schijnlijk in een brief Freud voor zijn behandelmethode psychoanalyse te noemen. Dit in navolging van Friedrich Schiller, die ooit in een brief aan Wolfgang Goethe het verhaal van koning Oedipus een ‘tragische Analyse’ had genoemd. Of het waar is, weten we niet. De brief waarin Breuer zijn voorstel zou hebben gedaan, mag pas in 2113 openbaar worden gemaakt.
Wat we wel weten is dat Freud in dit huis naast Die Traumdeutung beroemde boeken als Totem und Tabu (1913) en Das Unbehagen in der Kultur (1930) schreef. Hier zette hij ook zijn colleges op schrift en behandelde hij patiënten als ‘Dora’ en ‘der Wolfsmann’, die een grote rol zouden gaan spelen in de psychoanalytische literatuur. Hier ook ontving hij bezoekers uit de hele wereld, waaronder Lou Salomé en Gustav Mahler, die door hem werden behandeld. Het gezin Freud was in 1891 naar de Berggasse verhuisd. Het huis was eigendom geweest van Victor Adler, arts en oprichter van de Sozialdemokratische Partei Österreichs. Adler, die van zijn vader een klein vermogen had geërfd, behandelde hier kosteloos arme patiënten. Helaas was hij iets te vrijgevig en moest hij, door schulden gedwongen, zijn woning en zijn praktijk verkopen. Sigmund en Martha huurden een van de bovenste etages, waar Sigmund in de voormalige praktijkruimte van Adler zijn eigen praktijk inrichtte met een behandelkamer en een wachtkamer.
De wachtkamer deed vanaf 1902 ook dienst als vergaderruimte van de Psychologische Mittwoch-Gesellschaft, de voorloper van de Wiener Psychoanalytische Vereinigung, die Freud zeven jaar later oprichtte. Afred Adler en Wilhelm Stekel werden hier elke week door Freud onderwezen. Later zouden Carl Gustav Jung en Otto Rank zich bij het gezelschap aansluiten. In 1910 ontstond op initiatief van Freud de Internationale Psychoanalytische Vereinigung, waarvan Jung en Adler overigens afstand namen. Wilhelm Reich, ooit door Freud als een van zijn meest veelbelovende leerlingen beschouwd, werd door zijn leermeester uit de Internationale Psychoanalytische Vereinigung gezet omdat hij lid was van de communistische partij.
De Berggasse ligt niet ver van de universiteitsgebouwen waar Freud vanaf 1902 als ‘ausserordentliche Titular-Professor’ (buitengewoon hoogleraar) zijn beroemde colleges gaf. Niet als ‘ordentliche Professor’, en daarom zonder lid te kunnen zijn van de raad van hoogleraren van de medische faculteit. Het ontbrak Freud aan de contacten die hem aan een hoogleraarschap hadden kunnen helpen. Volgens Peter Gay, een van Freuds biografen, speelde antisemitisme daarbij een grote rol. De Oostenrijkse schrijver Ernst Lothar, die Freud ooit in de Berggasse bezocht om hem te interviewen, meende dat Freuds houding en optreden hem in de ogen van de universiteitsbestuurders verdacht maakte, en dat hij daardoor geen leerstoel kreeg aangeboden.
Lothar raakte zowel van de praktijkruimtes als van Freud zelf diep onder de indruk. Hij werd via de speciale praktijkingang een duistere hal binnengelaten, die ook overdag door een lamp werd belicht. ‘Vervolgens’, schrijft hij,
betrad men een wachtkamer, die net zo treurig was als alle andere wachtkamers. De heer, die na enige tijd in de deuropening verscheen en routinematig ‘komt u binnen’ zei, zag eruit als een typische Oostenrijkse arts. Hij had een korte baard en een smal gezicht, een lage kraag, die zijn