Biografie Bulletin. Jaargang 20
(2010)– [tijdschrift] Biografie Bulletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |||
Het Letterenhuis
| |||
[pagina 14]
| |||
nalatenschap van een schrijver inhoudt: handschriften en alle mogelijke versies van teksten, persoonlijke documenten als diploma's, notitieboekjes, agenda's, dagboeken, en idealiter natuurlijk ook brieven. Correspondenties bevatten gegarandeerd cruciale informatie voor de onderzoeker en de biograaf. Maar het schrijversarchief bevat doorgaans enkel de brieven die de schrijver bij leven ontvangen heeft. De brieven die hij of zij zelf schreef, zitten in de archieven van de correspondenten, behoudens de afschriften of duplicaten die de briefschrijver zelf heeft bewaard. En dat maakt de zaak natuurlijk al wat gecompliceerder. Zo bevinden zich de brieven die Willem Kloos en Albert Verwey aan August Vermeylen schreven in het archief van Vermeylen in het Letterenhuis. Maar de brieven van Vermeylen moet je in Den Haag gaan zoeken, waar de archieven van Kloos en Verwey worden bewaard. Nochtans is dat niet iets wat voor elke onderzoeker, c.q. biograaf vanzelfsprekend is. Het Letterenhuis bewaart bijvoorbeeld 215 brieven van Henriette Roland Holst. Een groot deel daarvan komt uit het archief van het Internationaal Socialistisch Bureau van Camille Huysmans. Een nog groter pakket brieven vinden we in het archief van Marie-Elisabeth Belpaire (1853-1948), de bezieler van het fusietijdschrift Dietsche Warande en Belfort, boegbeeld van het Vlaams katholiek réveil uit het begin van de twintigste eeuw en oprichter van scholen voor meisjes als in 1919 de Katholieke Hogeschool voor Vrouwen. Een interessante correspondentie dus, die helaas niet werd ingekeken door Henriette Roland Holst-biograaf Elsbeth Etty. Nochtans worden al die brieven vermeld in onze databank Agrippa, die via het web door iedereen kan worden ingekeken. Een eenvoudige zoekoperatie toont dat het Letterenhuis ook van Adriaan Roland Holst zestig brieven bewaart, hoofdzakelijk uit het archief van Jan van Nijlen; van Louis Couperus vierentwintig brieven, en ga zo maar door: ook Albert Helman, Theun de Vries, J.C. Bloem, Geert van Oorschot, W.F. Hermans, Simon Vinkenoog en vele andere Nederlandse schrijvers hebben brieven geschreven die via hun bestemmelingen in dit Letterenhuis terecht zijn gekomen. Agrippa maakt dat zichtbaar. | |||
Wat niet beschreven staat bestaat nietToch moet ik dit goede nieuws meteen relativeren. Agrippa, de databank die bovengenoemde informatie verschaft, is vooral ook misleidend. Agrippa geeft de indruk dat de archieven ontsloten zijn en hun geheimen prijsgeven, en natuurlijk is dat ook zo, alleen, dat geldt enkel voor de archieven die op die wijze ingevoerd zijn in het systeem, en dat gaat slechts over een fractie van de in het Letterenhuis bewaarde archieven. We hebben het al vaker van doorwinterde Agrippa-vorsers moeten horen: de perceptie is dat Agrippa toont dat wat niet beschreven is, niet bestaat. Conclusie: Agrippa voldoet niet. Het is een databank die gestoeld is op de bibliotheekpraxis: alles wordt stuksgewijs beschreven: een brief, een handschrift of een foto. Maar een archief is geen bibliotheek. Een archief bevat vaak duizenden documenten, die onmogelijk individueel beschreven kunnen worden. Ik wil hier niet te theoretisch klinken, maar in de archiefwereld primeert het herkomstbeginsel. Iemand heeft het archief gemaakt: | |||
[pagina 15]
| |||
de schrijver, de uitgever, de biograaf, kortom de archiefvormer, en dat moet in de archiefbeschrijving gerespecteerd worden. Wij gaan dus een nieuwe Agrippa laten ontwikkelen, die archieven als zodanig beschrijft. Ik wil de problematiek verduidelijken aan de hand van een voorbeeld. Wie in Agrippa de naam Ivo Michiels intikt, stuit op verbluffende cijfers wat de brievencollectie Michiels in het Letterenhuis betreft: 2.068 brieven van Ivo Michiels; 1.747 brieven aan Ivo Michiels; 6.116 brieven geschonken door Ivo Michiels. De onderzoeker is geneigd uit bovenvermelde data te concluderen dat het quasi-volledige brievenarchief van Michiels in het Letterenhuis aanwezig is. Tot we die data onder de loep gaan nemen. De 2.068 brieven van Ivo Michiels komen uit de archieven van zijn correspondenten. De 1.747 brieven aan Ivo Michiels zijn afkomstig uit de archieven van de tijdschriften Nieuw Vlaams Tijdschrift en Randstad, waarvan Ivo respectievelijk secretaris en redacteur was en die hij in die hoedanigheid ook heeft overgedragen. De 6.116 brieven geschonken door Ivo Michiels betreffen alle brieven uit de archieven van Nieuw Vlaams Tijdschrift en Randstad. U begrijpt, al deze brieven hebben niets te maken met het persoonlijke archief, het literaire archief van Ivo Michiels. Toch bewaren wij dat ook. Het is vrij recent in drie zendingen binnen gekomen. De omvang van dat archief is acht strekkende meter en bevat ongeveer 1500 brieven van vrienden, collega's, uitgevers, onder wie Simon Vinkenoog, Hugo Claus, Geert Lubberhuizen en Cyriel Offermans, om maar enkelen te noemen. Het archief bevat verder zowat alle handschriftelijke versies van zijn oeuvre; het bevat vertalingen, contracten, agenda's en andere persoonlijke documenten, filmscenario's, scripts en noem maar op. Om al die documenten individueel te beschrijven, zoals de huidige Agrippa is opgevat, heb je jaren menskracht vandoen. En zo hebben we tientallen belangrijke literaire archieven in huis. Die archieven blijven noodgedwongen onttrokken aan het oog van de onderzoeker, want de huidige Agrippa biedt geen mogelijkheid om de onderzoeker te attenderen op dat mooie grote organische geheel. Agrippa kan immers geen archief in zijn totaliteit beschrijven. Het nieuwe archiefbeheersysteem moet dat wel kunnen. Het zal het archief trapsgewijs ontsluiten, van algemeen naar specifiek. In een eerste fase kan de onderzoeker erop worden geattendeerd dat het archief Michiels in het Letterenhuis aanwezig is, acht strekkende meter beslaat, met daaraan gekoppeld een korte omschrijving van de diverse archiefbestanden. Naarmate de archiefontsluiting vordert, kunnen meer gedetailleerde resultaten aangevuld worden, gefaseerd en gestructureerd. ‘Correspondentie’ bijvoorbeeld kan al gespecificeerd worden in rubrieken als zakelijke brieven, brieven aan literaire vrienden en brieven aan familie, om een globaal beeld te geven. U moet denken aan een soort van boomstructuur waarvan de takken almaar voller en rijker worden. Wij streven ernaar het nieuwe systeem tegen juni 2011 operationeel en online te hebben. Wat zal blijven gelden is dat een archiefinstelling geen zelfbedieningszaak is waar hapklare brokken voor het grijpen liggen. Het toegankelijk maken van een archief moet gericht zijn op het bieden van sleutels | |||
[pagina 16]
| |||
en van toegangen tot de informatie, opdat de onderzoeker zelf opzienbarende ontdekkingen kan doen. De nieuwe Agrippa zal transparanter zijn: u zult weten welke archieven we bewaren, welke verschillende bestanden een bepaald archief bevat; u zult de mogelijkheid hebben om archiefdozen met persoonlijke documenten op te vragen en zelf te doorzoeken op relevant materiaal. Aan de hand van de brieven die u aantreft in het archief - van Ivo Michiels bijvoorbeeld - kunt u op zoek gaan naar de archieven van de correspondenten om aldus ook de brieven van Michiels zelf op te sporen. Via het veld ‘verwante archieven’ willen wij in de toekomst ook kunnen verwijzen naar andere instellingen als bibliotheken en musea, waar aanvullend materiaal wordt bewaard. En natuurlijk staat ook de wetenschappelijke staf met zijn kennis en expertise in de leeszaal klaar voor de onderzoeker. Want het is onze taak om zo goed mogelijk over de bronnen te informeren zodat zij optimaal kunnen worden gebruikt. De valorisatie van een archief in een onderzoeksresultaat, in een studie of een biografie, blijft immers het hoogste doel.
Letterenhuis Minderbroedersstraat 22 B 2000 Antwerpen www.letterenhuis.be | |||
Literatuur
|
|