| |
| |
| |
De karikaturist James Gillray
A.E.L. van IJzendoorn
Tekenaars van politieke spotprenten vertalen politieke verhoudingen in humoristische beelden en trachten daarmee niet alleen de lachlust op te wekken maar ook mensen voor een gezichtspunt te winnen. De spotprent vormt een niet onbelangrijk propaganda instrument en, al zijn politici er niet altijd even gelukkig mee, ‘...they are quite offended and downcast when cartoons stop. They wonder what has gone wrong, what they have done amiss’, heeft Churchill eens gezegd.
Voor de historicus vormt de politieke prent van vroeger een boeiend commentaar op de officiële geschiedschrijving. Niet zelden moet hij daarvoor een kijkje over de landsgrenzen nemen. Werden ten tijde van Cromwell de beste satires over Engelse toestanden gemaakt door Hollandse graveurs (onder andere Romijn de Hooghe), ruim een eeuw later waren het de Engelsen die ons een spiegel voorhielden. In publikaties uit het eind van de achttiende eeuw lezen we dat buitenlandse bezoekers aan Londen met stomheid geslagen waren bij het zien van de in hun ogen zeer gedurfde politieke spotprenten. Leden van het koninklijk huis, oppositie of regeringsleiders, de buitenlandse politiek: niets werd ontzien in de vaak genadeloze karikatuur. De grote vrijheden die kunstenaars als Rowlandson, Cawse, Gillray en anderen zich veroorloofden verbaasden hen zeer. ‘En dat maar een paar passen verwijderd van Paleis en Parlementsgebouwen!’ Zoiets was ondenkbaar in het Europa van ‘Liberté, Egalité ou la mort’. Toentertijd was de vrijheid van meningsuiting in het Verenigd Koninkrijk kennelijk verder ontwikkeld dan op het continent. Het is in deze periode, grofweg tussen de Amerikaanse Revolutie en de slag bij Waterloo, dat de Engelse karikatuur haar ‘golden age’ beleefde. James Gillray had hierin een leidende rol.
| |
Jonge Jaren
James Gillray werd op 13 augustus 1756 in Chelsea geboren uit ‘God-vresende’ ouders. In het beschermde klimaat van de Moravische broederschap, die zijn eigen scholen had, genoot Gillray zijn eerste onderwijs. De bronnen vermelden niets over verdere studie, al ligt die, gezien zijn eruditie, voor de hand. Wel weten we dat hij in de leer is geweest bij een lettergraveur. Op den duur ging dit eentonige werk hem echter vervelen.
Samen met enkele andere leerlingen verliet Gillray zijn meester om zich aan te sluiten bij een troep rondtrekkende toneelspelers. Na de no-
Zelfportret van James Gillray, ca. 1800. Op de achtergrond prenten van de kunstenaar. Achter zijn hoofd links Thomas Paine die de kroon opmeet (1791).
| |
| |
dige omzwervingen langs stoffige landwegen en overnachtingen in hooibergen hield de jonge James dit avontuur voor gezien. Hij voelde zich meer aangetrokken tot de tekenkunst en liet zich in 1778 bij de Royal Academy te Londen inschrijven, waar hij zich verder bekwaamde in figuurtekenen. Toch was dit traditionele werk niet geheel wat hij zocht. Meer en meer legde hij zich toe op karikatuur tekenen.
| |
De kunstenaar aan het werk
Afgezien van enige honderden schetsen en aquarellen heeft Gillray zo'n duizend spotprenten geproduceerd. In tegenstelling tot de Victoriaanse gedachte dat hij zijn ideeën voor een satire rechtstreeks op het koper bracht (dit kan hooguit gegolden hebben voor wat later werk), maakte hij uitgebreide voorstudies, waarvan er ook enkele bewaard zijn gebleven. Steun bij dit scheppende werk vormden portretstudies van personen die hij een rol in zijn prent had toebedacht. Naast het schetsboek gebruikte Gillray daarvoor stukjes karton ter grootte van een speelkaart. Met potlood tekende hij hierop de contouren van het gezicht van zijn ‘slachtoffer’. Om deze schetsen naar het leven te kunnen maken, bracht hij bezoeken aan de galerijen van het Lagerhuis, keek door de vensters van de vele Londense clubs of kwam zijn model gewoon op straat tegen. In handschrift voegde hij opmerkingen toe over de kleur en vorm van bijvoorbeeld de kleding, zoals: ‘blauw vest’, ‘dubbele rij knope’ of ‘zwarte overjas’.
Gillray was een zeer gedreven man, die geheel in zijn arbeid opging. Van een collega-kunstenaar weten we dat hij soms zo koortsachtig werkte, dat hij zich bezeerde aan de braam die was opgeworpen door de rap over het koper bewegende burijn. Gillray deinsde er niet voor terug onbeproefde wegen te bewandelen. Zo experimenteerde de kunstenaar met aquatintgronden, waarbij hij de korrelgrootte van het harspoeder sterk varieerde, of wist hij bepaalde effecten te bereiken door stukken van de koperplaat met staal te schrapen of te schuren. Talrijk zijn de contrasten in zijn werk, zoals verfijnde stippeltechniek gecombineerd met rake, vaak grof gegutste of geëtste lijnen. Daarbij houdt Gillrays open stijl van werken duidelijk rekening met de laatste fase van de prent: het met de hand inkleuren.
| |
Het werk van Gillray
Het politieke en sociale plaatje van die tijd vormde vele malen aanleiding tot een geëngageerde prent. Of het nu de Revolutionaire valbijl, de rechten van de mens, een modegril, Napoleons escapades, de Britse angst voor invasie of het buitenlands beleid betrof, het is allemaal terug te vinden in de satires van die dagen. Zo bracht de Engelse politiek Gillray ook verscheidene malen in aanraking met ons land.
Fatigues of the Campaign in Flanders. Gepubliceerd in mei 1793.
Foto: Atlas van Stolk, Rotterdam.
| |
| |
| |
Fatigues of the Campaign in Flanders
In mei 1793 publiceerde Gillray de prent Fatigues of the Campaign in Flanders. De Engelsen kwamen dat jaar Holland te hulp toen de Zuidelijke Nederlanden door Dumouriez werden binnengevallen. We zien de Duke of York zich ontspannen in een staftent na de vermoeienissen van de krijg. Een Vlaamse schone zit op zijn schoot en speelt met zijn zwaard. Hoog heft hij zijn volle glas, zijn blik naar beneden op de welgevormde vrouw gericht. Nonchalant rust zijn linker voet op een gehavende Engelse vlag. Naast hem zit een Hollandse generaal met een oranje cocarde op de hoed. Onverstoorbaar rookt hij zijn pijp. Een Pruisische huzaar zet een fles schnaps aan de mond.
De details van bijvoorbeeld uniformen en kleding zijn natuurgetrouw weergegeven. Dat is niet verwonderlijk als we bedenken dat Gillray een grote belangstelling voor mode had en bovendien in 1793 Vlaanderen bezocht en er vele schetsen maakte.
| |
Reception in Holland
Zijn oog voor details en lokale merkwaardigheden blijkt ook uit een prent als The Reception in Holland. Het blad heeft betrekking op de inval van de Engelsen in Noord-Holland in 1799.
Let eens op het stro in de klompen van de knielende man links, het stenen pijpje door de hoed in het midden of de druppel aan de neus van het oude vrouwtje rechts.
De centrale figuur is ‘His Serene Highness’ Willem v, die in 1795 met zijn gevolg naar Engeland was uitgeweken. In 1799 kwam hij overigens niet zelf naar Holland. In zijn plaats zond hij zijn zoon, erfprins Willem Frederik (de latere koning Willem i). James Gillray heeft echter bewust Willem v afgebeeld omwille van de herkenbaarheid.
| |
Pylades & Orestes
Willem v, een markante persoonlijkheid in het Londen van die dagen, was al enige malen eerder het onderwerp geweest van een spotprent.
The Reception in Holland, gepubliceerd in september 1799 door H. Humphrey, St. James's Street.
| |
| |
Ook in Engelse kranten van die tijd werd regelmatig over hem geschreven als het ging om een theaterbezoek aan Drury Lane, aan Covent Garden en dergelijke, of om een etentje bij His Majesty King George iii. Bij feestelijke gebeurtenissen aan het hof was hij vaak van de partij.
Willem v was een gemakkelijk herkenbare figuur wanneer hij een van zijn vele wandelingetjes maakte door het hartje van Londen, vaak in het gezelschap van zijn persoonlijk secretaris.
In de prent Pylades & Orestes heeft Gillray dit gebeuren vastgelegd: ‘naar het leven getekend’ staat er bij. Op weg naar de Hollandse kolonie in Bondstreet liep de prins langs het prentenwinkeltje van Gillrays uitgever en is daar wellicht door de kunstenaar gezien.
Gedurende zijn vele tochtjes door Londen schepte ‘His Royal Highness’ er genoegen in bij tijd en wijle eens de vismarkt van Billingsgate te bezoeken en een kijkje te nemen bij de visvrouwen, met wie hij grapjes maakte. ‘Het doet me denken aan dat goede volk van mij in Amsterdam’ placht hij op te merken tegen zijn metgezel, terwijl hij zichtbaar genietend over de markt slenterde.
| |
The Dutch Cupid
Geen schandaal was te gering om door de karikaturisten verwaarloosd te worden. Willem v genoot de twijfelachtige reputatie nogal een bewondering te hebben voor de Engelse schonen. Verschillende roddels deden de ronde over amoureuze verwikkelingen met dienst-‘maagden’ van het paleis Hampton Court, waar hij toen resideerde. The Orangerie, or the Dutch Cupid reposing after the fatigues of planting windt er geen doekjes om!
Willem v ligt aLs naakte Cupido te slapen, met een schop in de hand, terwijl zijn hoofd rust op geldzakken gevuld met ducaten. Hij is bezig geweest met het planten van oranjeboompjes. De oranjevruchten in de vorm van kinderhoofd-
The Orangerie [...], gepubliceerd in september 1796 door H. Humphrey, New Bond Street.
| |
| |
jes vertonen gelijkenis met Willem. Hoogzwangere vrouwen drijven als droomfiguren in wolken naar hem toe. Achter hem een melkmeid met juk, daarnaast een visvrouw uit Billingsgate met een mand vis op haar hoofd. Van rechts naderen een huishoudster en drie ‘hooimeiden’.
Ook de minder bekende prent The Man of Feeling in search of Indispensibles zinspeelt op het vermeende zwak van de Oranjevorst. We zien een geknielde prins die onder de rokken van een naaister tast, die hevig geschrokken terugdeinst. Een en ander houdt verband met een nieuwe modegril in onderkleding.
| |
De Handel
Hoewel de kunstenaar ook elders zijn karikaturen heeft uitgebracht, zoals bij Fores in Piccadilly, zijn ze toch het meest intiem verbonden met het winkeltje van Miss Humphrey. Het bevond zich in St. James's Street, niet ver van het Paleis. Sinds 1797 woonde Gillray boven de zaak en was er in de kost. Beneden verkochten Miss Humphrey en haar assistente Betty de karikaturen, die hij vervaardigde. Beide dames zijn door
Pylades & Orestes, gepubliceerd in april 1797 door H. Humphrey, New Bond Street.
Gillray vereeuwigd in Two-Penny Whist waarop we ze een kaartje zien leggen met de buurman.
De prent Very slippy weather toont het winkeltje van Miss Humphrey. Achter de vensters hangen Gillrays prenten, die door nieuwsgierige voorbijgangers worden bekeken. Vaak was het voor de winkel zo druk, dat je je een weg moest banen om er langs te kunnen. Reeds vanaf het moment van uitkomen vormden de prenten een verzamelobject voor politici, diplomaten en de gegoede burgerij. Met de prijs van één shilling voor een ongekleurd blad (de helft meer voor een gekleurd) vielen zij buiten het bereik van de gewone man die er ongeveer een dag voor zou moeten werken.
Behalve het kopen van prenten bestond ook nog de mogelijkheid een map met karikaturen voor een avondje te huren.
Gillray ontving, naast zijn geregelde inkomsten uit de verkoop van prenten, ook nog gelden voor particuliere en semi-particuliere opdrachten zoals het uitwerken of op de plaat brengen van schetsen van amateurs. Ook verdiende hij met het op de plaat brengen van propagandaprenten, zoals bijvoorbeeld Hollandia Regenerata, dat zich richtte tegen de nieuwe orde in Holland.
| |
Verval
Na al het succes kwam er toch nog een triest einde aan het leven van de karikaturist. In de loop der jaren takelde zijn gezondheid, ook in geestelijk opzicht, mees en meer af. Daarbij kwam nog dat zijn gezichtsvermogen hem in de steek begon te laten. Vrijwel zeker was hij ook stevig aan de drank. Geleidelijk aan komt er steeds minder uit zijn handen en in 1811 produceerde Gillray zijn laatste prent. Nog een paar jaar heeft Miss Humphrey hem liefderijk verzorgd tot Gillray op 1 juni 1815 stierf.
| |
Edities
Gillrays werk is nog lang na zijn dood herdrukt. In 1818 werd een selectie van zijn karikaturen uitgebracht door Miller en anderen. De prenten waren in verkleinde vorm gereproduceerd en met de hand ingekleurd.
In 1830 kocht Thomas M'Clean een groot gedeelte van Gillrays originele koperplaten aan en publiceerde twee boekdelen met niet ingekleurde afdrukken.
| |
| |
Enige jaren later kwam Henry G. Bohm in het bezit van de originele koperplaten die in 1830 herdrukt waren. Bovendien wist hij de hand te leggen op een aantal belangrijke grote platen die door Fores van Piccadilly waren uitgegeven. Bohn publiceerde in 1851 een grote atlas met werken van Gillray, vergezeld van een aparte octavo ‘sleutel’ door Thomas Wright en R.H. Evans. De bladen zijn ongekleurd en aan weerszijde bedrukt, bovendien zijn er op de prenten nummers gegraveerd om het opzoeken in de ‘sleutel’ te vergemakkelijken. Het zijn vooral verknipte bladen uit deze atlas die men, recent voorzien van frisse kleuren en een fraai passepartout op Engelse ‘antiekmarkten’ aantreft.
| |
Literatuur
Thomas Wright ed., The works of James Gillray, the Caricaturist. With the story of his life and times. London; reprint Amsterdam 1970. |
R.W. Buss, English Graphic Satire. London 1874. |
M.D. George, Catalogue of Political and Personal Satires preserved in the department of prints and drawings in the British Museum. London; reprint 1978. |
Draper Hill, Mr Gillray, the Caricaturist. London 1965. |
Draper Hill, Fashionable Contrasts; Caricatures by James Gillray. London 1966. |
English Caricature, 1620 to the present. Caricaturists and satirists, their art, their purpose and influence. London 1984. |
Het winkeltje van H. Humphrey waar Gillrays karikaturen werden verkocht, afgebeeld in: Very slippy Weather, 1808.
|
|