heid om je in te leven in de gevoelens van anderen. Empathie is een vaardigheid of persoonlijkheidseigenschap die belangrijk is in de omgang met mensen.’
Wie deze definitie achteloos leest, zal denken dat empathie een noodzakelijk onderdeel is van de gereedschapskist van elke biograaf. Zonder het vermogen zich te kunnen ‘inleven’ - in verschillende situaties, in uiteenlopende tijdsgewrichten - is een adequate beschrijving van de gebeurtenissen, keuzes en daden van de gebiografeerde vrijwel onmogelijk, laat staan het duiden ervan.
Iedereen kent het verlangen een ander te begrijpen, het genoegen te merken dat dit lukt, het verlangen begrepen te worden en de aangename gewaarwording dat zulks gebeurt. Iedereen voelt ook wel aan hoe essentieel deze dingen zijn voor bijvoorbeeld een relatie. De wetenschappelijke literatuur over empathie is omvangrijk, en gaat vooral over methoden om empathie als vaardigheid te onderwijzen en te scholen. Vrijwel nergens is geschreven over de gevolgen van een teveel aan empathie, behalve in de verhalenbundel The Cyberiad van Stanisław Lem, oorspronkelijk gepubliceerd in 1967. De Engelse vertaling dateert van 1985; een Nederlandse vertaling ontbreekt voor zover ik weet.
Dit verhaal speelt in de nabije toekomst. Een gloednieuw medicament is beschikbaar: Altruizine. Wie het spul inademt wordt volkomen empathisch en voelt alle emoties van iedereen binnen een straal van vijftig meter. De verwachtingen rond het geneesmiddel zijn torenhoog, want niets minder dan universeel geluk! Dit vanuit de gedachte dat als mensen zich bij voortduring in elkaar inleven, dit bijdraagt aan het menselijk welbevinden en geluk. Enige voorzichtigheid met het spul is geboden, want één enkele millimicrogram Altruizine is voldoende voor honderdduizenden mensen.
De eerste test vindt plaats in een dorp. Vanuit een hotelbar ziet de proefnemer dat de veearts, het kamermeisje, een boer, ja, warempel iedereen naar een stal rent, waar een koe bevalt. Dan gebeurt er iets opmerkelijks:
Immediately there-after the veterinarian came running from the barn, howling and holding his stomach, and he was followed by the scullery maids and at last the innkeeper. Driven by the cow's labor pains, they raised a great cry and fled in any directions - only to return at once, for the agony abated at a certain distance. Again and again they rushed to the barn and each time were forced to retreat, doubled over with the beast's contractions. Much chagrined by this unforeseen development, I realized now that the drug could be properly tested only in the city, where there were no animals.
Wanneer de onderzoeker - een robot, vermomd als mens - het dorp verlaat valt zijn koffer open, en veertig kilogram Altruizine verwaait in de wind. Hem rest niets anders dan in een hotel wachten op wat er volgt. Het leven in en rond het stadje eindigt in chaos en ramp. Het voortdurend empathisch zijn sloopt de mensen. De onderzoeker ziet hoe een weduwe het stadje wordt uitgejaagd, achtervolgd door een menigte die stenen naar haar hoofd slingert, omdat die zelf ten onder dreigen te gaan aan haar verdriet. De onderzoeker wordt gearresteerd; zijn excuus (‘ik had edele motieven’) mag niet baten.