zeventiende-eeuwse meesters.
De expositie toont enkele voorbeelden van studies en graveurstekeningen. Het zwaartepunt ligt echter bij de gedetailleerde natekeningen die vervaardigd werden voor de mappen van de ‘liefhebbers van papierconst’ door achttiende-eeuwse kunstenaars als Isaac de Moucheron, Abraham Rademaker, Sara Troost, Cornelis Pronk, Aart Schouman, Cornelis van Noorde, Abraham Delfos, Oswald Wijnen en Wybrand Hendriks. De negentiende eeuw is vertegenwoordigd door Reinier Craeyvanger, Gerrit Jan Michaelis en Adrianus Johannes Ehnle. De beroemdste natekening in de collectie was ongetwijfeld de door de twintigjarige Henricus Wilhelmus Couwenbergh in 1834 gemaakte graveurstekening naar het destijds zeer geliefde schilderij ‘De Schuttersmaaltijd’ van Bar- | |
| |
tholomeus van der Helst. Deze verbazingwekkend nauwkeurige tekening in Oostindische inkt werd in 1859 voor een kapitaal bedrag door Teylers Stichting verworven. Tijdens de tentoonstelling Herhaling of vertaling? Natekeningen uit de achttiende en negentiende eeuw wordt dit blad - na een verbanning van een eeuw - weer als pronkstuk in de oorspronkelijke standaard getoond.
Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus, samengesteld door Renske E. Jellema.
adres: Spaarne 16, Haarlem
geopend: dinsdag tot en met zaterdag 10.00-16.00 uur, zondag 13.00-16.00 uur.
| |
Hollandse tekeningen in het rijksprentenkabinet
In het jaar dat Amsterdam culturele hoofdstad van Europa is, wordt er in het Rijksmuseum een tentoonstelling gehouden van ruim honderd geschilderde landschappen uit de zeventiende eeuw. Deze expositie kwam tot stand in samenwerking met het Museum of Fine Arts te Boston en zal, na Amsterdam, ook in Boston en Philadelphia te zien zijn. Er is gestreefd naar een representatief overzicht van de Nederlandse landschap-schilderkunst. Voor deze tentoonstelling is een ruim beroep gedaan op musea en particuliere verzamelaars in Europa en de Verenigde Staten, die bruiklenen ter beschikking hebben gesteld.
Gedurende de eerste 20 jaar van de zeventiende eeuw ontstond er in Holland, met Haarlem als centrum, een school van schilders die zich gingen toeleggen op een naturalistische weergave van het landschap, in het bijzonder het Hollandse landschap, dat nog niet eerder het onderwerp van schilderijen was geweest. Esaias van de Velde is een van de bekendste kunstenaars van deze school. De populariteit van schilderijen met landschappen nam in de loop van de zeventiende eeuw enorm toe en grote aantallen schilders gingen zich hierin specialiseren. Naast werken van Jan van Goyen, Jacob van Ruisdael en Aelbert Cuyp, die ruim in de tentoonstelling zijn vertegenwoordigd, worden landschappen getoond van kunstenaars als Hendrick Avercamp, Paulus Potter, Meindert Hobbema en ook Rembrandt.
Nederlandse schilders gaven echter niet alleen het Hollandse landschap weer. Velen reisden naar Italië om daar de natuur en de kunst, vooral van de antieken, te bestuderen. De tentoonstelling laat dan ook werk van enkele opeenvolgende generaties van Italianisanten zien: van Bartholomeus Breenbergh en Cornelis van Poelenburgh, die tot de vroege generatie behoren, en vervolgens werken van Jan Both, Nicolaes Berchem, Karel Dujardin en Adam Pynacker.
In de Nederlandse kunst van het eind van de zeventiende eeuw komt sterk de nadruk te liggen op het zindelijke, ‘klassieke’ landschap; de laatste generatie Italiansanten liet zich vooral beïnvloeden door Franse kunstenaars: met werk van Frederik de Moucheron en Johannes Glauber wordt de tentoonstelling beëindigd.
Ter gelegenheid van deze tentoonstelling zullen in de zalen van het Rijksprentenkabinet 100 tekeningen uit eigen bezit worden getoond. De meeste kunstenaars die in de schilderijententoonstelling zijn vertegenwoordigd, waren ook tekenaars en van een groot aantal van hen zijn tekeningen in de tentoonstelling Land & Water in de zeventiende eeuw opgenomen.
Tekeningen hebben een belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van het geschilderde Hollandse landschap, omdat studies naar de natuur vaak het uitgangspunt vormden voor die schilderijen, als ook voor prenten. Uit het begin van de zeventiende eeuw zijn er tekeningen van Jacob de Gheyn, Esaias en Jan van de Velde, Hendrick Avercamp en Gerard ter Borch de Oude; daarna volgen meestes als Jan van Goyen, Jacob van Ruisdael en Aelbert Cuyp. Een bijzondere groep tekeningen bestaat uit werken van Rembrandt en zijn leerlingen en navolgers.
Er waren echter ook tekenaars die zich tot die kunstvorm beperkten en geen schilderijen maakten. Er wordt een betrekkelijk groot aantal werken van dergelijke tekenaars getoond, zoals van Constantijn Huygens en Jan de Bisschop, Gerrit Battem en Jan van Call.
Bij de tentoonstelling Land & Water in de zeventiende eeuw verschijnt een album in het Nederlands en Engels, waarin alle honderd tekeningen in kleur zijn afgebeeld. Het bevat na een korte algemene inleiding, toelichtende teksten bij de afzonderlijke tekeningen.
adres: Stadhouderskade 42 (rechter hoofdingang), Amsterdam.
geopend: 2 oktober 1987 - 3 januari 1988, dinsdag tot en met zaterdag 10.00-17.00 uur, zondag 13.00-17.00 uur.
| |
Leidse universiteitsbibliotheek 400 jaar
Op 31 oktober 1587 werd de Leidse Universiteitsbibliotheek plechtig geopend. Ze vond haar eerste huisvesting in de ‘Gewelfkamer’ in het Academiegebouw aan het Rapenburg en telde eerder enkele tentallen dan honderden boeken, waaronder Plantins Biblia Regia, een geschenk van Willem van Oranje. Aanleiding om de bibliotheek definitief, twaalf jaar na de stichting van de Universiteit, in te richten was het legaat van Johannes Holmannus Secundus, hoogleraar in de theologie, die eind 1586 overleed. Na bijna 390 jaar op één plaats te zijn gevestigd verliet de bibliotheek het complex Rapenburg 70-74 en verhuisde de bibliotheek met haar ongeveer twee miljoen gedrukte boeken, handschriften, kaarten en wat verder tot een bibliotheek behoort, naar Witte Singel 27.
Het vierhonderdjarig jubileum wordt gevierd met een tentoonstelling, getiteld Goed gezien. Tien eeuwen wetenschap in handschrift en druk. 120 nummers, aangevuld met enige objecten, illustreren het thema van de tentoonstelling die, voor zover mogelijk, een overzicht wil geven van de illustratie van wetenschappelijke welken van de achtste tot de achttiende eeuw. Een inleiding op deze materie is de eerste afdeling van de expositie, waarin een aantal vormen van schrift en schrijfmateriaal wordt getoond en ingegaan wordt op het thema ‘schrijven en illustreren’. De overige afdelingen zijn: De aarde, Het heelal, De mens, De dierenwereld, Het plantenrijk en Het krijgsbedrijf. De tentoonstelling wordt van 30 oktober 1987 tot 17 januari 1988 gehouden in het Rijksmuseum van Oud- | |
| |
heden, Rapenburg 28, Leiden. Het museum is geopend van dinsdag tot zaterdag van tien tot vijf uur en op zondag van een tot vijf uur. De bijbehorende catalogus van 192 bladzijden heeft meer dan 200 illustraties, waarvan 32 ‘full page’ in kleur, en is te verkrijgen bij het museum of voor hen die de tentoonstelling niet kunnen bezoeken bij Boekhandel Kooyker, Postbus 24, 2300 AA Leiden. De prijs bedraagt f 25,-.
adres: Rapenburg 28
| |
Melchior Lechter 1865-1937
In het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum/Museum van het boek wordt tot en met 17 oktober een tentoonstelling gehouden die gewijd is aan de Duitse kunstenaar Melchior Lechter.
Lechter werd geboren in Münster op 2 oktober 1865, kreeg in die stad zijn opleiding tot glasschilder en bezocht vewolgens de Academie in Berlijn (vanaf 1884), afdeling schilderkunst. Zijn belangstelling voor de boekkunst ontstond door zijn ontmoeting met de dichter Stefan George in 1895. Naar aanleiding van dit contact maakte hij een aantal boeken, geheel volgens zijn eigen ideeën. In 1909 stichtte Lechter zijn eigen pers, die Einhorn Presse. Invloeden van William Morris zijn bij zijn opvattingen over het boek onmisbaar.
Lechter beschouwt het boek als kunstwerk. Daarbij hanteert hij drie uitgangspunten. Ten eerste moeten plan, indeling en versiering van het boek een organische eenheid vormen; ten tweede moet het materiaal telkens zorgvuldig vervaardigd en uitgezocht worden in overeenstemming met het bijzondere karakter van die eenheid en ten derde moet de uitvoering van zetwerk, druk en bindwerk de artistieke bedoeling van het geheel, met alle technische middelen volgen.
Bij de tentoonstelling verschijnt een uitgave van de Castrum Peregrini Presse in Amsterdam, getiteld Melchior Lechter, der Meister des Buches, 1865-1937. Eine Kunst für und wider Stefan George.
adres: Prinsessegracht 30, Den Haag.
geopend: maandag tot en met zaterdag 13.00-17.00 uur, zon- en feestdagen gesloten.
|
|