De Boekenwereld. Jaargang 2
(1985-1986)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 103]
| |
BeurzenEuropese antiquarenbeursHotel Krasnapolsky, Dam 9, Amsterdam: 6-9 maart 1986. Secretariaat: Antiquariaat Bestebreurtje, postbus 364, 3500 AJ Utrecht. | |
TentoonstellingenVan Morris tot quadfliegVan 28 november tot en met 8 maart wordt in het museum Meermanno Westreenianum de tentoonstelling gehouden: ‘Van William Morris tot Roswitha Quadflieg. Honderd jaar private presses’. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Museum van het Boek, de moderne afdeling van het Rijksmuseum Meermanno, wordt ruim drie maanden lang een selectie getoond uit één van de verzamelingen van dit museum: het werk van private presses. Sinds William Morris in 1890 het plan opvatte zelf op een handpers goed verzorgde boeken te gaan drukken, zijn in tal van landen zulke particuliere persen opgericht. De expositie omvat 125 boeken uit de jaren 1891-1984. Zoals uit de titel van de tentoonstelling blijkt, vormen niet de Nederlandse private presses de hoofdmoot, maar vindt men er vooral werk van drukkers uit Engeland, Duitsland en de Verenigde Staten. Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus (prijs: f 25,-) met gegevens over en afbeeldingen van alle geëxposeerde boeken. adres: Prinsessegracht 30, Den Haag. | |
De kalevala in de universiteitsbibliotheekIn de expositiezalen van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam zijn het afgelopen half jaar verschillende tentoonstellingen gehouden zoals ‘Verlaine in Nederland’, ‘Celdroom’, en een overzicht van het werk van Kurt Löb. Van begin januari tot medio februari organiseert de Universiteitsbibliotheek een expositie over de Kalevala, het Finse volksepos, dat van generatie op generatie is overgeleverd en in de negentiende eeuw door Elias Lönnrot (1802-1884) werd bewerkt en op schrift gesteld. Kalevala betekent land van Kaleva, de niet nader aangeduide woonplaats van de hoofdfiguren uit het epos. Op deze expositie zal niet alleen aandacht worden besteed aan de Kalevala, maar ook zullen bijzondere exemplaren uit het Finse boekenbezit van de Universiteitsbibliotheek worden getoond. Begin maart tot medio april zal een tentoonstelling worden gehouden getiteld ‘Büchs boeken’. Op deze expositie zal - zoals de titel reeds aangeeft - Boudewijn Büch een selectie van bijzondere boeken maken uit zijn eigen bibliotheek. Verder heeft de Universiteitsbibliotheek voor 1986 en volgende jaren nog een groot aantal onderwerpen op haar programma staan, zoals ‘Globen in de ub’, ‘Boeken die nooit bestaan hebben’, ‘California citruslabels’ en een tentoonstelling over het werk van Dick Dooyes. De laatste vier zijn nog onder voorbehoud. adres: Singel 425, Amsterdam. | |
Pierre Lecuire in de koninklijke bibliotheekVanaf 17 januari tot 28 februari 1986 toont de kb werk van Pierre Lecuire. Het werk van deze dichter-vormgever wordt niet door veelheid, maar door kwaliteit gekenmerkt. In meer dan dertig jaar deed hij een dertigtal boeken verschijnen. In zijn werken zien we een combinatie van originele grafiek en weloverwogen typografie. Hij gebruikt kostbare materialen voor papier en doos of omslag, de werken verschijnen in losse vellen, die later weer speciaal gebonden kunnen worden en ze verschijnen in een beperkte oplage, waarvan elk exemplaar genummerd is en voorzien van de handtekeningen van dichter, beeldend kunstenaar en typograaf. Lecuire zoekt zelf de voor het project geschikte kunstenaar uit, zodat tekst, vormgeving en prenten een intense samenhang vertonen. Lecuire is sterk beïnvloed door zijn samenwerking met Nicolas de Staël. Deze invloed uitte zich in het Livre des livres I et II, waarbij de prent Drie boeken van Hercules Seghers het ‘leitmotiv’ voor de kunstenaars werd, die aan de Livres des livres meewerkten. Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus. adres: Prins Willem Alexanderhof 5, Den Haag | |
Uitgeverij Bébert bij Staal BankiersTot 1 maart 1986 toont het Haagse bedrijf Staal Bankiers uitgaven van de marginale uitgeverij Bébert. Een van de eerste uitgaven van deze naar de kat van Céline genoemde uitgeverij was in 1980 De bibliofiel van Gerrit Komrij. Dit boekje deed het hart van menig bibliofiel sneller kloppen, maar dan wel van woede | |
[pagina 104]
| |
door de pretentie waarmee dit slecht verzorgde boekje voor veel geld op de markt gebracht werd. Sindsdien zijn de uitgaven van Bébert er aanzienlijk op vooruit gegaan. De typografie en de druk zijn tegenwoordig goed verzorgd. Maar bovendien ziet Bébert regelmatig kans de hand te leggen op bijzondere teksten. Zo verscheen in 1983 een fraaie novelle van Gerrit Komrij, Praag en eind vorig jaar de briefwisseling tussen Gerard Reve en Jotie 't Hooft, Vier brieven. Naast deze literaire teksten roert Bébert zich echter ook hevig op het gebied van de beeldende kunst, meer nog waarschijnlijk dan boeken maakt ze portfolio's, cassette's, kisten en zeefdrukken. Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus. adres: Lange Houtstraat 8, Den Haag | |
Reisjournaal in aquarelEen keuze uit ruim driehonderd aquarellen en tekeningen in eigen bezit vormt de hoofdschotel van de komende tentoonstelling in het Rijksprentenkabinet te Amsterdam. Gemaakt tijdens een reis van enige Haagse heren, die daar een dagboek van bijhielden, geven de tekeningen een boeiend beeld van hun belevenissen, die voor twee leden van het gezelschap op 26 januari 1778 begonnen. Op die dag verlieten Willem Carel Dierkens, toen 24 jaar oud, getrouwd en Commies bij de Staten-Generaal, en zijn vriend Willem Hendrik van Nieuwerkerke, een jonge diplomaat van ongeveer dezelfde leeftijd, hun woonplaats Den Haag en reisden per koets naar het Zuiden, waar Dierkens genezing hoopte te vinden voor zijn kwalen. Na een paar weken in Marseille aangekomen, ontvingen ze daar een brief van Dierkens' neef, zwager en stadgenoot Nicolaas ten Hove, met de suggestie om hem te komen opzoeken in Rome, waar hij toen verbleef, en dan gezamenlijk een reis door Zuid-Italië te maken. Dat zou, dacht hij, ook Dierkens' genezing ten goede komen. De beide reisgenoten hadden daar wel oren naar en reisden via Livorno, Florence en Siena naar Rome, waar ze behalve Ten Hove ook hun oude studiegenoot Nathaniel Thornbury aantroffen, zoon van een Engelse koopman in Den Haag, benevens een jonge Zwitserse kunstenaar, Louis Ducros (1748-1810), die door Ten Hove was aangenomen om onderweg de bezienswaardigheden in beeld te brengen. Het gezelschap, nu bestaande uit de genoemde vijf heren plus zes bedienden, vertrok uit Rome op 10 april. Precies vier maanden later, op 11 augustus, waren ze na hun omzwervingen daar weer terug. Van de tekenaar was vermoedelijk al in Napels afscheid genomen. Van Rome reisden de Hollanders noordwaarts: over Spoleto, Loreto, Rimini en Ferrara naar Venetië. Voor Dierkens bracht het verblijf onder de warme zon echter niet de genezing die hij ervan verwacht had. Met grote wilskracht en veel optimisme haalde de doodzieke man 't tot Padua; daar stierf hij op 7 september 1778. Zijn reisgenoten keerden daarop terug naar Den Haag, in hun bagage Ducros' tekeningen en aquarellen. Thuis liet Ten Hove ze monteren in de drie zware leren folianten, waarin ze sedertdien bewaard zijn gebleven. De kleine tekeningen hebben dat heel goed doorstaan, maar de grote panorama-gezichten, soms bijna een meter breed, zijn te vaak in- en uitgevouwen geweest, en worden nu apart bewaard. Zo'n uitgebreide collectie aquarellen, getekend door een kunstenaar, die speciaal voor dit doel meereisde met een achttiende-eeuwse Italië-toerist, is voor Nederland uniek. Extra betekenis krijgt dit grote ensemble, waar trouwens ook nog tekeningen van een paar andere kunstenaars tussen zitten, doordat, zoals gezegd, ook het reisjournaal van die tocht bewaard is gebleven. Dat dagboek is niet alleen als het ware het geschreven complement op de reeks tekeningen, maar het geeft daarenboven nog heel veel extra informatie over de streken die men bereisde, met name over alles wat samenhing met Dierkens' grote liefde: de muziek. En die nam in het toenmalige Italiaanse volksleven een centrale plaats in. Aan die muziek maar ook aan andere aspecten van de reis: de route, de deelnemers, de steden die ze aandeden is aandacht geschonken in het eerste deel van de tentoonstelling. Het tweede gedeelte laat de aquarellen zien die Ducros op het meest zuidelijke traject in Italië voor zijn Hollandse opdrachtgever maakte. Gezichten van het zonovergoten landschap, de schilderachtige steden, de imposante antieke monumenten, afgewisseld met tafereeltjes van meer anekdotische aard: een ketellapper op het strand bij Napels, de zeeschildpad waarmee de Hollanders hun honger stilden, chicanes van de kustwacht, een ondragelijk saaie ontvangst in een Siciliaans palazzo. Tezamen maken deze aquarellen en tekeningen iets duidelijk van de omstandigheden waarmee Noord-Europeanen op hun ontdekkingsreis naar de antieke wereld van het Zuiden werden geconfronteerd en van de fascinatie die ook mens en natuur daar op hen uitoefenden. Op de tentoonstelling is een album verkrijgbaar waarin 50 van de meest aantrekkelijke aquarellen in kleur zijn gereproduceerd, voorzien van toelichting door dr. J.W. Niermeijer (prijs: f 30,- tijdens de tentoonstelling). adres: Stadhouderskade 42 (rechter hoofdingang), Amsterdam. |
|