Veilingen
Veiling prenten, tekeningen en boeken bij Van Gendt, 23 tot 25 september 1986
Zoals de laatste jaren gebruikelijk bij Van Gendt, was het aanbod op de prenten- en tekeningenveiling weer zeer verscheiden: topografie, oude en moderne grafiek, wat historieprenten, enkele lots Japanse prenten en een paar schilderijen. Maar er was één ‘special’: de collectie Haarlemse prenten en tekeningen uit de verzameling van wijlen A.J.M. van Os.
Eerst iets over de niet-Haarlemse zaken: een fraai, door Lizzy Ansingh geschilderd portret van Frederik van Eeden uit 1919 werd verkocht voor het mijns inziens lage bedrag van f 3.100,-. Het topstuk uit de categorie schilderijen, een doek uit 1933 van Jaroslav Herbst, werd opgehouden op f 10.000,-. Bij de oude grafiek bracht het Studie Prentwerk van J.E. Marcus f 850,- op, de fraaie serie van tien gravures van bedelaars en dergelijke door Savrij naar Quast werd door Antiquariaat Brabant gekocht voor f 550,-. Een late druk van Rembrandts etsje B 33 werd verkocht voor het vrij hoge bedrag van f 1.300,-. Waarschijnlijk heeft dit te maken met plannen van een Londense galerie om in de zomer van 1987 in Amsterdam een speciale verkooptentoonstelling te organiseren van Rembrandt-etsen.
Eschers litho Orde en chaos werd opgehouden voor f 2.300,-. Drie kleine Escher-prentjes daarentegen werden verkocht voor f 1.200,-. Galerie Strootman kocht het lotje van acht prenten van Dirk Harting (voor f 250,-). Een hoge prijs deden achtentwintig van de zestig houtsneden uit het beroemde Houtsnijdersnummer van Wendingen: f 500,-. Twee - helaas anonieme - pastelportretten van Rienk Jelgerhuis werden verkocht voor het vrij lage bedrag van f 750,- tezamen; een vergelijkbare prijs (f 600,-) werd betaald voor twee andere anonieme pastelportretten waarvan één gesigneerd was P. de la Croix 1783. Het Nationaal Schoolmuseum te Zoetermeer kocht voor f 360,- een getekend zelfportret van Cornelis Jetses. De firma Meyer te Rotterdam kocht enkele fraaie oude tekeningen die in de catalogus waren omschreven als ‘circle of Jacob de Wit’ en ‘French School’. Wellicht volgen er nog ‘ontdekkingen’! Dezelfde firma kocht voor f 1.200,- de fraaie tekening van Dirk Verrijk van Schoonderwoerd. Een andere Verrijk-tekening, Ameide, werd verkocht voor f 1.500,-. Wonderlijk veel geld werd betaald voor enkele lotjes van circa zes prenten uit het Groot Tafereel der Dwaasheid (1720): van f 200,- tot f 500,- per lot. Tot zover het algemene gedeelte.
Een gehele middag was gereserveerd voor de verzameling Van Os: circa 150 lots bestaande uit ongeveer 750 prenten en ongeveer 50 tekeningen. Van Os overleed in 1982 op 92-jarige leeftijd in één van de laatste nog als woonhuis in gebruik zijnde panden aan de Gedempte Oude Gracht in Haarlem, vlakbij de drogisterij Van der Figge, waar hij vanaf zijn eenentwintigste tot zijn zesentachtigste jaar de scepter zwaaide. Het was deze Anton van Os, die als enige tussen 1910 en 1930 zijn pand niet aan Vroom en Dreesmann verkocht, zodat in 1930 het grote warenhuis van V & D aan het Verwulft behoedzaam om en over zijn pand heen werd gebouwd. Van Os was naast drogist een ras-verzamelaar: toegespitst op de geschiedenis van zijn vak en van zijn stad. Beroemd was en is zijn verzameling gapers, die enkele malen tijdens zijn leven en na zijn dood tentoongesteld is. Zijn tweede grote liefde was zijn stad Haarlem. Als middenstander in een historisch ingerichte zaak, als bestuurslid van de historische vereniging ‘Haerlem’, als commissaris van Restaurant Brinkmann (gehuwd met de dochter van Brinkmann) en als bestuurslid van talrijke R.K. instellingen, was hij bij uitstek in de gelegenheid om voorwerpen, boeken en prenten betreffende drogisterijen en Haarlem te verzamelen. Van Os was en bleef een uiterst bescheiden mens en trad - behalve met de gapers - niet naar buiten met zijn verzamelingen en kennis. Het is misschien juist daardoor dat er onder de huidige generatie verzamelaars van Haarlemensia enige teleurstelling ontstond, toen begin 1986 zijn bibliotheek over Haarlem door antiquariaat De Vries in een speciale Haarlem Catalogus werd aangeboden en nu recent de collectie prenten en tekeningen in de openbaarheid kwam: de verwachtingen waren duidelijk te hoog gespannen; de oude, vriendelijke, maar toch gesloten man uit het grote huis aan de Oude Gracht bleek wel veel, maar niet alles te hebben. En vooral: hij had niet uitsluitend op
kwaliteit gelet, ook incomplete boekjes en beschadigde prenten waren in zijn bezit. Wanneer men zich echter realiseert, dat de aankopen werden gedaan met gelden die verdiend moesten worden met de detailhandel in kruiden, specerijen, sponzen en dergelijke, dan moet men toch een zeker respect hebben voor het resultaat.
De veiling bij Van Gendt werd uiteraard een Haarlemse aangelegenheid: een vijftal Haarlemse antiquariaten en prentenhandelaren enerzijds en een tiental grotere en kleinere particuliere verzamelaars anderzijds boden lustig tegen elkaar op. Behalve voor de Haarlemse portretgrafiek (voor portretten is nog steeds weinig belangstelling) werden behoorlijke tot hoge prijzen betaald, zeker in aanmerking genomen dat de kwaliteit wel eens te wensen overliet. Hoogst zelden werd een lot opgehouden. Dit was met name wel het geval bij de grote en zeer zeldzame kaart van Haarlem door Romeyn de Hooghe uit 1688 die werd opgehouden op f 7.900,-. Reden: de kwaliteit. Verschillende ontbrekende delen waren aangevuld in