Anja van Leeuwen (foto: Rob van Essen)
proefschrift over Annie Romein-Verschoor. Dat maakte destijds een enerverende discussie los, omdat Brandenburg in haar biografie gebruik had willen maken van
vie romancée-achtige passages. De vraag was of zij zich als wetenschapper dergelijke vrijheden mocht veroorloven. Men vond van niet; ook niet als de gedachten van de personages gebaseerd waren op wetenschappelijk onderzoek. De bewuste gedeelten verdwenen daarom naar een bijlage, waarin Brandenburg zich als biograaf verantwoordde.
In het eerste nummer van Biografie Bulletin, dat in februari 1991 uitkwam, werden ondermeer de lezingen van het ‘Annie Romein’-symposium gebundeld. De redactie bestond uit Hans Goedkoop, Anja van Leeuwen, Wam de Moor, Annette Portegies, Willem Sinnighe Damsté en Rudi Wester.
De Werkgroep Biografie kreeg meteen veel aandacht in de pers. ‘Ik werd in die tijd om de haverklap geïnterviewd voor kranten en radioprogramma's. Met als hoogtepunt het interview met Ischa Meijer, die mij met priemende blik vroeg: Wat is dat nou voor een man, die Wem die Moor?’
Ook voor het Biografie Bulletin was veel belangstelling. ‘Het gaat goed met de schrijversbiografie’, constateerde Paul Arnoldusse in het Parool, en noemde het eerste Bulletin een ‘prachtig nummer’. Van Leeuwen laat het eerste exemplaar zien: een blad met veertig bladzijden op A-4 formaat, een levensboom op de voorkant. Aan lezers werd geadviseerd het gekopieerde en bij de band geplakte blad te nieten, als het tijdens het lezen uit elkaar viel. Achterin het nummer werd een lijst opgenomen van Nederlandse biografieën in wording en hun auteurs; de lijst besloeg acht bladzijden.
In NRC Handelsblad van 9 januari 1991 stelde Van Leeuwen in een interview vast dat het genre in Nederland moest worden verdedigd. Vindt ze dat nog steeds nodig? ‘Ja’, zegt ze. ‘Ondanks de groeiende populariteit van de biografie ontbreekt het genre nog steeds in literatuurgeschiedenissen als die van Hugo Brems en Ton Anbeek. En hoewel Jan Fontijn er voor heeft geijverd de biografie op de kaart te zetten, is de biografie als genre volgens mij nog steeds geen onderwerp bij de studie Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam.’
De Werkgroep richtte zich aanvankelijk op de schrijversbiografie. ‘Om te beginnen waren we neerlandici, dus het lag voor de hand om de schrijversbiografie als uitgangspunt te nemen. De verhouding leven en literair werk brengt boven-