Veilingen
Prent- en tekeningenveiling Van Stockum
Op 19 november veilde Van Stockum in de traditionele najaarssessie tekeningen en prenten (568 nummers). Het geheel leek mij samengesteld uit vele particuliere inzendingen, wat onder meer bleek uit het grote aantal ingelijste werken. De uitstalling ervan moet nog enige hoofdbrekens gekost hebben; een opvallend aantal gebroken glazen ontlokte naast mij in de veilingzaal de vraag of er wellicht recent een feestje in het gebouw gevierd was. De vele, kleinere inzendingen hadden geresulteerd in een aardig en gevarieerd aanbod. Enkele stukken niet te na gesproken, moesten de fijnproevers helaas wat op de achtergrond blijven. In de regel komen de krenten uit de grafiek toch uit gesloten collecties en van de nazaten van kunstenaars. Hier kwamen enige topstukken van de veiling uit de privé-collectie van de antiquair Otto Picker (1894-1984): nr. 104, een paar aquarellen met watervogels door de specialist Aert Schouman dat f 6.000,- opbracht (taxatie f 4.000,-). Het prijsverschil met de f 12.500,- die tegelijkertijd op de antiekbeurs in het Haagse Sofitel voor één soortgelijk blad gevraagd werd, kon geweten worden aan het feit dat eenden minder elegant blijken dan fazanten, en aan het feit dat het paar ingelijst aan de muur gehangen had waardoor het groene riet enigszins tot blauw verkleurd was. Uit hetzelfde bezit kwam nr. 159, een serie van vijf kleine ronde kleurenaquatinten door Levachez. De uiterst decoratieve vazen met boeketten vonden voor f 3.900,- een nieuwe eigenaar (taxatie f 1.500,-).
In de rubriek tekeningen werd vooral de aandacht getrokken door een unieke serie van zesendertig tekeningen voor de charmante illustraties in J.H. Swildens' Vaderlandsch AB Boek uit 1781. Het geheel - waarbij ook verschillende versies van enkele voorstellingen en wat aanwijzingen van de tekenaar in manuscript - bracht ruim tweemaal de taxatie op: f 4.700,- (taxatie f 2.000,-) en werd aangekocht door de stichting Atlas Van Stolk. De tekeningen ontlenen hun charme vooral aan het kleine formaat, dat naar mijn smaak in de catalogus enig onrecht aangedaan werd door een wat groot uitgevallen illustratie (men zie hiervoor de tekeningencatalogi van Sotheby's en Christie's). Een Venetiaans gezicht, toegeschreven aan Francesco Guardi bracht f 1.400,- op (taxatie f 2.000,-). Een Italianiserend landschap op naam van Jacob Jordaens, waarvan het onderwerp moeilijk in het traditioneel aan hem toegeschreven oeuvre te passen viel, werd voor f 4.500,- niet vertrouwd (taxatie f 7.500,-). Eén van de zeldzame tekeningen door Jan Vuuring van Drielst werd als nr. 23 verkocht voor f 375,- (taxatie f 300,-); een gezicht op Enkhuizen, gesigneerd ‘JVB 1774’ (identiek met de eerste eigenaar J. van Bynkershoek?) bracht vanwege het onderwerp f 275,- op (taxatie f 200,-). Interessant was de collectie van zeventien nummers tekeningen door J.H. van Mastenbroek, afkomstig van een nazaat van de kunstenaar. Een sterke aquarel deed f 575,- (taxatie f 120,-), de tekeningen in zwart krijt bleken met f 70,- tot f 200,- per stuk iets minder in trek (taxaties eveneens f 120,-). Een groot ensemble moderne tekeningen en grafiek was afkomstig uit het album amicorum van R.W.P. de Vries jr.
(1874-1952), de Gooise kunstenaar en schrijver over Nederlandse grafische kunst. Een goudeerlijke tekening door Jan Sluyters, helaas een slapende baby, bracht f 275,- op (taxatie f 150,-), een Dirk Nijland bleef voor f 120,- onverkocht (taxatie f 200,-), P.C. de Moor f 130,- (met één ander, taxatie f 140,-), P. Dupont f 160,- (taxatie f 150,-), etc.
Bij de oude prenten was relatief veel achttiendeeeuwse Franse reproductie-grafiek, schaarser wordend, decoratief en in veiling nog zeer betaalbaar: Beauverlet naar Van Ostade f 140,- (taxatie f 200,-), Laurent naar Wouwerman f 200,- (taxatie f 160,-), Moyreau naar Wouwerman f 150,- (taxatie f 130,-). Het aanbod van oude meesters was wat minder ruim, maar kwaliteit werd gauw herkend: R. Bonnart Au Camp de Mastrick naar Van der Meulen, de rechterhelft van de voorstelling, f 625,- (taxatie f 225,-), J. Both Sulmona f 200,- (taxatie f 200,-), een ongekleurd exemplaar van R. Earloms A Flowerpiece naar Jan van Huysum f 975,- (taxatie f 250,-; ondanks de schriftelijke opdracht tot f 850,- viel het mij op dat bij dit veilinghuis de prent keurig op f 250,- werd ingezet), A. van Ostade f 275,- (Bartsch 50, taxatie f 200,-; dit exemplaar was samengesteld uit twee delen van verschillende afdrukken), A. van Ostade f 425,- (Bartsch 41, taxatie f 150,-), C. Ploos van Amstel f 200,- (Laurentius 84, taxatie f 200,-) en V. Solis f 325,- (Le Blanc 109-112, taxatie f 275,-). Zeer interessant was een kleine verzameling zestiende-eeuwse koperplaatjes die inderdaad ‘rare’ zijn, zoals vermeld stond bij de twee postzegelgrote exemplaren door J. Binck (circa 1490-1560). Dat het publiek voor dergelijke zaken zeer klein is bewezen de opbrengsten, nauwelijks meer dan de afdrukken opgebracht zouden hebben: taxatie en opbrengst van de twee plaatjes door Binck f 400,-. Vooral nr. 188 was zeer fraai, zowel door het formaat van
20 × 13,5 cm als door de voorstelling. De koper zal wel zeer in zijn nopjes geweest zijn met deze als anoniem zestiende/zeventiende eeuw omschreven plaat door de beroemde Israhel van Meckenem, goudsmid en graveur te Bocholt (circa 1450-1503), aangekocht voor f 650,- (taxatie f 250,-).
De moderne grafiek vertoonde aardige kavels, waarbij enkele afzonderlijk geveilde stukken opvielen: P. Dupont Ploegende paarden f 300,- (taxatie