Laurens Jansz. Costerprijs voor prof. mr. H. de la Fontaine Verwey
Op 7 november 1986 werd ter gelegenheid van het eerste lustrum van de Haarlemse Antiquarenbeurs in de Gravenzaal van het stadhuis de Laurens Jansz. Costerprijs uitgereikt aan prof. mr. H. de la Fontaine Verwey. De jury, die bestond uit B. de Graaf (antiquaar), Th. Laurentius (prentkundige/antiquaar) en drs. J.B.W. Polak (boekenminnaar), kende hem de prijs toe vanwege zijn belangwekkende publikaties op het gebied van de wetenschap van het boek en het Nederlandse antiquariaat. De voorzitter van de jury, Johan Polak, haalde enkele persoonlijke herinneringen op en noemde de bekroonde ‘humaan’. Bovendien prees hij de grote verdiensten van De la Fontaine Verwey op het gebied van de boekwetenschap. Het verbaasde hem dat de oud-bibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam in het verleden weinig onderscheidingen voor zijn werk had gekregen.
In zijn dankwoord ging De la Fontaine Verwey in op het ‘Coster-sprookje’ en op de aankoop in 1654 van een aantal aan Costers pers toegeschreven boeken. Naar aanleiding hiervan schonk hid enige aandacht aan de oorsprong van het antiquariaat in Nederland en zei onder meer: ‘De voorgeschiedenis begint bij de boekenveilingen die in de Republiek sinds het eind van de zestiende eeuw gebruikelijk werden in Leiden, Den Haag, Middelburg, Amsterdam en andere steden. Boekenveilingen, in de zin van publieke verkopingen van uitsluitend boeken voor rekening van de opdrachtgevers met een van te voren beschikbare gedrukte catalogus, samengesteld door de auctionaris, kan men een Nederlandse “uitvinding” noemen. Deze aucties trokken al spoedig grote belangstelling in binnen- en buitenland. Op de dagen dat er veiling was, werden de colleges in Leiden gestaakt; buitenlandse geleerden en verzamelaars kwamen er voor over en de veilingcatalogi van zeer grote bibliotheken werden herdrukt en gebruikt als bibliografisch hulpmiddel bij het academisch onderwijs. De veilinghouders waren boekhandelaren, meestal tevens uitgevers, die aan deze aucties ook boeken uit eigen voorraad toevoegden. In deze combinatie in één persoon van veilinghouder en boekhandelaar met een magazijn (elders, bijvoorbeeld in Engeland, verboden) ligt het karakteristieke en tevens de kracht van het Nederlandse veilingbedrijf, ook nu nog...’ In kort bestek schetste De la Fontaine Verwey de ontwikkeling van het antiquariaat door enkele hoofdfiguren zoals Pieter van Damme, Frederik Muller, Martinus Nijhoff, R.W.P. de Vries en Menno Hertzberger voor het voetlicht te brengen. Spreker meende dat de afgelopen decennia de verhouding tussen antiquaren en bibliothecarissen aanzienlijk is verbeterd. ‘De antiquaren zijn, niet minder dan de bibliothecarissen, de behoeders van onze nationale boekenschat, van alles wat er in Nederland gedrukt is.’
De rede van professor H. de la Fontaine Verwey wordt, evenals de lezingen van F.A. Janssen en van Boudewijn Büch, binnenkort gepubliceerd in boekvorm.
Prof. mr. H. de la Fontaine Verwey.