Antwerpen, een bibliofiele wandeling
Marc Cappaert
Antwerpen. Wat een verwachtingen roept deze stad niet op bij een bibliofiel. Namen als Plantijn, Nutius, Dirk Martens, Vorsterman en Verdussen paraderen als banierdragers van een kunst die in onze tijd meer en meer verwordt - het glanzende papier waar de ogen over uitglijden, de regels die door hun ongelijke lengte om de zoveel seconden een kortsluiting in de geest veroorzaken, de vaak al te vette letters, de overvloedige zet- en splitsingsfeilen, de kleurkakafonieën bij opmaak en illustratie. Wanneer in 1926 op de omslag van het nog steeds bestaande tijdschrift De Gulden Passer. Driemaandelijksch Bulletijn van de Vereeniging der Antwerpsche Bibliophilen een advertentie staat van Librairie Moorthamers frères, avenue De Keyser - Beaux livres anciens, Editions originales, Littérature, Beaux-Arts, Sciences, Incunables, Reliures anciennes, Impressions anversoises des XVIe et XVIIe siècles, Manuscrits, Gravures anciennes - kan men watertanden bij de gedachte welke overvloed aan kleinoden de antiquaar zijn koopgierige klant kon voorleggen. Anno 1985 is de situatie helemaal anders. Het is niet denkbeeldig dat we op onze strooptocht langs de Antwerpse antiquariaten geen enkele incunabel, geen enkel interessant zestiende-, zeventiende- of achttiende-eeuws boek, waar ook gedrukt, aantreffen. We zijn dan net zo verbouwereerd als een antiquaar uit de Rubensstad, die er de moed bij verliest en genoeg heeft van de bibliofielen met-hun-hoge-eisen-en-verwachtingen, die hij steeds ontgoocheld in de kou moet laten staan. Volgens dezelfde bron heeft de Schelde-stad de antiquariaten die ze verdient.
Die uitspraak stemt weemoedig. De volgens Guicciardini meest beroemde stad zou aanspraak moeten kunnen maken op antiquariaten die met deze in Londen, Parijs of Amsterdam kunnen wedijveren. De stad van de onlangs op 87-jarige leeftijd overleden Ger Schmook en zijn spirituele Wordingsgeschiedenis van het boek, E. de Bock en Het Nederlandse boek, L. Voet en zijn Plantin Press, van baanbrekers als M. Rooses, M. Sabbe, A.J.J. Delen, H.D.L. Vervliet en L. Simons, de stad van het Plantin-Moretusmuseum, het Rubenshuis, het Rockoxhuis, het Mayer van den Berghmuseum en de specialisten die er achter de schermen arbeiden, koestert een enorme belangstelling voor het boek.
In mei jongstleden had in de Stadsbibliotheek, in de negentiende-eeuwse Nottebohmzaal, de tentoonstelling Vijf eeuwen Stadsbibliotheek plaats. En van 23 november tot 29 december 1985 vergastte men ons daar op het Hendrik Conscienceplein, op een tentoonstelling over Antwerpse drukken in het Spaans. Bovendien liep er van april tot augustus in het Prentenkabinet, behorend tot het Plantin-Moretusmuseum, Vrijdagmarkt, de tentoonstelling Protestantse drukken en prenten uit de hervormingstijd te Antwerpen.
Wie Antwerpen bezoekt - het Plantin-Moretusmuseum met zijn 36-regelige Gutenbergbijbel, zijn Biblia Polyglotta, zijn unieke Mercatorkaart van Vlaanderen kan één van de honderd redenen zijn om het te doen - wordt waarschijnlijk willens nillens gedreven naar de boekenwinkeltjes en de antiquariaten. Men verwachte geen overvloed, geen boekenvaults, geen antiquaar zoals Gilhofer in Wenen, die met een rugzak vol boeken opduikt, die de amateur eerst in een zee van fiches heeft uitgezocht; zoals Kubiceck in Regensburg, die laat kiezen tussen drie verschillende Schedelsche Liber chronicarum van Koberger. Oude boeken zijn in Antverpia uiterst schaars, moderne iets minder.
Laten we onze boekentocht beginnen in de buurt van de Grote Markt. Daar in de Oude Beursstraat 62 groeit het stemmige antiquariaat Oude Borze, waar de vriendelijke heer Van der Weehe tussen een mahonie Biedermeyerladenkast, een Mechels buffet, een apothekersweegschaaltje en scheepsmodellen ons onder andere, naast een goedkope Haraeus, Annales Ducum seu Principum Brabantiae (25.000 bf), een kaart van Vlaanderen van Blaeu, oude prenten van Wohlgemut