Biografie Bulletin. Jaargang 19
(2009)– [tijdschrift] Biografie Bulletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
Het leven van een onbekende held
| |
[pagina 22]
| |
alles verzamelen wat maar met de hoofdpersoon verband houdt. Maar mijn zoektocht begon met slechts een paar brieven en wat verhalen. Ik moest mijn grootvader Leman Lakmaker met behulp van snippers tot leven brengen. Ik vond hem voor het eerst in een biografie, Buigen onder de storm. Levensschets van Philip Mechanicus, 1889-1944 van Koert Broersma. Mechanicus kwam uit een straatarm milieu in de Amsterdamse jodenbuurt. Net als Leman Lakmaker. Bij de beschrijving in het boek van een foto van een socialistische vriendengroep zag ik ineens de namen van mijn grootouders staan. Het werd het begin van een zoektocht van enkele jaren, want mijn grootvader ging me meer en meer fascineren. Hij bleek een felle socialist, die ondanks tegenslagen tot het laatst zijn idealisme behield. Hij werkte bij verschillende uitgeverijen, ging failliet en begon opnieuw. Ontwikkelen, ‘verheffen’, vooral door het goede boek, was zijn levensmotief. In de overlevering werd verteld dat hij ook iets in het verzet deed; dat werd overigens niet als heroïsch verhaal gebracht. Dat mijn grootvader en zijn oudste zoon als joden in het verzet waren gegaan, gold als overmoedig, stom, met een ellendige afloop. | |
Ontroerende brievenDe grote families van mijn beide grootouders waren verdwenen en mijn vader had altijd over hun geschiedenis gezwegen. Ik moest de familieleden bij elkaar puzzelen. Eindeloos heb ik in het Amsterdamse Stadsarchief getuurd naar gezinskaarten, geboorteakten en huwelijksakten, volgepriegeld met namen, beroepen en adressen. Met een oude kaart van Amsterdam probeerde ik ze te plaatsen, en de bewegingen van de eindeloze reeks verhuizingen van de familie te volgen en begrijpen. Wie kon er bij een akte zijn handtekening zetten en dus schrijven? Soms begreep ik bepaalde aantekeningen pas jaren later. Er waren een paar aanknopingspunten. In 1989 was een boek verschenen over uitgeverij de Wereldbibliotheek, de uitgeverij waar mijn grootvader zijn grote liefde voor boeken en voor het boekenvak heeft ontwikkeld.Ga naar eind1 Hij wordt in dit boek genoemd. Tegelijkertijd werd gewerkt aan een biografie van de oprichter en eerste directeur van de Wereldbibliotheek, Leo Simons, een man die voor mijn grootvader een bijna vaderlijk belangrijke rol heeft gespeeld. Zo kreeg ik ontroerende brieven van Lakmaker aan zijn directeur in handen, aantekeningen over zijn activiteiten en een briefwisseling waarin de gang van zaken in het bedrijf in 1910 werd beschreven. Mijn grootvader was korte tijd directeur van de ook in dit boek beschreven sociaal-democratische uitgeverij ‘Ontwikkeling’. In het sdap-archief in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis vond ik hem in de notulen van het partijbestuur en trof ik brieven van en aan Lakmaker aan. Interessante vondsten, maar helaas duurde zijn dienstverband niet langer dan een jaar. Ten slotte bezat mijn moeder een briefwisseling uit 1936 tussen mijn vader en zijn ouders. En waren boeken van mijn grootvader bewaard gebleven die - net als de briefwisseling - gered waren uit het huis van mijn grootouders, na hun deportatie. Ik wilde Leman Lakmaker plaatsen in zijn tijd, een periode vol politieke turbulentie, die zo hoopvol begon met grote verwach- | |
[pagina 23]
| |
tingen maar ondanks al het idealisme eindigde in een tragedie. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik het ook niet anders kón doen. Bij gebrek aan materiaal was ik gedwongen hem gestalte te geven door om hem heen te zoeken. Ik zocht naar biografieën van mannen met een vergelijkbare armoedige joodse achtergrond, autodidacten van wie een aantal zich, net als mijn grootvader, dankzij de socialistische jeugdbeweging hebben kunnen ontwikkelen. Het is me gelukt mensen te spreken die hem hebben gekend en bekend waren met de links-socialistische beweging waar hij bij hoorde. Ik las over historische gebeurtenissen als de bom op de Zeven Provinciën, het Jordaanoproer en de Spaanse Burgeroorlog. De politieke opwinding en emoties probeerde ik ook te vinden in levensbeschrijvingen van verwante tijdgenoten. Daarnaast boden de biografieën en autobiografieën van belangrijke socialistische figuren aanknopingspunten: Henri Polak, Henriette Roland Holst en Sam de Wolff. En, omdat boeken voor Lakmaker een rode draad in zijn leven vormden, las ik zoveel mogelijk boeken van schrijvers die in zijn milieu populair waren. Carry van Bruggen brak, net als hij, met het joods geloof. Herman Heijermans schreef Diamantstad, een felle aanklacht tegen de achterlijkheid onder de paupers in de jodenbuurt in Amsterdam en de kwalijke rol die de religie hierbij speelde. In een artikel verwijst Leman Lakmaker met instemming naar dit boek.Ga naar eind2 Zo dacht hij er dus ook over, kon ik concluderen. Door kranten te lezen heb ik geprobeerd de tijdgeest te vatten: het sociaal-democratische dagblad Het Volk en de bladen en brochures van de organisaties die vanaf 1930 links van de sdap ontstonden. Uiteraard wilde ik ook andere opinies kennen. In een passage over een antisemitisch incident in 1912 heb ik bijvoorbeeld Het Algemeen Handelsblad en de nrc kunnen vergelijken met de linkse pers. Over de atmosfeer in de bezettingstijd schrijven vooral Jacques Presser en Ben Sijes op een manier die nog altijd meeslepend is. | |
Een boom in IsraëlIk wilde niet alleen over het leven van mijn grootvader vertellen, maar ook een indruk geven van de levens van zijn broers en zusters. In tegenstelling tot de principiële Leman Lakmaker die brak met het jodendom en later met de sdap, leefden zijn familieleden zoals de overgrote joodse meerderheid in Amsterdam. Ze stemden sdap en respecteerden - met mate - de wetten van het joods geloof. Ze moesten sappelen, hadden onregelmatig werk, afgewisseld met perioden waarin ze een beroep moesten doen op de steun. In het Amsterdamse Stadsarchief vond ik in het Archief van de Sociale Dienst een schat aan gegevens over alle familieleden Lakmaker. Uiterst nauwkeurig hielden de ambtenaren de inkomens, de staat van de huishoudens én de gezinsomstandigheden bij; het papier was soms te klein voor alle informatie. Dat de gedetailleerd ingevulde rapporten tot ver in de nazi-tijd doorlopen maakt het materiaal nog interessanter, al is het gruwelijk om te lezen. Ik deed mijn onderzoek - ook uit onervarenheid - per episode, per hoofdstuk. Zo leerde ik deze mij tot dan toe onbekende grootvader stukje bij beetje kennen. Af en toe geneerde ik me voor zijn gelijkhebbe- | |
[pagina 24]
| |
rige of lompe optreden. Dan moest ik even afstand nemen. Ik wilde hem beslist niet mooier voorstellen dan hij was, anderzijds moest ik zorgen mijn betrokkenheid en de betrokkenheid van de lezer bij de held van mijn verhaal niet te verbreken. Uiteindelijk kon ik hem met redelijke zekerheid beschrijven, maar nog steeds alleen op basis van mijn ‘eigen waarneming’. Tot ik, schrijvend over de oorlogsperiode ineens in het niod een dagboek ontdekte van een man die vanaf 1941 voor mijn grootvader had gewerkt. Al snel kreeg de samenwerking betrekking op onderduikadressen en het zoeken naar gearresteerde familieleden. Voor het eerst kreeg ik min of meer letterlijke uitspraken van mijn grootvader onder ogen. Dat was enerverend: het bleek dat ik hem behoorlijk goed getypeerd had, al was hij hartelijker, hulpvaardiger en minder star dan ik gedacht had. Overmoedig zeker, maar toch. Toen ik bijna klaar was, kwam er nog een verrassing. De latere eigenaar van de boekhandel waar Lakmaker de eerste oorlogsjaren in dienst was, bleek een autobiografie te hebben geschreven. Hierin beschrijft hij hoe hij dankzij een zekere ‘Henri Lakmaker’ met zijn vrouw heeft kunnen onderduiken en de oorlog heeft overleefd. Uit zijn verdere beschrijving blijkt dat het hier om Leman Lakmaker gaat.Ga naar eind3 ‘Wij hebben voor Henri Lakmaker uit dankbaarheid een boom in Israël geplant,’ schrijft hij. Even heb ik overwogen die boom te zoeken om hem de juiste naam te geven. Maar al snel bleek dat er zo'n miljoen bomen in Israël zijn geplant en rijke figuren al vernoemde bomen hun eigen naam geven. Droevig, maar passend bij een onbekende held. |
|