De Boekenwereld. Jaargang 3
(1986-1987)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 109]
| |
Beurzen
achtste european book fair Grand Hotel Krasnapolsky, Dam, Amsterdam
| |
TentoonstellingenDe wereld volgens blaeuOp 6 november 1986 werd door minister Brinkman officieel het Maritiem Museum Prins Hendrik heropend. Het museum was zeven jaar gesloten geweest. Een uniek exemplaar van een wand-wereldkaart uit 1646 van het bekende uitgevershuis Blaeu is het centrale topstuk van één van de tentoonstellingen waarmee het museum zijn deuren opende. De kaart is kortgeleden aangekocht, maar op de tentoonstelling worden ook vele andere zeldzame en kostbare stukken uit de cartografische collectie getoond. Een oudere versie van de gekochte kaart, een exemplaar uit 1619 vormt de tegenhanger van de kaart van 1646. Op de tentoonstelling worden beide versies van Blaeu's wereldkaart vanuit verschillende invalshoeken benaderd. De cartografische inhoud is gerelateerd aan de ontdekkingsreizen van de Nederlanders naar alle hoeken van de aarde. Bekende gebeurtenissen zoals de overwintering op Nova Zembla en de vaart naar Indonesie blijken bijgedragen te hebben tot het wereldbeeld dat de kaarten bieden. Vervolgens geeft de tentoonstelling een indruk van een zeventiende-eeuwse drukkerij: die van Willem en zijn zoon Johan Blaeu, de beroemdste kaartenmakers van Europa in die dagen. In een ander deel van de tentoonstelling gaat de aandacht uit naar de versieringen van de bijzondere wereldkaart van 1646. Die kaartdecoraties zijn vaak fraai uitgevoerd en bieden een aanknopingspunt met laat zestiende-eeuwse en vroeg zeventiende-eeuwse grafiek. In een ‘technische hoek’ is een uitleg te vinden van de toegepaste projectie van Blaeu's wand-wereldkaarten, naast talloze voorbeelden van andere projectiemogelijkheden. Aan het eind van de tentoonstelling wordt getoond dat kaarten en globes ook vaak op schilderijen zijn afgebeeld. Meestal hebben ze dan een symbolische betekenis meegekregen. De rijkversierde kaart uit 1646 komt in een begeleidend boekje uitgebreid aan de orde. Het restauratieproces dat aan de expositie is voorafgegaan, wordt er onder meer in behandeld. Aan allerlei details die op de tentoonstelling achterwege moesten blijven zal in een hoofdstuk aandacht worden besteed. Het boekje kan los van de tentoonstelling worden gebruikt (f 12,95). adres: Leuvehaven 1, Rotterdam 150 jaar atlas van stolk De tentoonstelling 150 jaar Atlas Van Stolk is met één week verlengd en duurt nu tot 23 februari. adres: Korte Hoogstraat 31, Rotterdam | |
FacettenIn het Rijksprentenkabinet wordt een keuze uit enkele minder bekende onderdelen getoond. Te zien is een selectie uit de verzameling volksprenten, de historische atlas Frederik Muller, de iconografische verzameling, de kunstenaarsautografen, de portrettencollecties, de ornamentprenten, de Oosterse miniaturen, de chalcografie en de verzameling schetsboeken. Het geheel wordt afgesloten met enkele hoogtepunten uit de tekeningen- en grafiekcollectie. Bij de entree zijn verschillende nog voorradige catalogi van het Rijksprentenkabinet te koop en publikaties over de geschiedenis van de collectie. adres: Stadhouderskade 42 (rechter hoofdingang), Amsterdam | |
De satiricus Jacob Campo WeyermanTer gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Stichting Jacob Campo Weyerman organiseert de KB van 16 januari tot en met 28 februari een tentoonstelling over deze achttiende-eeuwer. Weyerman (1677-1747) was in zijn tijd vooral bekend als schilder en als journalist. Als schilder voorzag hij in zijn onderhoud met het vervaardigen van bloemstukken en jachttaferelen. Daarnaast publiceerde hij weekbladen, toneelstukken, geschiedkundige werken en biografieën van kunstschilders. In zijn weekbladen (bijvoorbeeld De Rotterdamsche Hermes en Den Vrolyke Tuchtheer) bespot hij personen en instanties die bij zijn lezerspubliek bekend waren. In 1727 komen de eerste drie delen uit van zijn Levensbeschryvingen der Nederlandsche Konstschilders en Konstschilderessen, een overzicht van de Nederlandse schilderswereld, gebaseerd op de Grote | |
[pagina 110]
| |
Schouburg van Houbraken (1718), echter verbeterd, wat bij Weyerman betekent dat er meer smeuige details worden vermeld. In het vierde deel, posthuum verschenen in 1769, vindt men de autobiografie van Weyerman, die de overige biografieën nog in levendigheid overtreft. De jaren 1725-1727 waren voor Weyerman relatief het meest succesvol. Hij publiceerde het weekblad Echo des Weerelds en de antipapistische Historie des Pausdoms. Het grote succes bleef echter uit. Berooid en verwikkeld in processen over financiële en persoonlijke kwesties vlucht hij naar de vrijplaats Vianen. Zelfs deze vrijplaats bleek uiteindelijk in 1728 geen wijkplaats voor Weyerman. Hij eindigde zijn leven, vooral vertalend en ook muizen dresserend, in de Gevangenpoort in Den Haag. De Stichting Jacob Campo Weyerman heeft in hoge mate vorm gegeven aan de in de laatste jaren gegroeide herwaardering van Weyermans oeuvre, onder meer door (her)uitgaven van diverse geschriften, de publikatie van driemaandelijkse Mededelingen en van de bundel opstellen Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman (Amsterdam 1986). Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus. adres: Prins Willem Alexanderhof 5, Den Haag | |
Bibliofiele boekkunst uit duitsland edition tiessenVan 12 maart tot en met 25 april 1987 wordt in het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum / Museum van het Boek onder de titel Bibliofiele boekkunst uit Duitsland aandacht geschonken aan het bibliofiele werk van Wolfgang Tiessen uit de jaren 1977-1987. Wolfgang Tiessen was na zijn opleiding tot letterzetter in de jaren 1952-1962 medewerker van de boekkunstenaar Gotthard de Beauclair, aan wie enkele jaren geleden in Den Haag een tentoonstelling werd gewijd. In 1962 begon Tiessen een verzendboekhandel van bibliofiele en geillustreerde boeken. In 1977 richtte Tiessen een eigen zetterij in ter voorbereiding van de uitgave van bibliofiele boeken, waarvan er enkele al in dat jaar onder de uitgeversnaam Edition Tiessen verschenen. Sinds 1977 zijn vijftig uitgaven van de Edition Tiessen gepubliceerd. Voor alle boeken werd de tekst door Tiessen zelf met de hand gezet, waarbij hij steeds gebruik gemaakt heeft van dezelfde door hem zeer bewonderde letter, de Janson Antiqua van de zeventiende-eeuwse Hongaarse lettersnijder Nikolaus Kis. De boeken worden gekenmerkt door een strakke en klassieke vormgeving. Grote variatie is er echter in de illustratie, waarvoor in de afgelopen tien jaar 31 kunstenaars uit dertien verschillende landen bijdragen hebben geleverd. De illustraties zijn steeds in de vorm van originele prenten uitgevoerd en tonen een zeer gevarieerd beeld van stijlen en technieken. Voor de keuze van de illustratoren is Wolfgang Tiessen een soort talentenjager, die naast reeds bekende kunstenaars ook nog volkomen onbekende grafici van opdrachten heeft voorzien. De teksten van de boeken van Edition Tiessen zijn merendeels ontleend aan het werk van Duitstalige literatoren en filosofen; daarnaast zijn er enkele Duitse vertalingen van klassieke auteurs in de reeks opgenomen. Bij de tentoonstelling, die later dit jaar te zien zal zijn in het Museum für Kunsthandwerk te Frankfurt am Main, verschijnt een publikatie, die door Wolfgang Tiessen zelf is verzorgd en die naast een korte inleiding een geïllustreerd overzicht geeft van de vijftig tot nu toe verschenen uitgaven. adres: Prinsessegracht 30, Den Haag | |
Oortretten van Jan VethIn Teylers Museum zal vanaf 28 februari tot en met 24 mei de tentoonstelling De portretkunst van Jan Veth (1864-1925) te zien zijn. Uit het omvangrijke oeuvre van Veth is een ruime selectie gemaakt, waarmee de verschillende periodes van zijn loopbaan als kunstenaar belicht worden. Tentoongesteld worden een veerigtal schilderijen, dertig tekeningen en zestig liho's uit openbare en particuliere verzamelingen, waaronder tal van onbekende, niet eerder geëxposeerde werken. In 1880 ging Jan Veth, na in zijn geboortestad Dordrecht de HBS doorlopen te hebben, naar de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Tijdens zijn academietijd kwam hij in contact met een aantal jonge schrijvers en dichters, onder wie Willem Kloos, Albert Verwey en Frederik van Eeden. Toen in 1885 De Nieuwe Gids werd opgericht, was Veth een van de medewerkers. In 1885 debuteerde Veth op de najaarstentoonstelling van Arti in Amsterdam met een portret van de dichter Albert Verwey. Dit schilderij oogstte veel bijval. In het werk van Jan Veth nemen de gelithografeerde portretten een bijzondere plaats in. Vanaf 1891 verscheen in De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland als bijlage een serie gelithografeerde portretten onder de naam Bekende Tijdgenooten. In de periode 1894-1898 zou deze reeks onder de titel Portretten van De Kroniek in De Kroniek worden voortgezet. Alle vijftig portretten van de toenmalige intellectuele, artistieke en maatschappelijke elite die Veth voor deze twee reeksen gemaakt heeft, zullen nu voor het eerst samen tentoongesteld worden. Gelijktijdig met de tentoonstelling zal bij uitgeverij Thomas Rap Jan Veth, beeldend chroniqueur van een bewogen tijdperk verschijnen, samengesteld door drs. F. Bijl de Vroe-Verloop. Hierin zal het kunstenaarschap van Jan Veth en zijn plaats in de toenmalige ontwikkelingen van de Nederlandse kunst belicht worden aan de hand van ongepubliceerde correspondentie en ander onbekend biografisch materiaal. Daarnaast zal er tijdens de tentoonstelling in Teylers Museum een beknopte catalogus met een schets van leven en werk van Veth verkrijgbaar zijn. adres: Spaarne 16, Haarlem |
|