Veel scherper wil het portret van Cort van der Linden niet worden, ondanks de maar liefst 730 pagina's (exclusief noten en literatuurlijst), die voor het levensverhaal werden uitgetrokken. Nu kan het zijn dat de werkelijke persoon van de premier goeddeels samenvalt met de eerdere karakterschetsen, maar de biograaf wekt de indruk dat hij niet zijn uiterste best heeft gedaan om zijn hoofdpersoon met al diens hebbelijkheden en onhebbelijkheden achter de bronnen vandaan te krabben. ‘In plaats van een uitgebreide karaktertekening van Cort van der Linden te geven, is hier gekozen voor beperking tot bestudering van de invloed van Cort van der Linden op zijn omgeving. Op grond van dat uitgangspunt wordt hier gesproken van een politieke biografie,’ zijn de zinnen waarmee Den Hertog de inleiding van zijn boek afsluit.
Op het gebruikte bijvoeglijke naamwoord valt weinig tot niets af te dingen. Cort van der Linden (1846-1935). Minister-president in oorlogstijd is een degelijke, politieke geschiedenis van een tijdvak dat tot nu toe onderbelicht is gebleven. Op basis van uitputtend onderzoek belicht Den Hertog casussen, affaires en de grote vraagstukken van het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Het is nijvere arbeid die aansluit bij het werk zoals dat verricht wordt door het Nijmeegse Centrum voor Parlementaire Geschiedenis in de langlopende serie over naoorlogse kabinetten.
Het zelfstandig naamwoord ‘biografie’ is minder op zijn plaats. Daarvoor is Den Hertog te veel gefixeerd op het intellectuele en politieke. Leven en tijdgeest komen er bekaaid vanaf. Dat Van der Linden soms pagina's lang schittert door afwezigheid, als grote kwesties en standpunten van anderen nauwkeurig uit de doeken worden gedaan, zegt veel. De hoofdpersoon dient vaak meer als cement dan als daadwerkelijk bouwmateriaal. Een levensverhaal wordt meeslepend als een biograaf compassie, ergernis of welke emotie dan ook weet op te roepen. Den Hertog lukt dat pas tegen het einde van het boek, als hij met veel gevoel beschrijft hoe Nederland eind 1917, begin 1918 steeds meer ten prooi viel aan rechteloosheid, gevangenzat tussen de eisen van de geallieerde en centrale mogendheden, de zelfstandige Nederlandse politiek als los zand uit elkaar viel en de internationale druk ook de spanningen binnen de ministerraad hoog deed oplopen. Cort van der Linden verloor de controle en kon, zoals meer Nederlandse premiers na hem, niet eindigen in stijl. Geen wonder dat na de verkiezingen van 1918, toen zijn naam opnieuw viel als leider van een kabinet, zelfs deze plichtgetrouwe politicus paste: ‘Er zouden wellicht omstandigheden zijn, die mij zouden dwingen, maar die omstandigheden waren er nu zeker niet. Men had het er ook niet naar gemaakt om van mij een dergelijk offer te maken.’
Johan den Hertog, Cort van der Linden (1846-1935). Minister-president in oorlogstijd. Een politieke biografie (Amsterdam, Boom 2007)