De boekzaal van Europe. Deel 9
(1700)–Pieter Rabus– AuteursrechtvrijMemoires Politiques, pour servir à la parfaite Intelligence de l'Histoire de la Paix de Ryswick, par Mr. Du Mont.Dat is, Regeerkundige Gedenkschriften om te dienen tot een volkomen verstand der Historie van de Rijswijksche Vrede, door den Heer Du Mont. IV stukken. In 's Gravenhage by F. l'Honoré en S. Foulque 1699. in 12.
VEel behoort 'er toe, om net in den winkelhaak der Regeerkunde te schrijven van zaken van Staat en oorlog, en meer dan het wel toeschijnt zelfs aan zulke, die in wereldwijze boeken tamelijk ervaren zijn. Alle wetenschappen hebben zekere grondbeginssels, welke iemand eerst moet kennen, eer hy zig durft vermeten die te behandelen, of aan anderen voor te stellen. Een Boekman mag groote gaven des vernufts hebben, en een zeer fraay oordeel gebruiken over het gene hy gelezen heeft, nogtans indien hy de Staats-kennis, of Regeerkunde (den geleerden | |
[pagina 365]
| |
met de Grieksche benaming Politika bekend) in alle hare deelen wil verstaan, al had hy Tacitus op zijn duim, al had hy de beste Oude Schrijvers van buiten geleert, al las hy alle dag de boeken van Machiavel, en al doorsnuffelde hy de dagelijksche loopmaren uit de voornaamste deelen van onzen Aardkloot; het zoude niet genoeg zijn om de hedensdaagsche Staatkunde te verstaan, by aldien hy daarenboven zijn werk niet had gemaakt van na te vorschen, en te doorstikken, de Stukken en Schriften, Grieven, en Brieven, Onderhandelingen, Overkomsten, en Bullen, waar mede de Wereldbeheerschers hun regt beweren, waar mede zy zig den eigendom van hunne Rijken, Statendommen, Landen, en Steden aanmatigen, en waar mede zy de Voorregten van hunne aanzienlijkheid tegen hunne nabuuren, of vianden staande houden: ja dat zelfs was dan nog niet genoeg, ten zy hy zijn werk had gemaakt van de zwarigheden en vitteryen te polssen, die in de pligtsplegingen en onthaalzwier der byeenkomsten en Vergaderingen, waar in de Staatsbelangen worden open gelegt, gemeenlijk voorkomen, en eindelijk ten zy hy verstaat hoe men de zaken kan plooijen, en ontplooijen, als ze op het tapijt zijn, in opzigt van bate of schade, die den Vorsten en Overheeren daar uit te wagten staat. Zulk een Schrijver dan, die op een vasten voet zijn lezer de gronden der Regeerkundige Geschillen, Voorvallen, Vrede- en Oorlogszaken wil aantoonen, kan niet beter doen, dan dat hy, nevens een welgeschakeld en beknopt verhaal der geschiedenissen van de tijden, welke hy behandelt, aan den dag brenge de wettige bewijsstuk- | |
[pagina 366]
| |
ken, waar uit het gevolg der dingen in alle hare omstandigheden is afgevloeid. De Heer Du Mont, door zijn Reisbeschrijving vermaard geworden, begon, op 't einde dezer eeuw ter rust gekomen hem zelven te erinneren, wat 'er al wegens de geschiedenissen der voornaamste Vorsten- en Statendommen in 't Christenrijk sedert een reeks van jaren herwaarts geschreven is, en hoe een ygelijk, naar dat zijn aart, geboorte, of eigenbaat, meêbrengt, dezelve opvat of t'huis brengt; dikwils veel vergeet, en van vele dingen een verkeerd denkbeeld krijgt. Hy zag ook, dat de menigte van boeken geen volmaakte History-kennis geeft, maar de goede keure der beschevene stoffe: weshalven hy een herlezing deed van vele voorheen gelezene boeken, en daar uit beknopte uittreksels maakte, die hem tot zijn oogmerk dienden, om naderhand den gebeurtenissen een rang en schikking te geven. Onderwijlen ging de Rijswijksche Vrede voort, en hem beving een lust om de onderhandelingen, daar over gehouden, te ontdekken. Ten dien einde heeft hy zig ingedrongen in de gunst van verscheide Rijks- en Staatsdienaars, of hunne bedienden, die hem geen gebrek hebben laten lijden van byzonderheden, nooit voor dezen in 't ligt gebragt. Ik spreke van zulke byzonderheden, die niet alleen tot den tijd der gemelde Rijswijksche Vrede behooren, maar die te voren zijn gebeurd, en welke men moet weten, om niet onkundig te blijven van de redenen, en oorzaken, voortgangen en gevolgen waar uit de twisten en oorlogen sproten, die met de Vrede nu zijn ter neder gelegd. Aldus geeft | |
[pagina 367]
| |
hy ons gelijk als een Voorgeregt om onze leesgierigheid te scherpen tot een volslagen Geschigtboek, dat hy voornemens is binnen eenige jaren te laten uitgaan met het opschrift van Regeerkundige Historie der zeventiende eeuw: want deze Gedenkschriften leveren een kort begrip uit van al het gedenkwaardigste, sedert de roemrugtige Munstersche Vredehandeling, tot die van Aken voorgevallen, en een ontwerp van geschiedenissen, die met den oorlog van het jaar 1672 tot die van het jaar 1688 afloopen. Onder anderen zal hy een beknopte schetse vertoonen van den Staatshandel, die in de jaren 1673 en 1674 te Keulen is gedreven, nevens ettelijke voorgaande en daar aan gevolgde onderhandelingen, die hy zegt nooit voor dezen gedrukt te zijn, en hem door Staatsdienaars beschikt, welker namen moeten onbekend blijven. Na dat dan deze voordissing van stukken en bescheiden met nog vier of vijf stukken zal vervolgd wezen, hoopt hy zonder uitstel daar by te geven zijne Historie van dat groote Vreêverbond, te Rijswijk getroffen, waar aan zoo vele van onzes Lands Bondgenooten deel hebben. Dit is het, dat de Boekzaalbewandelaars met zig mogen dragen, tot berigt van des Schrijvers oogmerk, in plaats van een uittreksel, 't welk uit dusdanige mengelschriften niet voegelijk kan gegeven werden. |
|