Liefdesverklaring
In het voorwoord legt Jacob Forsell uit dat het ‘boek simpelweg een levensbeschrijving in beelden is van een geliefd persoon die zich welwillend en vaak zichtbaar geamuseerd in alle mogelijke situaties heeft laten vereeuwigen’. Goed getroffen, want meer is het niet. Zeker geen biografie. Het bevat hooguit stof voor een biografie waarin wél vragen zullen worden gesteld, zoektochten worden ondernomen en raadsels aangepakt. Al is het natuurlijk wel zo dat dit indrukwekkende fotoboek het beeld versterkt dat de samenstellers hebben willen doorgeven en dat alles wat daarachter of daaronder ligt min of meer verduistert. Hoe meer wenselijke beelden, hoe meer de werkelijkheid verdwijnt.
De eerste twintig bladzijden bevatten een liefdesverklaring van Lindgren zelf aan ‘het land dat verdween’; het land van haar jeugd, haar familie en het boerenleven in Småland van honderd jaar geleden. Onder diezelfde titel werd dat verhaal in 1978 al door uitgeverij Ploegsma op de Nederlandse markt gebracht en in 2002 herdrukt. Een ontroerend verhaal, een sprookje bijna over hoe haar ouders elkaar vonden. Zij het dat de familiegeschiedenis zo warrig uit de doeken wordt gedaan, dat deze lezer er weinig mee kon. Pas als Lindgren bij haar ouders is aangeland, begint het verhaal te boeien. Interessanter zijn de bijschriften bij de foto's, vooral als die van Lindgren zelf zijn, ook al roepen ze juist door wat er niet staat vaak veel vragen op. Bij de trouwfoto van haar ouders uit 1905 staat: ‘“Een fijne bruiloft, al werd er niet gedanst en ook niet gevochten”, zo verklaarde de bruidegom die zijn bruid overigens nog niet mee naar huis kreeg omdat die haar moeder nog tot twee weken na het feest moest helpen met wassen en schoonmaken...’
Wat betekent zo'n mededeling? Dat er op Zweedse bruiloften aan het begin van de vorige eeuw altijd werd gevochten? Dat het normaal was voor de bruidegom om zijn vrouw bij haar ouders achter te laten? Lindgren stelt die vragen niet en geeft dus geen antwoord. ‘Het land dat verdween’ is dan ook geschreven vanuit een gevoel van innige dankbaarheid ten opzichte van haar ouders. Voor een biografisch onderzoeker bevat het een enkel kiempje waaruit Lindgrens latere opstandigheid, eigengereidheid en kritische zin, zeker in haar boeken, gegroeid kan zijn. Toch blijven er veel vragen onbeantwoord. Hoe zit het met die twee zusters van Lindgren? Waren die net als zij? En met haar broer? Was Lindgren anders, uniek en waarom dan? Wat heeft ze gedaan met het geloof waarin ze werd opgevoed of beter, wat heeft dat geloof met haar gedaan? Over dat soort kwesties wordt vrijwel niets gezegd.
Wat na Lindgrens autobiografische schets komt en verreweg het grootste deel van het boek beslaat is van de hand van Johan Erséus, een journalist. Volgens zijn inleidende woorden is het ware verhaal over Lindgren even fantastisch als de verhalen die ze zelf