Biografie Bulletin. Jaargang 19
(2009)– [tijdschrift] Biografie Bulletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
Thema levensverhalen
| |
[pagina 12]
| |
Werken aan een herinneringsboek
| |
ReminiscentieIn 2003 werd ik door een grote zorgorganisatie benaderd om ‘reminiscentie’ bij hen te introduceren. Als journalist ben ik gewend mensen te interviewen en hun verhalen te ordenen in een tekst met kop en staart. Vandaar dat de organisatie mij geschikt achtte om met deze methode aan de gang te gaan. Reminiscentie is een uit Engeland overgewaaide methodiek om met ouderen over vroeger te praten. Ouderen praten hierbij aan de hand van thema's in kleine groepjes over hun leven. Reminiscentie wordt veel toegepast in de ouderenzorg, omdat het een prettige activiteit is voor ouderen. Toen ik eenmaal aan het werk was en hun verhalen in kaart bracht, merkte ik dat praten over vroeger veel meer is dan een gezellig tijdverdrijf. Praten over hun leven doet iets met mensen, iets wat nawerkt, ook na de groepsbijeenkomst. Zo merkte ik bijvoorbeeld dat het bij veel ouderen het gevoel van eigenwaarde versterkt. Niet veel jonge mensen nemen de tijd om naar de verhalen van ouderen te luisteren. Soms denken ouderen zelf dat hun verhalen de moeite van het beluisteren niet waard zijn. Het doet hun goed als iemand oprecht interesse toont in wat ze te vertellen hebben. Bovendien realiseren zij zich al pratende wat zij allemaal hebben bijgedragen aan de samenleving. Reminiscentie vergroot bovendien het identiteitsbesef. Dat is belangrijk, want juist mensen die in een instelling leven kunnen hun gevoel van identiteit verliezen. Terugblikken op het verleden herinnert ons aan wie we zijn en hoe we zo zijn geworden. Reminiscentie kan meer functies hebben. Het kan een remedie zijn tegen eenzaamheid. Ouderen hebben vaak te maken met een kleiner wordend sociaal netwerk. Achteruitgang van de eigen mobiliteit vanwege gezondheid of financiële redenen versterkt dit probleem. In een reminiscentiegroep doet men nieuwe contacten op, die snel als vertrouwd worden ervaren. Met leeftijdgenoten over vroeger praten schept een band. | |
[pagina 13]
| |
Door de herkenning ontstaat gemakkelijk een gevoel van saamhorigheid. Natuurlijk heeft reminiscentie ook haar beperkingen. Niet iedere oudere functioneert in een reminiscentiegroep. Een gedegen voorbereiding en een juiste selectie van de deelnemers is een voorwaarde voor het succes van zo'n groep. | |
Hoe ouder, hoe uniekerPersoonlijke verhalen van ouderen zijn vrijwel altijd boeiend. Hoe dat komt? Je zou kunnen zeggen dat het levensverhaal steeds interessanter wordt naarmate je levensloop vordert. De bron waaruit je kunt putten wordt rijker en krijgt nieuwe dimensies. Bovendien kijk je met meer kennis en levenservaring op de gebeurtenissen in je leven terug. Als je ouder wordt, plaats je ervaringen steeds meer in perspectief: je bekijkt ze in de context van je hele levensloop. Ontwikkelingspsychologe Sanne Janus verwoordt dit als volgt: Naarmate gebeurtenissen langer geleden zijn, ga je er anders naar kijken. Dan zie je misschien dat de scheiding waar je zo verschrikkelijk verdrietig om bent geweest achteraf gezien nodig was. Dat je daardoor andere dingen in je leven hebt kunnen doen of een partner hebt gevonden die beter bij je paste. Terugblikken op je leven is een manier om je ervaringen betekenis te geven. We doen het allemaal automatisch. Het is een natuurlijke reactie bij het afsluiten van een periode. Het is een manier om onze ervaringen te verwerken en te integreren, zodat we weer verder kunnen met ons leven. Naarmate je verder bent in je levensloop heb je steeds meer levenservaring en informatie tot je beschikking om gebeurtenissen en ervaringen te schikken en te begrijpen.Ga naar eind1 Natuurlijk vinden veel ouderen het prettig om hun verhalen over vroeger niet alleen te vertellen, maar ook vast te leggen voor het nageslacht. Zoals oud-politicus Norbert Schmelzer in 1990 zei: Mijn vrouw neemt elke week een gesprek met mij op de band op. Met een bepaald onderwerp als uitgangspunt, iets wat ik heb meegemaakt, een vergadering, een reis, een toespraak, gaat zij terug naar het verleden. Zij vraagt hoe ik destijds iets beleefd heb. Waarom ik overtuigd christelijk ben. Hoe ik vroeger met mijn ouders Kerstmis vierde. Hoe mijn verhouding was met de kinderen. Ik leg in die gesprekken mijn overtuiging vast. Het is een inventarisatie voor mezelf. [...] Had ik de dingen anders kunnen doen? Maar het is vooral ook een reservoir voor mijn kleinkinderen, waar ik erg aan gehecht ben. Ik wil dat ze weten waar ze vandaan komen. Wie degene is die twee generaties verder staat. Wat die bewogen heeft, wat die heeft beleefd. Ik vind dat ontzettend belangrijk.Ga naar eind2 | |
LevensboekenVerhalen van ouderen mogen niet verloren gaan: ze zijn voor henzelf en voor de geschiedenis van groot belang. Het werken aan een levensboek kan op hoge leeftijd echter ook hindernissen met zich meebrengen. Sommige ouderen kunnen niet goed meer schrijven, anderen weten niet waar ze moeten beginnen en verdwalen door de grote hoeveelheid herinneringen gemakkelijk in | |
[pagina 14]
| |
hun eigen verleden. Dat bracht mij op het idee om een methode te ontwikkelen waarmee ouderen stapsgewijs een levensboek kunnen maken. Deze methode, genaamd KleurRijk Verleden, bestaat uit een voorgedrukt basisboek waarin algemene thema's aan de orde komen. Het zijn thema's die in vrijwel ieder mensenleven een rol spelen, zoals ouders, familie, wonen, werken, vriendschap, huwelijk en kinderen. Elk thema bevat een basisblad in nostalgische sfeer, gevolgd door een lege pagina die de maker van het boek met eigen tekst, foto's en ander materiaal kan invullen. De methode onderscheidt zich in twee opzichten van de tot nu toe gangbare manier om levensboeken te maken met ouderen: KleurRijk Verleden richt zich op het werken in groepen. Om het levensboek een extra kleurrijk accent te geven maakt ze gebruik van ‘scrapbooking’-technieken. ‘In een groep stimuleer je elkaar’, zei een deelneemster. ‘Iemand vertelt iets en dan denk je: o ja, dat heb ik ook meegemaakt. Dan komt er ineens iets boven waarvan je dacht dat je het vergeten was.’ Dezelfde dame zei later: ‘Bij het zoeken naar materiaal voor mijn levensboek vond ik dingen waarvan ik niet meer wist dat ik ze had. De aankondiging van onze ondertrouw bijvoorbeeld, en het bewijs van mijn belijdenis van vroeger. Door het werken aan het levensboek diep je een stuk van je verleden uit.’ We spraken die zondag om twee uur af bij café De Witte Zwaan op Lage Zwaluwe, recht tegenover de kerk. Ik moest om zes uur thuis zijn. Johan stelde voor de trein naar Breda te nemen en daar een borreltje te drinken. Dat was leuk. We hebben heel de middag zitten praten, al had ik niet veel te vertellen, ik was niet zo ontwikkeld. Ik praatte mezelf een beetje naar beneden. Ik had een jasje aan waar ik zelf een bontje op gezet had, handschoenen die aan de vingertoppen al dichtgestopt waren. Ik zei: ‘Je weet wat je neemt, als je door wilt met me. Geld heb ik ook niet.’ Maar ik was wel een leuke meid om te zien. Lang blond haar, met een rol naar binnen. Ik gaf hem een foto van mezelf. Hij kuste me niet of niks, dat was er nog niet bij. |