Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
(1774)–Anoniem Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik– Auteursrechtvrijnevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik
Stem 46. | |
§1In d'achtbre Godsvergaderingen
Staat God, als richter der gedingen;
Hij oordeelt over goed en kwaad,
In 't midden van der goden raad.
Hoe lang zult gij van 't richtsnoer wijken,
Een onrechtvaardig vonnis strijken,
En achtslaan op het aangezicht
Der goddeloozen in 't gericht?
| |
§2Toont aller goden God te vreezen;
Doet recht aan armen en aan weezen;
Rechtvaardigt hem, die billijk klaagt,
Verdrukt of arm uw hulpe vraagt:
Verlost geringen uit hun lijden,
En wilt behoeftigen bevrijden;
Rukt z' uit der goddeloozen hand:
Gerechtigheid verhoogt een land.
| |
[Folio 48v]
| |
§3Maar ach! hier is het recht vergeeten;
Men heeft noch kennis noch geweeten;
Men wandelt in de duisternis:
Het wankelt al wat zeker is;
Dies ziet men 's aardrijks grondvest beeven.
'k Heb wel voorheen u d' eer gegeeven,
Dat ik u goden heb genoemd,
en als Gods kinderen geroemd.
| |
§4Gij zult nochtans het leven derven,
En, als gemeene menschen, sterven,
Eens storten van den stoel der eer
In 't graf, als elk der vorsten, neêr.
Sta op, o God! en wil ontwaaken;
Ai! oordeel 't aardrijk; richt de zaaken;
Want Gij bezit op aard alom,
De volkeren in eigendom.
|
|