Vond u dat de elementen van Bosie, zijn pistool, de vader die binnenstormt tijdens een diner, en het feit dat Bosie zijn vader ergens ‘a funny little man’ noemt per se in het verhaal moesten voorkomen?
Ja, en dat is meteen een ander verschil tussen biografie en fictie. Bij fictie moet je nog beter de spanningsboog in de gaten houden. Ik ervaar dat ook nu er van mijn boeken toneelstukken en films worden gemaakt: een goede roman is niet zomaar om te werken tot een goed toneelstuk. Je moet de spanning anders verdelen. Je kunt er bij het schrijven van een historische roman wel naar streven om alles te laten kloppen, maar is het verhaal dan nog wel boeiend voor de lezer, en is het nog wel duidelijk? Je moet keuzes maken voor de lezer.
Maar dat moet een biograaf toch ook?
Absoluut. Maar een biograaf mag uitgaan van een lezer die al meer geïnteresseerd is in het onderwerp van de biografie, en die bereid is informatie verder uit te spitten. Het doel van fictie is toch vooral om de lezer te vermaken of in ieder geval te boeien.
In Schijnbewegingen hebben Adrian en Bosie seks in een hotelkamer, maar dat loopt volledig uit de hand wanneer Bosie op de voor hem typische manier uit zijn slof schiet. Het is een fictieve scène, voor zover ik weet.
Ja, dat klopt. De ruzie in de hotelkamer is weer niet zo gebeurd, maar vanuit het karakter van Bosie is het logisch dat hij zich zo gedraagt. Hij was een onvolwassen persoon die gewend was zijn zin te krijgen. Zeker in de periode vóór het proces, toen er allerlei andere spanningen in zijn leven waren, was die hysterische kant van hem sterk.
In een scène aan het eind van Schijnbewegingen heeft de fictieve schilder Vincent Farley, het latere vriendje van Adrian, een discussie met Wilde. Farley is een bescheiden, introverte kunstenaar, Wilde zoekt juist de extremen op. Vertegenwoordigt Farley Wilde's critici?
De conventionele moraal... Ja, Vincent is net als Adrian een personage dat tussen twee werelden in zit. Hij hoort bij de mensen die door ondernemerschap veel geld hadden verdiend, niet bij de adel. Tegelijkertijd heeft hij talent, wil hij mooie dingen maken en is hij gefascineerd door de kringen rondom Wilde. Hij is iemand die graag naar het vuur kijkt, maar bang is zijn handen eraan te branden.
De discussie is een fundamentele confrontatie tussen ideeën en een voorbode van hoe het verhaal zich zal ontwikkelen. In deze scène worden niet alleen de trials voorbereid, maar eigenlijk het hele verhaal van wat er met Vincent en Adrian zal gebeuren. Adrian symboliseert voor Vincent de verleiding; Adrian is een jongen die Vincents strikte morele code niet bezit. In Vincents ogen is hij fascinerend, maar ook gevaarlijk.
Waar vindt u de informatie over de sleutelscènes en de karakters van de historische personages? Bouwt u als schrijver van biografische fictie voort op biografieën of doet u eigen biografisch onderzoek?
Ik heb heel veel biografieën gelezen, niet alleen over Wilde, maar ook over de andere personages. Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk uit verschillende tijden te lezen, want de eerste biografieën over Wilde, van vlak na zijn dood, zijn allemaal geschreven door mensen die hun eigen agenda hadden. Die mensen wilden bijvoorbeeld hun eigen rol binnen de kring rondom Wilde verdedi-