dekens op het bed liggen en 's avonds als ik het bed ga opmaken ergens op een bank of tafel gedeponeerd worden.
Geen grote thema's, geen uitweidingen over het onrecht dat haar en haar medebewoners van Westerbork werd aangedaan en slechts af en toe een passage over het verdriet van de gevangenen of de angst voor wat komen zou. Wél, daarentegen, een beklemmend beeld van een kamp dat het voorportaal was van de ondergang, maar niet de vernietiging zelf.
Het lag dan ook voor de hand dat er een poging zou worden ondernomen om deze brieven, in het Nederlands geschreven door een Nederlandse vrouw, ook in Nederland te laten verschijnen. De noodzaak van zo'n boek werd nog dringender toen bleek dat ook Hildes zoon Otto brieven had geschreven, lang na de oorlog: wonderlijke, kleurrijke epistels, totaal anders dan wat zijn moeder had geschreven, maar handelend over hetzelfde onderwerp: de Jodenvervolging. Brieven van iemand die wél had overleefd, maar zijn hele leven een oorlogskind was gebleven:
Als ik in de spiegel kijk, verbaast het me altijd weer dat ik een kale man zie met een bril. Want achter die ogen bevindt zich een kind van drie jaar, dat nog altijd niet gelooft dat alles is verdwenen. En dat nog steeds gelooft dat het alleen maar op de goede knop hoeft te drukken en de dingen voorgoed op een rijtje hoeft te krijgen, om deze idiote nachtmerrie te laten eindigen. En dat het dan terug zal zijn waar het thuishoort: bij zijn moeder, zijn vader en zijn grootouders. In de tuin achter het huis, zijn eigen kamer, zijn eigen bed. In veiligheid. Dan zal het kind van drie jaar een jeugd hebben, en opgroeien om iemand te worden.
De brieven van Hilde en Otto Verdoner, omlijst door enkele herinneringen van Hildes echtgenoot en gevolgd door een gedicht van haar kleindochter, laten zien wat de Jodenvervolging heeft aangericht onder verschillende generaties: de zorgen van Hilde, van wie de lezer weet wat haar lot was, de wanhoop van haar man na de oorlog, de levenslange zoektocht van haar zoon Otto naar de verloren tijd.
Voor veel lezers zal Levenstekens herinneringen oproepen aan het razend populaire boek Haar naam was Sarah van Tatiana de Rosnay uit 2006 (in 2010 verfilmd), over moderne, internationaal georiënteerde mensen in wier leven de oorlog centraal staat. Zo lijkt ook het leven van Otto Verdoner in Amerika op het eerste gezicht ‘gewoon’, maar ook bij hem speelt de oorlog een centrale rol. Misschien zal ook Levenstekens een volgende generatie aanleiding geven tot het stellen van vragen en tot scherp observeren.
Hilde Verdoner, Levenstekens, brieven uit Westerbork (Boom, Amsterdam 2011)