Den Bloem-hof van de Nederlantsche Jeught beplant met uijtgelesene Elegien, Sonnetten, Epithalamien, en gesangen etc(1608)–Anoniem Bloemhof van de Nederlandtsche ieught– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Tot zijn vriendinne. Acht ghy Jongvrou voor geck, mijn clagen dat ic brandt Om dat ick somtijts oock van coude clippertand, Soo dickwils als ghy laet op my dijn oogskens dalen, Terstont begint mijn hert, te vlammen teenemale. Maer so wanneer van mijn, dijn oogskens brant ghy keert, Door coutheyt is terstont dees vlam in my verteert. Dus Jongvrou dijn gesicht, doet my dus heftich branden En dijn afkeerigh oogh van cout my clippertanden. Vorige Volgende