| |
| |
| |
Pure passie voor het onderwerp
Interview met Alice Boots en Rob Woortman, biografen van Anton de Kom
Eva Gerrits
Het leven van Anton de Kom (1898-1945), Surinaamse antikoloniale schrijver, nationalistische vrijheidsstrijder en verzetsman tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland, spreekt nog steeds tot de verbeelding. De Universiteit van Suriname is sinds 1983 naar hem vernoemd, de jaarlijkse lezing over intolerantie en discriminatie die wordt georganiseerd door Art. 1 - de landelijke vereniging ter voorkoming en bestrijding van discriminatie - heet sinds 2007 de Anton de Kom-lezing en in de Amsterdamse Bijlmer staat een standbeeld van hem. Bij verkiezingen voor de grootste Surinamer ooit, zou De Kom ongetwijfeld hoge ogen gooien. Des te vreemder is het dat er nog geen biografie van hem bestaat. Dit najaar wordt in die behoefte voorzien. Eind oktober verschijnt het boek waaraan het echtpaar Alice Boots en Rob Woortman vijf jaar heeft gewerkt - een biografie die zich uitstrekt tot na De Koms dood.
Als Alice Boots en Rob Woortman niet in Amsterdam Zuidoost zouden wonen, dan was deze biografie er waarschijnlijk niet gekomen. Als lid van het Centrum Beeldende Kunst Zuidoost - een van de initiators van het standbeeld van De Kom - ontving Boots een uitnodiging voor een expositie van voorstudies van het beeld: ‘Vier kunstenaars was gevraagd een ontwerp voor het standbeeld in te dienen en bij de expositie kon het publiek een keuze maken. Voor de bezoekers was er een korte levensbeschrijving van De Kom beschikbaar. Die las ik en ik werd als door de bliksem getroffen. “Geboren: Paramaribo 1898, gestorven: Neuengamme 1945.” Alleen al door die twee plaatsen begreep ik dat hier iets heel ergs aan de hand
| |
| |
moet zijn geweest. Gefascineerd ben ik me steeds verder in De Kom gaan verdiepen en tot mijn stomme verbazing bleek er geen biografie van hem te bestaan. Na gesprekken met Rob ontstond allengs het idee zelf aan de biografie te beginnen. Zonder enige kennis van of ervaring met het schrijven van biografieën, uit pure passie voor het onderwerp.’
| |
Een sfeervol verhaal
Het was de eerste biografie van Boots en Woortman, maar zij twijfelden op geen enkel moment aan hun kunnen. Ter voorbereiding had Boots zich wel verdiept in het schrijven van een biografie, maar dat veranderde weinig aan haar onbevangenheid. ‘Je kunt wel proberen de zeven hoofdzonden van de biografie uit je hoofd te leren, maar je trekt je er niets van aan als je bezig bent, je vergeet ze gewoon. Uiteindelijk waren we meer bezig met het schrijven van een boek over De Kom dan met het schrijven van een biografie.’ Hun rol als biograaf hebben ze in het boek dan ook buiten beschouwing gelaten. ‘We hebben nooit de behoefte gehad onze zoektocht te beschrijven. Het is een leuke vorm, maar de lezer heeft geen behoefte aan een zoektocht naar De Kom. Wel aan een boek over de man zelf, waarvoor onderzoek is gedaan, en dat probeert te beschrijven wat er is gebeurd, zonder al te veel fantasie eromheen. Vooral in Suriname is daar behoefte aan.’ Om aan die behoefte te voldoen, wilde Boots van meet af aan dan ook dat het een wetenschappelijk verantwoorde biografie zou worden. Dat was een uitdaging, volgens Woortman. ‘De discrepantie tussen de leesbaarheid en de wetenschappelijke verantwoording vind ik de kunst bij het schrijven van een biografie, net als het omgaan met circumstantial evidence, want zoveel materiaal was er niet. De leesbaarheid was voor ons een pre.’ Boots vult aan: ‘Je kijkt toch naar wat je zelf leuk vindt om te lezen. Voor het schrijven van onze biografie van De Kom heb ik bijvoorbeeld Herman Langevelds boek over Colijn, destijds minister van Koloniën, gelezen, en ooit las ik de politieke biografie van Henk Sneevliet - gortdroog. Ik houd zelf ook van een verhaal waar sfeer in zit.’ Om leesbaarheid en wetenschappelijkheid optimaal te combineren wordt in het boek een uitgebreid notenapparaat opgenomen volgens Amerikaans systeem, waarin het onderzoek en de conclusies van de
biografen worden verantwoord.
Anton de Kom (1898-1945)
| |
| |
| |
Leven en werk
Over de samenwerking tussen de beide auteurs zegt Woortman: ‘Alice is van ons de beste onderzoeker en heeft vooral voor de zakelijke gedeelten van het boek de lijnen uitgezet.’ Boots verwoordt het zo: ‘Ik ben de historicus en Rob is de neerlandicus. Ik kan zaken uitzoeken en daarover schrijven, maar dan is het nog geen mooi boek. Ik doe onderzoek, bedenk een concept, volg een gedachtegang; Rob vult in, stileert, structureert. We vullen elkaar aan. Het kan eigenlijk niet beter, we stijgen allebei boven ons eigen niveau uit. In ons eentje hadden we dit absoluut niet gekund.’
Natuurlijk waren er genoeg moeilijke momenten. Het onderzoek kostte veel tijd en energie en leverde veel informatie op die onbruikbaar bleek. Vooral met het vinden van de juiste structuur voor het boek hebben de biografen geworsteld. Terwijl Woortman zich wierp op De Koms literaire werk, verdiepte Boots zich in zijn leven. Aanvankelijk had Woortman de bevindingen over het werk beschreven in uitgebreide artikelen die als bijlagen bij het boek bedoeld waren. ‘Een kunstgreep’, geeft hij toe, ‘om het ons makkelijk te maken’. Toen ze ervoor kozen leven en werk te integreren begon een proces van eindeloos schuiven en herschrijven. Ook het tot ontwikkeling laten komen van De Kom zelf zorgde voor hoofdbrekens. Woortman: ‘Hij moest een round character worden zonder dat je gaat fantaseren.’ Dat lukte. ‘Je ontwikkelt een gevoel voor iemand door er heel lang mee bezig te zijn,’ volgens Boots.
Op zoek naar sporen van de tijd die de volwassen De Kom in Suriname doorbracht, zijn Boots en Woortman vier keer naar Suriname gereisd. Het is ze gelukt die periode uit De Koms leven vrijwel geheel te reconstrueren. Wat hielp is dat het merendeel van de secundaire literatuur over De Kom is gericht op die korte tijd. De bereidheid om mee te werken was groot onder de Surinamers. ‘Als je zegt dat je een boek over De Kom schrijft en laat zien dat je er serieus mee bezig bent, wil iedereen meewerken,’ zegt Woortman.
Hoewel gaandeweg het hele leven van De Kom steeds beter werd ingevuld, ontbreekt er nog steeds informatie over bepaalde perioden. ‘De oorlog is een gat,’ volgens Woortman. ‘Het is onduidelijk wat er tussen 1942 en 1944 precies met De Kom is gebeurd. Het is bekend dat hij zich heeft aangesloten bij het verzet en wat hij betekende voor de Duitsers is af te leiden uit het feit dat hij werd opgepakt en in een isoleercel werd opgesloten. Hij heeft overigens nooit een kans gehad in de oorlog, zijn lot was bij voorbaat bezegeld. Ik geloof niet dat hij is verraden: de Sicherheitsdienst zelf heeft hem opgepakt.’ Voor Boots leverde het hoofdstuk over de oorlog een persoonlijk probleem op. ‘Ik voelde me zo betrokken bij die man dat ik het schrijven van dat hoofdstuk steeds uitstelde. Uiteindelijk heeft Rob het overgenomen.’ Woortman licht het toe: ‘Hij zat bij wijze van spreken bij ons aan tafel en op een gegeven ogenblik gaat hij dood! Dat is natuurlijk het laatste wat je wilt.’
| |
Nawerking: de held
Wat de beide biografen van meet af aan duidelijk was, is dat de invloed van De Kom niet ophoudt bij diens dood. ‘Zijn verhaal strekt zich uit tot in het heden,’ zegt Woortman. ‘Nog steeds spreekt hij
| |
| |
velen aan: hij was moedig, verzette zich tegen het koloniale bewind, is teruggekeerd naar Suriname, sloot zich aan bij het Nederlandse verzet. Hij vertegenwoordigt twee leefwerelden: voor Afro-Surinamers in Nederland is hij de held van Suriname; in Nederland wordt hij gezien als symbool van discriminatie in het algemeen. Het verbazingwekkende is bovendien dat hij betekenis heeft voor groepen die tegenstrijdige ideologieën aanhangen: zowel het militaire regime, als het verzet tegen dat regime, zien hem als een belangrijk man. Er zijn ongelooflijk veel tegenstrijdige geluiden: in Suriname wordt hij naar voren geschoven als een revolutionaire held, maar tegenstanders van de revolutie betitelen hem als de verzetsman tegen de revolutie; de voorgangers van de Volkspartij noemen hem de nationale held van Suriname, mensen eromheen roepen dat hij niet van betekenis is. Het is heel opvallend: als de naam De Kom valt, gaat iedereen ruziemaken, ook in Nederland. In Zaandam ligt de halve gemeenteraad met elkaar overhoop omdat er een straat in een verzetsbuurt naar De Kom zou worden genoemd; in Suriname is er nog steeds discussie over de naam van de universiteit. Hoe dan ook, door de meesten is hij pas na zijn dood tot held uitgeroepen of verguisd. Het verhaal moet dus worden afgerond in de nageschiedenis.’
Dat stelde de biografen voor een nieuw probleem: de beschrijving van de nawerking is contemporaine geschiedenis en dat vraagt om een andere, meer journalistieke benadering dan het beschrijven van het historische leven. Boots licht hun methodiek toe: ‘Door middel van interviews met sleutelfiguren hebben we de verschillende stromingen belicht en een historisch overzicht gegeven van hoe er met De Kom werd en wordt omgegaan in Suriname en in Nederland. Onze mening speelt daarbij geen rol; wij geven het standpunt weer van de geïnterviewde met betrekking tot de rol die De Kom voor zijn of haar beweging speelde. Daarmee reconstrueer je de mythe en ontstaat het beeld van een volk dat is verdeeld in verschillende stromingen die allemaal De Kom als symbool hanteren. Daaruit kun je het belang van de man destilleren. Zo proberen we een antwoord te geven op de vraag hoe er tegen hem wordt aangekeken.’
Woortman ziet het commentaar op hun werkwijze al voor zich: ‘Het militaire regime en de decembermoorden liggen zo gevoelig. Wij geven het standpunt van het militaire regime weer zonder kritiek, zonder conclusies. Het verzet tegen de militairen laten we natuurlijk net zo goed aan het woord komen zonder dat we onze eigen mening geven. Maar men zal ongetwijfeld vinden dat wij het standpunt van de militairen te nadrukkelijk vermelden, alleen al doordat we het noemen. Het tweede deel van het boek is vrij beknopt, dus mensen zullen vinden dat het te weinig is. Of dat we te positief zijn, dat we de verkeerde mensen aan het woord laten, dat onze bewoordingen te scherp zijn of juist niet.’ Volgens Boots zal de behoefte aan feiten die bij Surinamers leeft, kritiek kunnen veroorzaken: ‘Over wat er in Suriname is gebeurd in de periode vóór de revolutie van 1980, is nooit goed onderzoek gedaan. Ons boek heeft als hoofdonderwerp De Kom en zal wat betreft de beschrijving van de context misschien te oppervlakkig worden bevonden. De biografie is niet be- | |
| |
doeld als een geschiedschrijving van Suriname; het gaat over het leven en de betekenis van De Kom.’
| |
Verloren gewaand werk
Hoewel er in eerste instantie weinig over De Kom te vinden leek, valt het Boots mee wat ze uiteindelijk gevonden hebben. Heel informatief waren de gesprekken met de kinderen van De Kom, die hielpen zijn levensloop te reconstrueren en zijn persoonlijkheid en huiselijke omgeving gedetailleerd in te vullen. Het leven en de wegen van de familie De Kom zijn direct beïnvloed door de koloniale geschiedenis, vertelt Boots. ‘Dat maakt het werken aan deze biografie zo bijzonder. De vader van De Kom was nog in slavernij geboren. Anton wilde hogerop, kwam naar Nederland, trouwde met een Nederlandse vrouw, kreeg vier kinderen en heeft nog even in Suriname gewoond. Na zijn dood zijn twee zoons naar Indonesië gestuurd om daar te vechten - van de ene kolonie naar de andere - en toen ze terugkwamen werd hun vader vermist. Eén zoon is naar Suriname geëmigreerd en van zijn drie kinderen zijn er weer twee naar Nederland gekomen. De familie is nog steeds bezig met de last van de geschiedenis van hun vader.’
De biografen laten de kinderen van De Kom meelezen met de proeven en gaan uiterst zorgvuldig om met materiaal dat hun ter beschikking wordt gesteld. Dat wordt door de kinderen gewaardeerd - niet alleen omdat er een serieuze biografie van hun vader komt. In het verleden stuurde niet iedereen die in hun vader geïnteresseerd was, geleend materiaal terug. In de jaren zestig werd de literaire nalatenschap van De Kom uitgeleend aan Surinaamse studenten in Leiden, waarna het werk veertig jaar lang onvindbaar bleef. Tijdens het schrijven van de biografie is het verdwenen werk tevoorschijn gekomen en bleek er veel meer primair werk van De Kom te bestaan dan werd aangenomen. Het verloren gewaande werk dook net op tijd op om nog door de biografen te worden verwerkt in hun boek. Geen toeval, volgens de biografen. ‘Men heeft gemerkt dat wij serieus bezig zijn met een biografie waar behoefte aan is, en toen is het idee ontstaan dat wij ook de beschikking zouden moeten hebben over de rest van het materiaal,’ zegt Boots. ‘De vereniging Ons Suriname belde op een dag De Koms dochter Judith met de mededeling dat er werk van haar vader was teruggevonden,’ vertelt Woortman. ‘Het zou uit Suriname zijn gekomen. Bronnen werden niet genoemd. Waarschijnlijk schaamden ze zich daarvoor. We mochten schrijven: “Tevoorschijn gekomen uit de archieven van Ons Suriname”. Wat waarschijnlijk een rol heeft gespeeld is dat een deel van die studenten dat materiaal destijds teleurstellend vond. Misschien hebben ze het daarom achtergehouden. De romans waren geschreven volgens een socialistische traditie en bedoeld voor een eenvoudig publiek. De Kom was geen geboren roman- of verhaalschrijver. Een karakter tot ontplooiing brengen was niet zijn sterkste kant. De moralistische passages, zoals in Wij slaven van Suriname, zijn echter fantastisch. Ook zijn Anansi-verhalen zijn sterk. De Kom was een moralist, een estheet die op zoek was
naar rechtvaardigheid. Hij had met al zijn werk zonder meer een boodschap: het presenteren van Suriname als eenheid, het samenleven van contractarbeiders en Afro-Surinamers. Wat
| |
| |
overigens iets anders is dan zelfstandigheid.’ Boots vult aan: ‘De Kom was voortdurend bezig met zelfexpressie die doordrongen was van het met Suriname bezig zijn. De Surinaamse geschiedenis, de slavernij, dat was zijn leven, daar was hij voortdurend over aan het nadenken en dat wilde hij in Nederland voor het voetlicht brengen. Een complexe combinatie: het contrast tussen de dichter die praat over de schoonheid van Suriname, maar ook over de slavernij. Hij was zo met dat land bezig.’
Standbeeld van Anton de Kom
| |
Aannamen weerleggen
De serieuze aanpak van de biografen leidde niet alleen tot de vondst van de verdwenen nalatenschap. Woortmans onderzoek naar de wordingsgeschiedenis van De Koms bekendste werk Wij slaven van Suriname, leverde verhelderende inzichten op. In 1933 voltooide De Kom het boek, een essayistische geschiedschrijving van Suriname, voor het eerst geschreven vanuit een antikoloniaal perspectief en met als oogmerk het zelfbeeld van de Afro-Surinamers te verheffen. Het boek verscheen in 1934, in 1970 werd het herdrukt. ‘Vooral Surinaamse studenten lazen het en De Kom werd het boegbeeld van de Surinaamse onafhankelijkheidsstrijd. Tijdens het proces van de dekolonisatie greep men terug op zijn ideeën,’ vertelt Woortman. ‘De Kom was dan ook de enige Surinamer vóór de Tweede Wereldoorlog in Nederland, die er uitgesproken ideeën op nahield over de uitmelking van Suriname.’ Bij zijn onderzoek baseerde Woortman zich op stukken en correspondentie uit het familiearchief. ‘Het is interessant te zien hoe Wij slaven van Suriname tot stand is gekomen, vanaf de eerste beschrijving in de Communistische gids in 1927 tot het boek in 1934 verscheen. In die zeven jaar hebben allerlei mensen zich ermee bemoeid.’ Woortman deed een aantal verrassende ontdekkingen. Zo is altijd gedacht dat het boek destijds ‘zwaar gecensureerd en verminkt’ zou zijn uitgegeven. ‘Die “censuurkwestie” is indertijd door de communistische pers behoorlijk opgeblazen. Zo erg zelfs dat velen erin zijn gaan geloven.’ Op basis van een vergelijkende analyse van het artikel met overig werk van De Kom, weerleggen de biografen die aanname. Ook de claim dat de linkse schrijver Jef Last, die als redacteur betrokken was bij de totstandkoming van het boek, door zijn inbreng de eigenlijke auteur zou moeten heten, blijkt volgens onderzoek van de biografen ongegrond.
| |
Een pacifist en een driftkikker
Wat Boots in De Kom zelf aanspreekt is het beeld van de eigenzinnige Einzelgänger die vocht voor zijn idealen en ondanks alle verzet en tegenslag in Suriname bleef schrijven, en in Nederland aan het verzet deelnam. Ook Woortman voelt bewondering voor zijn onderwerp, maar is niet kritiek- | |
| |
loos: ‘In Suriname was hij alleen maar met zichzelf bezig en in Nederland voortdurend met Suriname. De mensen in zijn omgeving moeten daar gek van zijn geworden. Hij was een man die enerzijds aandoenlijk en vriendelijk kon zijn; anderzijds was het een lastpak, een moeilijke man. Hij was een pacifist maar ook een driftkikker. Een man vol tegenstellingen: in zijn huwelijk, in zijn hoofd, tussen blank en zwart. Hij was een man met een enorme passie. Vanuit die passie heeft hij zijn schrijverschap ontwikkeld.’ Beiden zijn het er in ieder geval over eens: deze man verdient een biografie en het is gek dat die er nog niet was. Tegelijkertijd is dat voor hen ook een voordeel, want er is geen biografie waartegen hun boek moet concurreren. Een Anton de Kom-revival is al gaande, volgens hen. ‘In beperkte kring weliswaar, maar De Kom is hot,’ zegt Woortman. In samenwerking met de Universiteit van Amsterdam zijn de biografen bezig om het werk van De Kom te catalogiseren en via een digitale database beschikbaar te maken. ‘Dan kan iedereen zijn eigen biografie van hem schrijven.’
| |
De moeite waard
Het schrijven van de biografie van Anton de Kom heeft het leven van de biografen verrijkt. ‘Het is ongelooflijk veel werk’, zegt Boots, ‘maar het was fantastisch om te doen. We hebben ons tweede leven gevonden.’ Andere projecten liggen in het verschiet, maar de biografen zouden niet meteen opnieuw aan een biografie willen beginnen. ‘Je wilt jezelf niet gaan herhalen. Op de eerste plaats moet je overtuigd zijn van de noodzaak van een boek,’ vindt Boots. ‘Bovendien moet je zin hebben je in iemand te verdiepen. Je moet iets met je onderwerp hebben. Daarmee bedoel ik niet per se dat je bewondering moet voelen, je moet iemand de moeite waard vinden.’ Beiden zijn het erover eens dat aan het schrijven van een biografie gedrevenheid en passie ten grondslag moet liggen. ‘De hardste kritiek die ik me kan voorstellen’, zegt Woortman, ‘is als mensen zich zouden afvragen: “Was het nou wel nodig alles over deze persoon op te schrijven?” Dat het boek wel goed geschreven is, maar het onderwerp niet belangrijk genoeg. Dat men zich afvraagt: “Was het wel de moeite waard, dit leven, om er zoveel tijd en energie in te steken?”’
De biografie van Anton de Kom, geschreven door Alice Boots en Rob Woortman, verschijnt eind oktober van dit jaar bij uitgeverij Contact.
|
|