De Blauwvoet. Jaargang 1
(1910-1911)– [tijdschrift] Blauwvoet, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOfficieele SteunZoo de inlichtingen die we ontvingen juist zijn wordt de subsidie van 1500 fr. die de Provincie Brabant jaarlijks ter aanmoediging van de Vlaamsche letterkunde beschikbaar stelt en die door de jury gewoonlijk in drie prijzen wordt verdeeld, uitgeloofd dit jaar aan de volgende werken: Lode Baekelmans Sinjoorkens, De Strijd van Constant Eeckels en Adolf Herkenrath's Stille Festijnen. Enkele lijnen over deze boeken... We kunnen er niet toekomen Sinjoorkens als een ernstig boek te beschouwen en we hebben alle reden te gelooven dat hetgeen men ons verteld heeft waar is: namelijk dat dit boek, samengesteld uit sedert jaren verschenen schetsen en novelletjes precies uitgegeven werd omdat Baekelmans de kans zag den prijs van Brabant 1910 te winnen, en hij dus een boek moest hebben, 't was gelijk hetwelk. Het boek dat uit die vermoede betrachting voortgekomen is blijft dan ook beneden het norma eener | |
[pagina 43]
| |
gewetensvolle, rijpe, edele literatuur. Dat belet niet dat Baekelmans, door vroeger werk, waarvoor we oprechte bewondering voelen, en dat onafhankelijker werd uitgegeven, op zijn beurt wel aanpraak maken mocht op de bekroning die hem is te beurt gevallen. We meenen overigens dat het niet alleen dit maar ook de vorige jaren als regel heeft gegolden bij de jury meer de schrijver te bekronen dan wel het afzonderlijke boek dat de premie weghaalt en niet zoozeer een bewijs van waardeering voor een enkel werk te geven, maar wel voor den gezamentlijken arbeid van den auteur. Ook De Strijd van Eeckels vinden we, in zich genomen, minderwaardig werk; voegt men bij De Strijd het Heimwee en de Kruisbloemen dan echter zal niemand de keus der Brabantsch jury beknibbelen: we mochten ons gelukkig achten vele dichters lijk Eeckels in onze literatuur te tellen. Maar een keus waar we absoluut geen vrede mede hebben dat is die welke tot de bekroning van Herkenrath's bloedarmig verzenbundeltje Stille Festijnen heeft geleid: dit zwakke eerstelingsken zal voor zijn vader wel weinig lauweren oogsten, ofschoon misschien voor zijn peter Karel van de Woestijne. De jury heeft er anders over gedacht. We houden er aan te herinneren dat gelijktijdig met dat flauw, Van de Woestijne-nadreunend verzenbundeltje verschenen is; Het Licht van Jan Van Nijlen. Daar waren ook werken verschenen van Piet van Assche, De Ridder, Van Offel enz. Maar ‘les goûts et les livres ne se discutent pas’.... Een ding verwondert ons: vermits Baeckelmans en Herckenrath bekroond worden, waarom kreeg Delen's Prinskensdag geene medalie? De jongen had zich anders veel moeite gegeven om een prijsken te veroveren: wie herinnert zich niet de nobele verdediging die hij ten bate van Vermeylen en van Van Nu en Straks op zich nam, den ijver waarmede hij alle mogelijke concurenten van kant schoof, de breedgeestigheid waarmede hij in den liberalen kring Nieuwe Wegen den katholieken publicist Edmond de Bruyn deed uitnoodigen (ge moet weten dat Edmond de Bruyn en August Vermeylen de bazen der jury zijn) enz., enz. We nemen deel in Mr Delen's ontgoocheling. Son ardeur était digne de plus fructueuses causes.... Nog een ander nieuwsje. De provincie Brabant stemt erin toe tegenwoordig ook subsidies aan de Vlaamsche tijdschriften te verleenen. Tusschen de Vlaamsche tijdschriften werden 500 fr. toegekend aan het tijdschrift Ontwaking en Nieuw Leven. (1)Ga naar voetnoot1 Als eerste vraag stelt zich deze: indien een Vlaamsch tijdschrift eene ondersteuning verdient is het dan Ontwaking? We discuteeren hier niet de vergelijkende waarde van Ontwaking wanneer gezet naast andere tijdschriften. We zeggen eenvoudig dit: dat het ons niet billijk blijkt dat een tijdschrift zoo slecht ingericht, zoo weinig solied, zoo onregelmatig uitgegeven als het tijdschrift Ontwaking, dat er in gelukt is op heel het jaar 2 dubbele nummers uit te geven in plaats van de 12 nummers waarop zijne lezers recht hebben en die van zijne levenskracht en van zijne degelijkheid zouden moeten getuigen, verkozen worden boven tijdschriften lijk De Vlaamsche Gids, De Boomgaard Dietsche Warande, Vlaamsche Arbeid, die ten minste op tijd verschijnen kunnen, met toereikende kopij. Zouden hier intrigues, kruiperijën en konkelfoezerij in 't spel zijn? wij hopen het niet... ‘We zullen dit land schoon maken’ schreef de meester August Vermeylen. All right! Maar we moeten er ook de schoone letteren eerlijk houden. We zouden reeds al te veel misbruiken bekend te maken hebben zoo we ons aan 't werk moesten zetten, 't Is jammer.... Fra Diavolo. |
|