zijn pensionering in 1960 ook tekenleraar aan het Kennemer Lyceum in Overveen. De ander kreeg nooit de grote bekendheid ondanks illustraties in onder meer Pietje Bell en Dik Trom. Ook hij had er nog een baan naast. En wat voor een: uit idealisme en zin voor avontuur spioneerde Henri voor de Sovjetunie.
Twee broers, drie levens is de prachtige titel van de dubbelbiografie die Parool-journalist Paul Arnoldussen en historisch publicist Hans Olink schreven over de twee illustratoren. In 2002 maakten de twee al eens een dubbelportret over de Piecken voor het vpro-geschiedenisprogramma ovt. De fascinatie is daarna kennelijk blijven bestaan.
Het jongensboekkarakter van Henri's levensverhaal heeft de twee auteurs duidelijk het meest gegrepen. Anton hangt er maar een beetje bij. ‘Hij ontpopte zich tot een ietwat steriele man,’ schrijven ze op een zeker moment over de bekendste van de tweelingboers. Waarna ze hun poging tot het maken van een dubbelbiografie min of meer lijken op te geven. Mogelijk viel er niet heel veel meer achter de saaiige, eerste indruk vandaan te krabben, maar zelfs dan had Antons verhaal wat uitgebreider en met meer zwier verteld kunnen worden, al was het alleen maar voor het contrast met Henri's avonturen.
Storend zijn enkele onzorgvuldigheden in het boek. De Nederlandse communistische partij wordt al cpn genoemd als deze toch nog echt als cph door het leven gaat. En dat een minister van Economische Zaken zich in de Tweede Kamer moet verantwoorden tegenover zijn ambtgenoot op Cultuur, zoals Arnoldussen en Olink schrijven, is zéér onwaarschijnlijk.
Twee broers, drie levens is daarentegen wel fraai uitgegeven en uitgebreid geïllustreerd. En Henri Pieck komt wel degelijk goed tot zijn recht: niet alleen door zijn geheime missies ter meerdere eer en glorie van het communisme, maar ook door de wijze waarop dit verleden hem later vooral door de Britse inlichtingendienst werd nagedragen. Hem niet alleen overigens. Ook Anton Pieck had bij vrijwel elk bezoek aan het Verenigd Koninkrijk moeilijkheden bij de grens. Waarom werd hem pas duidelijk toen zijn schoonzuster hem na het overlijden van zijn tweelingbroer vertelde over diens spionageactiviteiten.
Paul van der Steen