Biografie Bulletin. Jaargang 20
(2010)– [tijdschrift] Biografie Bulletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||
De vertaling van katvis
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||
Waar poëzie en marinebiologie bij elkaar komen (Zeekat met duiker. Carlos Villoch/imagequestmarine.com)
Bij onderwater-life writing heb je, net als bij andere vormen, te maken met filosofische en esthetische, én met commerciële en persoonlijke paradigma's. In boekwinkels vind je dergelijke literatuur meestal bij algemene boeken over de zee, of bij de afdeling populaire wetenschap. Onderwatermemoires worden meestal niet als life writing aangeprezen. Neem Eugene H. Kaplan. De titel van zijn boek, Sensuous Seas, duidt op marinebiologie; de ondertitel, Tales of a Marine Biologist, lijkt naar literaire autobiografie te verwijzen. De classificatieproblemen worden mooi tot uitdrukking gebracht door een recensent die de auteur ‘deels Indiana Jones, deels Richard Feynman, en deels Woody Allen’ noemt.Ga naar eind1 De auteur zelf is zich bewust van deze generische complexiteit: in het woord vooraf, waarin hij ene miss Nubile, een verwarrend mooie studente, vergelijkt met een buiskwal, beschrijft hij die analogie als ‘een voorbeeld van de structuur van elk hoofdstuk: een dramatisch, motiverend verhaal gevolgd door een biologische tekst, verlevendigd door persoonlijke ervaringen’. Literaire categorisering is een vertalingact ten behoeve van de lezer. Kaplans boek is ook een mooi voorbeeld van hoe onderwatermemoires vaak zowel biografisch (de zee als onderwerp) als autobiografisch (de auteur als onderwerp) zijn. Net als in getuigenisliteratuur zijn ook in onderwatermemoires stem en wereld afhankelijk van elkaar: beide worden gevormd door een medium, in dit geval water. Het ‘leven’ in marine life writing is daarom zowel biologisch als literair. In 1960 verklaarde een innovatieve auteur ietwat ongemakkelijk: ‘Hoewel de zee niet letterlijk “leeft”, is het een dynamische entiteit, en daarom hoop ik dat het woord “biografie” in de titel niet al te zeer misplaatst is.’ (Carrington, xv) Sindsdien hebben verschillende ontwikkelingen, vooral de groeiende populariteit van flesduiken, het mensen mogelijk gemaakt zich onder de verschillende levensvormen in het water te scharen en oceanische auto/biografie te creeren. Onderwaterliteratuur is geënt op natuurwetenschap, kunst en avontuur, en vertelt over het veranderende leven. De ingekorte tweede strofe van Ariels lied uit The Tempest, dat soms onder de titel ‘Full Fathom Five’ apart wordt afgedrukt, lijkt het genre als een bovennatuurlijke tekst te achtervolgen:Ga naar eind2
Full fathom five thy father lies;
Of his bones are coral made;
Those are pearls that were his eyes:
Nothing of him that doth fade
But doth suffer a sea-change
Into something rich and strange...Ga naar eind3Ga naar einda
Metamorfose wordt hier gekoppeld aan schoonheid, maar de resonantie van deze regels wordt teweeggebracht door de manier waarop ze de transformatie in exquise dingen - koraal, parels - in balans bren- | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||||||||||
gen met iets anders, iets wat je niet kunt uitdrukken; iets abstracts. Het is bovendien duidelijk dat Ariels stem de magie van Prospero oproept. Wat de zee doet, is magisch. | |||||||||||||||||||||||||||
Zilverkleurige zandspieringen en knorrige krabbenEen van de manieren waarop de magie in onderwater-life writing tot uitdrukking wordt gebracht, is het oproepen van de kindertijd. Natuurlijk is het de rigueur om in postromantische life writing naar je kindertijd te verwijzen. Maar in onderwatermemoires krijgt dat de functie van een epifanie, een vaak geïsoleerde locatie van ontdekking en zelfontdekking, waarbij het gevoel van lotsbestemming, gekoppeld aan de latere carrière van de auteur, een grote rol speelt. Een bepaalde ordening getuigt van agency en waarneming, vertraagd door de watermassa en verscherpt door het proces van vervreemding, zoals dat onder water plaatsvindt. Zo laat Eugenie Clark in het majestueus getitelde Lady with a Spear haar intrede in de wereld onder water beginnen met een bezoek aan het Aquarium in New York toen ze negen jaar oud was. Dat leidde tot de volgende droom, waarmee ze haar memoires begint: Ik nam een paar keer diep adem, zette mijn duikbril recht, checkte het veiligheidsslot van mijn geweer en dook weer in de Rode Zee terug. De richel waaronder de oranje en bruin gestreepte schorpioenvis zich schuilhield, bevond zich ongeveer drie meter onder het wateroppervlak. Dit zou een gemakkelijke vangst worden. Ik kwam bij de richel aan en terwijl ik zorgvuldig het giftige koraal dat daar groeide meed, pakte ik de richel vast om mezelf in de diepte te houden. Langzaam richtte ik mijn geweer op het wezen dat op een schitterende bloem met fijn toegespitste bladeren leek. Het reageerde nauwelijks op me, vertrouwende op de bescherming van de giftige stekels, die zich in die ‘bladeren’ schuilhielden. In een passage die het hart van Hélène Cixous zou verwarmen, laat Clark zich inspireren door het beeld van haar in de zee zwemmende moeder - een zeldzaam moment van matrilineariteit in onderwaterlife writing. De doorbraak in haar carrière kwam toen ze oog in oog kwam te staan met de humuhumunukunukuapua'a in het aquarium van Waikiki, een boek schreef over Hawaiiaanse plectognathi - ook wel bekend als het Kinsey-rapport over vissen - en wereldwijd de beste kenner werd van visfysiologie.Ga naar eind4 De waarschijnlijk bekendste Britse exponent van onderwaterlife writing is Trevor Norton, die struinend langs de kille stranden van het noordoosten van Groot-Brittannië opgroeide. Als veertienjarige zag hij op de televisie de film Diving to Adventure van Hans Hass, en raakte daar zo door geïnspireerd dat hij besloot de knappe Oostenrijker en diens zinnelijke echtgenote Lotte te imiteren: ‘Uitgerust met een duikbril, amfibieënvoeten en een roostervork die ik aan een bamboestok had vastgebonden, liet ik me in St. Mary's Island van de zandstenen platen de koude en troebele zee inglijden.’ Nadat hij had uitgevogeld hoe je door een snorkel moet ademen en een duikersbril rechtzet, raakte hij in vervoering - ‘je onder water bevinden was opwindender dan ik me ooit had voorgesteld’: | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||||||
Ik werd overweldigd door een caleidoscoop van nieuwe beelden: de elegante wanorde van het lui zwabberende zeewier, de ongeplande ontmoetingen met zilverkleurige zandspieringen en knorrige krabben... Dit, besloot ik, was de echte wereld. In de met lucht gevulde zolder boven het wateroppervlak wilde ik niet leven. De frisse en levendige zee was precies wat het land niet was. Op het land ploeteren we voort, als slachtoffers van de zwaartekracht. Het land is niets anders dan een oppervlakte waarop je kunt staan, de wind is een gemene lastpost. Onder water word je, gewichtsloos en vaak overgeleverd aan de stroming, one with the flow. Onverwachte ontmoetingen (‘Duiker met een school horsmakrelen.’ James D. Watt/imagequestmarine.com)
Wie als kind de veranderlijkheid van de zee heeft leren kennen, heeft als volwassene vaak oog voor biologische metamorfoses. Norton verwijst naar de korte en vluchtige ontwikkelingsfase in de vierde week van een embryo, wanneer het kieuwen heeft; Hans Hass roept de evolutionaire ontwikkeling voor de menselijke soort in herinnering - We Come from the Sea, zoals hij het uitdrukt - als hij het over de oernucleus heeft, en: al die overweldigende evolutionaire mogelijkheden die van het eerste stukje levende materie leidde tot de Mens met zijn immense potentiaal aan geestelijke ontwikkeling. Dit wonder, zoveel omvattender dan een enkele creatie van alle soorten levende organismen, vond plaats ergens in de baarmoeder van de oceaan. Die gedachte, die ik altijd met me meedraag, heeft ertoe geleid dat ik alles wat ik in de zee heb gezien en meegemaakt met verdubbelde eerbied en nieuwsgierigheid beschouw. Deze vertellingen over verbinding passen in een wetenschappelijk raamwerk, waarin waarnemingen van andere soorten worden gemaakt vanuit het besef dat de schrijver en de lezer tot de menselijke soort behoren. Het discours van wonder dat daarbij tot uitdrukking komt, geeft wetenschappelijke teksten een zeker literair karakter terug. Het geeft de droge, empirische schrijfstijl, die, gestimuleerd door de Royal Society, sinds de jaren tachtig van de zeventiende eeuw de overheersende, officiële taal is van de wetenschap, iets rijks en iets vreemds. Ik zeg dat het iets rijks en vreemds teruggeeft, omdat de wetenschap de verwondering eigenlijk nooit heeft uitgebannen; sinds de renaissance is de verwondering altijd gepaard gegaan met nieuwsgierigheid (zie Evans en Marr). Zoals William Beebe uit- | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||||
legt, half onder water in een getijdenzone in de tropen in de jaren twintig van de vorige eeuw: De periode tussen de getijden is de wildste plaats die op de aarde nog bestaat [...]. Wat het zo fantastisch maakt, is dat je jezelf voor een derde onder water voelt, voor een derde begraven in stevig zand, en de rest van jezelf badend in de lucht die je inademt, precies zoals ik me op dat moment voelde. Wie zich op de grens van twee verschillende landen of staten bevindt, voelt vaak een bepaalde verrukking. Het is echter vele malen verrukkelijker om je tegen drie vormen van materie aan te nestelen - vast, vloeibaar en gasachtig - en dan met extra verrukking vast te stellen dat je je bovendien in een vierde staat lijkt te bevinden - een mentale en spirituele staat.Ga naar eind5 Met een gevoel voor ironie dat vrij gebruikelijk is in onderwatermemoires - duiken bevordert het gevoel voor humor - vertelt Beebe hoe hij een schok krijgt van een elektrische aal die langs zijn voet glijdt en hoe hij daardoor uit zijn ‘hypnotische dieptes’ opschrikt; de aal vervangt iets ‘zo rijk en vreemd’ door iets ‘zo moderns en conventioneels’. Een veelvoorkomend thema van onderwatermemoires is de paradox dat de diepte het transcendente oproept. Dit is het meest complexe aspect van het genre - het is eerder goddelijk dan religieus. ‘Ik aanbid de innerlijke vrede die het onderwater zijn met zich mee kan brengen’, schrijft Tim Ecott, reflecterend over ‘de gedachten die in de diepte aan de oppervlakte komen’. Philippe Diolé perfectioneert onderwatermeditatie in zijn filosofische trilogie door het literaire aspect ervan te benadrukken. Volgens hem zijn woorden geschikter dan foto's, die hij ‘valkuilen van gelatine’ noemt: Wat we nodig hebben is een poëtische transpositie die de waardigheid van de wereld onder water tot uitdrukking kan brengen [...]. Er zijn generaties schilders, tekenaars en dichters voor nodig geweest om min of meer adequaat de gevoelens weer te geven die we ervaren als we een landschap waarnemen, om de harmonie uit te drukken die bestaat tussen de lijnen van de aarde en de menselijke sensibiliteit, tussen een open ruimte in een bos en de essentiële melancholie van de mens. Nu, in de twintigste eeuw, stelt de zee ons voor een soortgelijke opgave. Diolé voert deze opgave met analytische diepgang uit. Hij is de dichter van het rijke en de filosoof van het vreemde. Het eerste hoofdstuk van het eerste deel van zijn trilogie is volledig gewijd aan de vertaling van het bewustzijn dat gepaard gaat met het onderwater-zijn. Daarbij laat hij alle narratieve verwachtingen varen. Terwijl hij soms letterlijk onder water schrijft (wat mogelijk is met een potlood en een lei), onderzoekt hij zowel het gevoel van vervreemding als ook het sublieme. Hij laat zelfs zien dat het sublieme, dat het zelf overweldigt en in een verhoogde staat van wanorde tot zichzelf laat terugkeren, onder water niet altijd een even aangename ervaring is. De oceaan kan een unheimisch gevoel oproepen: ‘In het vloeiende blauw van de zee, zonder enige markering, voelt de menselijke intelligentie zich niet thuis, en soms kun je dat zien. Te veel water brengt het in de war en smoort het. De grenzenloze uniformiteit boort zich in de ogen van de duiker. Het | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||||||
lijkt [...] alsof hij door een “blauwe muur” wordt omsloten.’ Net als astronauten en bergbeklimmers ervaren aquanauten de grenzenloze ruimte als een bevrijding - en als existentiële eenzaamheid. De vertaling van het bewustzijn (‘Snorkelen en vrij duiken.’ James D. Watt/imagequestmarine.com)
Er bestaat een subgenre van onderwatermemoires, waarin het blauw wijkt voor het zwart en kleur voor bioluminescentie - het meest gebruikelijke communicatiemiddel op deze planeet. Zoals Diolé opmerkt: ‘Ik houd van die plekken waar de mens nog niet helemaal zeker is van zichzelf.’ De vreemdheid van de diepzeewereld vereist extra inspanning als je die wilt vertalen. Dit heeft deels te maken met de extra moeite die het kost om veilig naar de diepte af te zakken en weer terug te komen, maar meer nog met het gegeven dat mensen de diepzee vreemd genoeg nog steeds als een plaats beschouwen die het voorstellingsvermogen te boven gaat. Zoals Sylvia Earle opmerkt: ‘Omdat ik van nature een zuurstofademend, zonaanbiddend zoogdier ben, heeft het een tijd geduurd eer het besef zich in mijn hersenen kon vastzetten dat het grootste deel van de biosfeer uit oceaan bestaat. Al het leven op aarde leeft op zijn minst de helft van de tijd in het donker en het grootste deel leeft altijd in het donker - in de diepte van de zee.’ De onevenredige aandacht die de wetenschap schenkt aan het gedeelte van de aarde dat door de zon wordt verlicht, wijt ze aan ‘het merkwaardigerwijze wijdverspreide idee dat de zee niets te maken heeft met de basisprocessen op aarde die het menselijk leven mogelijk maken, terwijl de zee nu juist het fundament is van die processen’. Pioniers op het gebied van life writing hebben zich ervoor ingezet dit gat te dichten. De ontwikkeling van diepzeeinstrumenten en gereedschap heeft geleid tot verwonderde beschrijvingen van buitengewone levensvormen en extreme omgevingen, zoals de hydrothermale bronnen die in 1977 voor de kust van het Galápagosrift werden ontdekt. Een diepzeewetenschapper gaat ervan uit dat er in de buurt van hydrothermale bronnen meer dan zeshonderd nieuwe soorten zijn geïdentificeerd, wat neerkomt op één nieuwe soort per drie weken;Ga naar eind6 op sommige plekken gebeurt dat nog veel vaker. Zoals de filmmaker James Cameron, niet onbekend met buitenaardse wezens,Ga naar eindb het uitdrukt: ‘Er bestaat een waanzinnig grote hoeveelheid biomassa [...] Dante's inferno meets Chinees spitsuur.’ (Macinnis, 173) Hydrothermale bronnen bevatten ‘waarschijnlijk de ongewoonste verzameling levende wezens die ooit door een man zijn aanschouwd.’ (Ellis, iii) Of door een vrouw: de onderwaterpiloot Cindy Lee van Dover schreef twee versies van haar ontmoetingen: een biologieboek en haar memoires, The Octopus's Garden. Een seismoloog die bij het onderzoek was betrokken, vond dat ‘ze een dichter hadden moeten sturen’;Ga naar eind7 Van Dover bleek er een te zijn. De sterattractie en het uithangbord voor de hy- | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||||
drothermale bronnen waren de reusachtige kokerwormen die in de Grote Oceaan (maar niet in de Atlantische Oceaan) werden gevonden. Riftia pachyptila kunnen zonder zuurstof en zonder licht leven, en toch groeien ze in grote, dicht op elkaar gepakte groepen. In de woorden van Van Dover: ‘Het zijn bijna twee meter lange krachttermen, briljante schreeuwen’. In 1979 wandelde Sylvia Earle in haar eentje tweeëneenhalf uur lang op een diepte van 381 meter langs de kust van O'ahu, in een soort ruimtepak dat normalerwijze wordt gebruikt bij bergingsoperaties. ‘Terwijl ik onder water voortploeterde, voelde ik me net een dronken krab, of een wandelende koelkast’, zei ze. Om het marineleven een plaats te geven, wendde ze zich tot de poezie. Haar levendigheid gebruikte ze daarbij als literaire spil: De gouden stralen van de middagzon drongen door tot in de eerste paar meter, maar langzamerhand gingen de kleuren op in de blauwe oneindigheid, terwijl diep indigo werd getemperd door zwartblauw, de blauwomrande donkerte van de schemer of het vroegste daglicht. En er waren sterren, tenminste, daar leek het op: kleine bioluminescente wezens die schitterend zilverblauw fonkelden voor het raampje waardoor ik de ‘binnenste’ ruimte van de aarde verkende [...]. Ik liet een ogenblik alle gedachten aan de plannen voor een zorgvuldig opgezette wetenschappelijke evaluatie varen. In plaats daarvan genoot ik van het gevoel er te zijn, in het besef dat wat hier gebeurde volkomen anders was dan wat ik ooit eerder had meegemaakt - volkomen anders ook dan wat iemand ooit eerder had meegemaakt. Wat kunnen woorden teweegbrengen? (Katvis. James D. Watt/imagequestmarine.com)
Terwijl ze toekeek hoe een krab op z'n tenen langs wandelde, een boeket gorgoon koraal gracieus met zich meedragend, vroeg Earle zich enigszins wrang af wat die van haar dacht, ‘een vreemd, rechtop lopend wezen dat op klunzige wijze zijn territorium afstruinde’. Nadat ze naar de oppervlakte was teruggekeerd, werd ze overstelpt met vragen, maar tot haar grote frustratie werden haar pogingen om de wereld van de diepzee in taal om te zetten, vertaald in schreeuwerige krantenkoppen als ‘dappere mama's historische duik naar de bodem van de wereld’. Om meer mensen te winnen voor de schoonheid, complexiteit en de noodzaak om de oceanen te begrijpen, zette Earle life writing in als een krachtig medium. In onderwatermemoires wordt het eco-logografische vaak op subtiele wijze in harmonie gebracht met het ego-logografische. | |||||||||||||||||||||||||||
Zeekatten en pijlintkvissenDe grootste beweging op onze planeet is verticale migratie; elke nacht stijgen miljoenen zeewezens uit de zee op om zich te voeden. Voor het eerste zonlicht verschijnt, verdwijnen ze weer naar beneden. Je zou | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||||
kunnen stellen dat onderwaterteksten zich eveneens het best door middel van een verticale as laten definiëren: je kunt ze onderverdelen in diepzeeliteratuur, duikliteratuur en kust- of littorale literatuur. Je kunt ook een historisch overzicht geven van het genre, maar hoewel iedere schrijver een zwak heeft voor Hass en velen Jacques Cousteau als inspiratiebron beschouwen, is er nauwelijks sprake van literaire verbindingsstromen. Hoewel de bodems van sommige zeeën helaas het toneel zijn van nationalistische uitingen, maken de nimmer aflatende geheimzinnigheid van de oceanen en het interculturele karakter van het duiken het onderwaterschrijven relatief ontvankelijk voor internationaliteit: het heeft allemaal meer te maken met een groep dan met nationaliteit. Een factor daarbij is het probleem hoe je een landstaal ontwerpt voor dingen die of in de moedertaal niet bestaan, of die wetenschappelijke namen hebben die terugvertaald moeten worden in de gewone spreektaal. Philippe Diolé klaagt dat ‘praktisch niets onder water een Franse naam heeft. Als een duiker over zijn ontdekkingen wil praten zoekt hij tevergeefs naar woorden: ze bestaan niet’. Maar hij heeft hoop: ‘Omdat we ons nog steeds op de bakermat van deze submarinetaal bevinden, is dit de tijd en gelegenheid om in het geweer te komen: dit is de tijd om soortnamen te verzinnen.’ Verwijzend naar de Engelse vertaling van zijn werk meent Diolé dat de vertaling naar een submarinetaal geholpen zou zijn door wat hij het Engelse humanisme noemt, maar vooral door poëzie. Waarom? Omdat poëzie ‘de minst misleidende taal is waarin je met toestanden kunt goochelen die nauwelijks herkenbaar zijn en die het bewustzijn niet kan vatten’. Mary Besemeres heeft ooit gesteld dat natuurlijke talen essentieel zijn voor de ontwikkeling en de substantie van het zelf. Maar taal onder water wordt gebroken door een ander medium: onderdompeling betekent verplaatsing uit het natuurlijke. Om te beginnen kun je, tenzij je over een heliumhelm beschikt, onder water niet praten. Degenen die gebarentaal beheersen kunnen communiceren als gewend; de meeste persluchtduikers leren een recent ontwikkelde internationale gebarentaal waarmee ze beperkt kunnen communiceren (hoewel ik ooit getuige was van een zeer expressieve echtelijk ruzie). Mijmerend over de bestanddelen van de taal, stelt Diolé vast dat hij het het moeilijkst vindt om ervaring om te zetten in taal. Topoi voor zeeleven (Caribische rif pijlinktvis [Sepioteuthis sepiodea]. James D. Watt/imagequestmarine.com)
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||||
In teksten over natuurlijke historie wordt veel aandacht besteed aan het ‘vertalen’ van de levens van bepaalde wezens door middel van accurate beschrijvingen en uitleg. De topoi voor vormen van zeelevens zijn niet veel anders dan de topoi die T.S. Eliot op sombere wijze voor mensen uitstippelde: geboorte, huwelijk en dood, alleen hier, eten, seks en dood (en soms allemaal tegelijk). Veel aquanauten voelen zich aangetrokken tot een bepaalde soort; sommigen houden van haaien, anderen van schildpadden. Vaak wordt er ook een verschil gemaakt tussen macro- en microleven, en dat wordt versterkt door duikende fotografen die, eer ze afdalen, hun lens moeten afstemmen op het een of het ander. Persluchtduikers versieren hun logboekaantekeningen vaak met persoonlijke stempels: de keuze voor het ontwerp drukt een bepaalde affiniteit uit met een zeedier. Ikzelf heb een groot aantal favoriete wezens; ik heb een zwak voor cephalopods of koppotigen, lid van de familie van weekdieren waartoe ook de zeekat, octopus, pijlinktvis en nautilus horen. ‘Week’ behoeft een toelichting: de interne skeletschelp van de zeekat is letterlijk gereduceerd tot zeeschuim, een lichte structuur van calcium carbonaat dat kamers heeft die gevuld kunnen worden met gas en zo het drijfvermogen van het dier kunnen beïnvloeden.Ga naar eind8 Ironisch genoeg kennen de meeste mensen de zeekat alleen van het broze zeeschuim dat na de dood van de zeekat als een marinespook op het strand aanspoelt. Vanwege hun zachte lichamen hebben zeekatten en andere ongepantserde koppotige bepaalde afweermechanismen ontwikkeld. Ze beschikken over een uitstekend waarnemingsvermogen en hebben W-vormigeW-vormige ogen (Katvis [Sepia sp.]. Jeff Yoneva/imagequestmarine.com)
ogen die grote aantrekkingskracht uitoefenen op fotografen. Een pijlinktvis kan, gebruik makend van straalaandrijving, met grote snelheid achterwaarts ontsnappen. Een octopus, de goochelaar van de zee, kan een mantel om zich heen gooien die hem onzichtbaar maakt, of in spleten verdwijnen. De meeste zeekatten kunnen zich uitstekend vermommen - zo goed, dat ze elkaar voor de gek kunnen houden, zoals wanneer kleine mannetjes de kleur van een vrouwtje aannemen en zo stiekem met een vrouwtje paren terwijl een groter mannetje druk bezig is met zijn baltsvertoon. De huid van de zeekat fungeert als medium voor complexe tonen en patronen: zeekatten gebruiken chromatoforen, irridioforen en leucoforen of speciale pigmentcellen om snelle en gecompliceerde berichten naar elkaar toe te laten kabbelen. Ze kunnen zelfs verschillende berichten tegelijk verzenden (de meest gebruikelijke zijn een uitnodigingsbericht aan een mogelijke partner of een waarschuwingsignaal naar een rivaal). De Europese of gewone zeekat, sepia officianalis, wordt onuitwisbaar geassocieerd met inkt, een goed literair signicatief. Maar tot nog toe hebben we de taal van de | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||||||||||||||
Etherisch, ingewikkeld, elegant en ondeugend (Octopus [Octopus cyanea]. Masa Ushioda/imagequestmarine.com)
zeekatten niet kunnen ontcijferen. Slechts recentelijk hebben we ontdekt hoe verfijnd ze is: ‘Ze hebben een geheim communicatiesysteem ontwikkeld dat het marine-equivalent is van onzichtbare inkt’, meent Brooks. Er is wel gesuggereerd dat sommige patronen overeenkomen met zelfstandige naamwoorden en andere met bijvoeglijke naamwoorden, maar dat is slechts giswerk. (King) Roger Hanlon, werkzaam op het laboratorium van Woods Hole Marine Biology en 's werelds grootste bewonderaar van zeekatten, is ervan overtuigd dat je hun veranderingstalent kunt classificeren in termen van uniform, gespikkeld en ontwrichtend.Ga naar eind9 Dergelijke dynamica kun je ook gebruiken om het werk van een vertaler te omschrijven: die vindt iets passends, benadert of schept verwarring. Een vertaling geeft de poëzie de mogelijkheid grenzen te overschrijden, en poëzie kan onderwaterteksten vertalen. Marineschrijvers overwegen vaak gebruik te maken van science fiction, maar verwerpen dat idee dan toch weer: ‘Er is geen science fictionwezen dat vreemder is dan de cephalopods van deze aarde’, zoals John P. Hoover het uitdrukt. Poëzie blijkt een bruikbaarder medium te zijn, zoals Cousteau en Diolé duidelijk maken: Je moet maandenlang met octopussen in het water hebben geleefd, in hetzelfde water hebben gezwommen, dezelfde rotsen en dezelfde algen hebben aangeraakt om de schoonheid van de octopus volledig te kunnen appreciëren. In het water lijkt de octopus op een zijden sjaal terwijl hij drijft, draait en zich behoedzaam als een blad op een stuk rots neerzet, waarbij hij meteen de kleur van die rots aanneemt. Dan verdwijnt hij in een spleet die nauwelijks groot genoeg lijkt voor een van zijn tentakels, laat staan zijn hele lichaam. Het hele proces doet denken aan een ballet. Het is op de een of andere manier etherisch, maar ook doorwrocht, elegant en lichtelijk ondeugend. Door de grenzen van de vertaling duidelijk te maken, poëtisch verwijzend naar ‘op de een of andere manier’, zijn we in staat verschil te beschouwen als iets rijks en vreemds. Mark Doty's schitterende gedicht over kwallen, getiteld ‘Difference’, huldigt de benaderende waarden van de metafoor. Zijn kwallen zijn ‘ballon, bloem/ hart, condoom, opera/ lampenkap, parasol, ballet’.Ga naar eindc Hij vraagt: ‘Wat kunnen woorden doen/ behalve dat wat we kennen verbinden/ met dat wat we niet kennen/ en zo een vorm creëren?’ | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||||||||||||||||
Het leven onder water omzetten in onderwater-life writing is een imperfect, incompleet en complex proces. Het is waarlijk iets rijks en vreemds. | |||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
Dit artikel verscheen eerder in Biography: An Interdisciplinary Quarterly © Biographical Research Center, University of Hawai'i at Manoa. De redactie van Biografie Bulletin dankt Clare Brant en het Center for | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||||||||||
Biographical Research voor hun vriendelijke toestemming dit artikel te vertalen en te plaatsen.
Vertaling uit het Engels door Monica Soeting |
|