Wijze van uitgave
De Eerste Bliscap heeft ook buiten den kring der vakgeleerden steeds groote belangstelling gewekt, zoodat de uitgave niet louter voor philologen mag berekend zijn. Daarmede is bij de wijze van uitgave rekening gehouden.
De tekst is nauwkeurig naar het handschrift afgedrukt, met dien verstande:
1. | het onderscheid tusschen korte en lange s is opgegeven, en i en j, u en v zijn gebruikt naar hun hedendaagsche klankwaarde; |
2. | eigennamen, en verder alle woorden die er mede gelijk staan, zijn voorzien van een hoofdletter, ook waar zulks in het handschrift niet het geval is; |
3. | de tekst is naar moderne opvatting geïnterpungeerd; waar het handschrift leesteekens heeft, wordt dat echter in de noten opgegeven; |
4. | de verkortingen zijn opgelost; voor zoover het teekens met méér dan één waarde betreft, hebben de voluitgeschreven vormen die het meest voorkomen, tot grondslag gediend, en zijn deze in de noten geregeld vermeld; |
5. | in het aan- en vaneen schrijven der woorden is in den regel het handschrift gevolgd; waar dat niet is geschied, wordt het in de noten medegedeeld. Waar het niet boven allen twijfel verheven is, of twee woorden werkelijk ááneen-, of alleen maar dicht ópeen geschreven zijn, is gehandeld naar eigen inzicht, gewoonlijk zonder nadere rekenschap; |
6. | van alle verandering aan de lezing van het handschrift is in de noten nauwkeurig rekenschap gegeven; die veranderingen zijn onmiddellijk herkenbaar aan den cursieven druk. Toevoegingen staan daarenboven tusschen rechte haakjes en zijn daardoor zonder nadere aanwijzing kenbaar. Ronde haakjes doen dus alleen dienst als leesteekens, naar het gewoon gebruik.
Uitgelaten letters of woorden zijn vervangen door punten, eveneens tusschen rechte haakjes geplaatst: één punt per uitgelaten letter, maar in geen geval meer dan drie. |