Biografie Bulletin. Jaargang 17
(2007)– [tijdschrift] Biografie Bulletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |||||||||
De twee paspoorten van Rita Verdonk
| |||||||||
Privéleven als campagne-instrumentVerdonk is niet de eerste en niet de enige die haar privéleven gebruikt om haar politieke biografie te versterken. Politici in de Verenigde Staten voeren in de regel campagne met partner en kinderen aan hun zijde, en hun persoonlijk levensverhaal is een | |||||||||
[pagina 8]
| |||||||||
integraal onderdeel van hun politieke persona. Bill Clintons campagnefilm The Man from Hope, uit 1992, is een klassieker in deze vermenging van privé en publiek. Het filmpje opent met rustieke beelden van een Amerikaans plattelandsstadje. Clinton, in voice-over, vertelt over zijn arme jeugd en zijn aspiraties. Bill en zijn geboortestad worden neergezet als de belichaming van de American Dream. Voor menig deelnemer aan de huidige Amerikaanse verkiezingsrace voor de presidentskandidatuur vormen privéleven en privégeschiedenis een middel om politieke ambities kracht bij te zetten. John Edwards, een van de Democratische kandidaten voor de presidentsverkiezingen van 2008, opent zijn website met een foto waarop hij, zijn vrouw en drie kinderen de bezoeker stralend toelachen. Edwards jeugd als zoon van een arme textielwerker in het zuiden van de Verenigde Staten is een standaardonderdeel van zijn speeches, en de gelukkige herinnering aan het moment waarop zijn ouders hun eerste eigen huis konden kopen, gunt hij iedere Amerikaan. Zo heeft Edwards een geloofwaardige persoonlijke biografie geconstrueerd om zijn belangrijkste politieke boodschap over economisch onrecht en armoede vorm te geven. Ook de Nederlandse politiek kent dergelijke vermengingen van politiek en privé: Wim Kok was een overtuigende sociaal-democraat omdat hij uit zijn eigen schamele jeugd kon putten. Jan Peter Balkenendes pleidooi voor het herstel van normen en waarden is onder meer aannemelijk omdat hij op gezette tijden aan de media laat zien dat hij met vrouw en kind op vakantie of in de Efteling is. Hier te lande is het echter ongebruikelijk om het privéleven doelbewust in te zetten in de politieke strijd. Integendeel: diverse politici schermen hun naasten af van de publiciteit. Wanneer een privéschandaal inzet wordt van politiek debat, zoals destijds bij de prostitutie- en cocaïneaffaire rond de Amsterdamse wethouder Rob Oudkerk, leidt dat onverbiddelijk tot hevige onenigheid tussen politici, journalisten en andere deelnemers aan het openbare leven (zie Van Zoonen, 2004). Steevast rijst dan de klacht dat de aandacht voor de inhoud lijdt onder de aandacht voor de persoon; klinkt het bezwaar dat we naar Amerikaanse toestanden afzakken, en wijst de beschuldigende vinger naar de televisie die dit allemaal op haar geweten heeft (zie bijvoorbeeld rmo, 2003). | |||||||||
DenkfoutAls impliciet ideaal bij dergelijke kritiek geldt de gedachte dat burgers hun belangen kennen, zich grondig informeren en vervolgens een partij of kandidaat kiezen die de aldus gevormde mening het beste vertegenwoordigt. In een dergelijke, moderne opvatting van politiek, gelden privékenmerken van politici (sekse, etniciteit, uiterlijk), privégedragingen en privéleven als irrelevant. Politici worden geacht slechts een ideologische visie en/of specifieke belangen te verwoorden, maar of zij daar als persoon, in gedrag, levensstijl en ethiek eveneens de belichaming van zijn, hoort niet ter zake te doen. De kenmerken van het lichaam zelf vallen helemáál buiten de orde. Publiek en privé behoren gescheiden te zijn. Respectabele auteurs als de Duitser Jürgen Habermas hebben op basis van die norm uitgebreide verhandelingen over politiek en publiek debat geschreven, maar er zit een cruciale denkfout in de moderne ge- | |||||||||
[pagina 9]
| |||||||||
dachtegang: de menselijke oordeelsvorming werkt niet zo simpel. Dat blijkt vooral uit het contrast in de manier waarop mannelijke en vrouwelijke politici worden waargenomen. In het algemeen beoordelen mensen politici op zo'n vier à vijf dimensies waarvan competentie en integriteit de belangrijkste zijn (Anker, 1992). Uit het meest recente onderzoek op dit gebied blijkt dat mensen vrouwelijke politici inmiddels net zo competent vinden als mannelijke, maar wel op andere terreinen. Wanneer je Amerikanen vraagt of ze zich kunnen voorstellen dat ze een vrouw als president zouden kiezen, dan antwoorden ze alleen ‘ja’ als de strijd zou gaan om kwesties als gezondheidszorg of onderwijs. Zou het gaan om oorlog en terrorisme, dan denken de Amerikanen dat een man competenter is (Herrnson, Lay & Stokes, 2003). Niet voor niets raden Amerikaanse spin doctors hun vrouwelijke kandidaten vrijwel zonder uitzondering aan ‘to run as a woman’, dat wil zeggen, zich te profileren met ‘zachte’ thema's en zich cooperatief en positief ten opzichte van de tegenstander op te stellen. Dat is stereotype, maar levert wel succes op. Net zo stereotype is de perceptie van integriteit: op dat criterium scoren vrouwen consistent hoger dan mannen. Er zijn zelfs onderzoeksresultaten die aantonen dat wanneer vrouwelijke politici in een financieel schandaal zijn verwikkeld, ze daar minder reputatieschade van ondervinden dan mannen. Zo'n schandaal bevestigt namelijk een vooroordeel over politici (allemaal zakkenvullers), maar omdat vrouwen zo'n uitzondering in de politiek zijn, blijft dat vooroordeel kennelijk minder aan hen vastkleven, zo verklaren de verantwoordelijke onderzoekers dat althans (Capelos, 2005). Vrouwelijke politici zelf suggereren in hun biografische reflecties ook met enige regelmaat dat vrouwen een hoogstaandere rol in de politiek vervullen dan mannen (Duyvis & Vermeiden, 1993); de beweging voor vrouwenkiesrecht haalde uit dat argument zelfs een van haar belangrijkste legitimaties voor het passief kiesrecht van vrouwen (Bosch & Kloosterman, 1985). | |||||||||
Wie profiteert?De verschillende beoordeling van mannelijke en vrouwelijke politici laat zien hoe utopisch het is om te denken dat de publieke, vertegenwoordigende rol van een politicus gescheiden kan worden van persoonlijke kenmerken, achtergronden en gedragingen. De vraag of een strikte scheiding tussen privé en politiek toch nastrevenswaardig zou zijn, is zinloos als je naar de daadwerkelijke oordeelsvorming kijkt. Bovendien wordt ze steeds minder relevant in een politieke cultuur die zich van modern naar postmodern beweegt, getuige de vervaging van scheidslijnen tussen informatie en entertainment, publiek en privé, werkelijkheid en beeld. De vraag naar wenselijkheid is dan ook nauwelijks interessant, al ben ik er voor om het politieke functioneren van mannen als Rob Oudkerk, Harry van Bommel of Ruud Lubbers af te meten aan hun kennelijk losse moraal ten opzichte van het vrouwenlichaam. Maar dat terzijde. Wie profiteert van de verandering in politieke cultuur die de vermenging van politiek en privé met zich meebrengt? Om die vraag te beantwoorden hebben we opnieuw de roddelbladen nodig. Rita Verdonks verschijning in Weekend en Privé was - zij het goed getimed - niet uit- | |||||||||
[pagina 10]
| |||||||||
zonderlijk. De bladen schrijven al sinds het begin van Story in 1975 over politici, Weekend had zelfs enige tijd een vaste rubriek onder de noemer ‘Haagse geheimen’, en Privé is berucht om zijn hetze tegen de toenmalige PvdA-leider Joop den Uyl, zo maakt Leo van Rooijen duidelijk in zijn herinneringen aan zijn tijd als journalist bij dat laatste tijdschrift (Van Rooijen, 1985). Toch komen er in die bladen nauwelijks schandalen van betekenis voor, integendeel: het beeld dat de bladen door de jaren heen van politici schetsen is er een van brave, hardwerkende mannen én vrouwen die politiek en gezin, werk en zorg, nauwelijks weten te combineren. Er komen regelmatig echtgenotes aan het woord die zeggen dat hun tijd wel zal komen als manlief uit de politiek gaat: dan gaan ze weer samen leuke dingen doen. Onvermijdelijk laat manlief weten dat hij graag méér tijd aan zijn gezin zou willen besteden, dat hij spijt heeft van gemiste verjaardagen of diploma-uitreikingen, maar dat het vaak toch echt niet anders kan. Nog modernere mannen laten weten dat ze speciaal tijd vrij maken voor de kinderen, en dat niemand dat van ze afneemt, ook de politiek niet. Dat resulteert in het beeld van mannen die de publieke zaak dienen; ze worden gemist maar wel begrepen en gesteund door vrouw en kinderen; ze zijn bijdetijds en integer genoeg om in te zien dat hun afwezigheid eigenlijk niet langer gepast is en om zich daar schuldig over te voelen. Ook als het over vrouwelijke politici gaat, schrijven de bladen vooral hoe zwaar het is om volksvertegenwoordiger te zijn, en hoe weinig tijd er voor een privéleven overblijft. De teneur is echter net even anders. Typerend is een kop in een van de bladen toen Neelie (toen nog Smit-) Kroes in 1989 de politiek verliet. ‘Eindelijk heb ik mijn moeder terug,’ zo werd de zoon van Kroes geciteerd. De verslaggever schreef hoe blij de toen negentienjarige zoon was dat die zijn moeder weer voor zichzelf had, en dat hij door haar voortdurende afwezigheid zelf had moeten leren koken! De teneur van de politieke berichtgeving in de roddelpers is onveranderlijk dat mannen zich opofferen voor het landsbelang en dat hun gezin ze daarbij steunt. Vrouwen offeren zich net zo goed op voor het landsbelang, maar hun gezin lijdt daaronder. Als de roddelpers een barometer van de publieke moraal is, dan profiteren mannen van de vervagende grenzen tussen privé en politiek, en vrouwen ondervinden er hinder van (zie voor meer details Van Zoonen, 1998). Dat is de vreemde paradox van het postmoderne tijdperk: in de jaren zeventig stelde het feminisme dat mannen profiteerden van de scheiding tussen privé en politiek en was de oplossing dat het persoonlijke politiek moest worden. Nu is er dan sprake van een vermenging, en opnieuw lijken mannen daar het meest van te profiteren. Moet dat tot een feministisch pleidooi leiden voor een hernieuwde scheiding van politiek en privé? Tal van internationale toppolitica's vinden blijkbaar van wel. Zij laten zo min mogelijk van hun privéleven en -beslommeringen zien. Hillary Clinton wijdde in haar tussentijdse autobiografie Living History slechts één van de 562 pagina's aan haar gevoelens tijdens de Lewinsky-affaire. Groot was de teleurstelling, maar voor Clinton was dat privé en dus verboden terrein. Toen Angela Merkel in 2005 in de Duitse Bondsdag werd geïnstalleerd als eerste vrouwelijke bondskanselier, was Herr Merkel, in tegenstelling tot zijn voorgangsters, opval- | |||||||||
[pagina 11]
| |||||||||
lend afwezig; niet relevant volgens Frau Merkels inschatting van de functie. De Finse presidente Tarja Halonen besteedt op haar presidentiële website een enkel kopje aan haar privéleven onder de titel ‘Echtgenoot’ (‘Puoliso’): wie erop klikt krijgt een witte pagina te zien met daarop het uitgetypte cv van meneer Halonen. Het echtpaar heeft een dochter, maar die is op de site niet te vinden (cf Van Zoonen, 2006). | |||||||||
VrijgezellenClinton, Merkel en Halonen worden ongetwijfeld gedreven door de oprechte wens hun naasten buiten de schijnwerpers te houden. Maar ze snappen vast ook dat belangstelling voor hun privéleven slecht voor hun imago kan zijn. Dat brengt immers hun uitzonderingspositie opnieuw onder de aandacht en kan slechts een associatie van - op zijn best - afwijkende of - op zijn slechtst - falende moeder en echtgenote oproepen. Er zijn weinig politica's die dat anders doen: geïnspireerd door het feministische credo dat het persoonlijke politiek is, maken zij hun privéleven wel zichtbaar in een te prijzen poging de integratie van werk- en zorgtaken voorstelbaar te maken en te legitimeren. Zo liet Segolène Royal uitgebreide fotoreportages maken toen haar dochter net geboren was: zij was destijds minister van Milieuzaken in de regering van Mitterand. Ook in haar campagne voor de Franse presidentsverkiezingen van afgelopen jaar, schuwde zij het persoonlijke fotomoment niet. Met Royal is het niet goed afgelopen. Toen Marjet van Zuijlen de PvdA-fractie in de Tweede Kamer vaarwel zegde, liet ze een boek met politieke én persoonlijke herinneringen aan haar jaren in het parlement na (2000). Ex-collega's en journalisten brandden haar autobiografietje tot op de grond toe af, juist vanwege die persoonlijke beslommeringen; ‘een oefening in ex-hibitionisme’, volgens nrc Handelsblad. Misschien kun je als vrouw in de politiek maar beter helemaal geen privéleven hebben. Dat was in elk geval de positie van een van de eerste grote vrouwelijke politica's, Elizabeth i, de Engelse koningin die haar land in de zestiende eeuw rijkdom, renaissance en reformatie bracht. Haar huwelijkse staat bleef gedurende haar veertigjarige bewind een zaak van nationale opwinding en houdt haar hedendaagse biografen nog steeds bezig. Trouwde ze niet omdat ze de emotionele banden met haar beste vriend, de graaf van Leicester, niet wilde verbreken? Trouwde ze niet omdat ze voor geen van de kandidaten liefdevolle gevoelens kon opbrengen? Trouwde ze niet omdat het politiek niet goed uitkwam? Of trouwde ze niet omdat ze donders goed begreep dat een echtgenoot haar alle macht uit handen zou nemen? Hoe het ook zij, Elizabeth wist van de nood een deugd te maken, vooral toen ze de ontevreden adel en het ongeduldige volk voorhield dat ze allang getrouwd was, namelijk met Engeland, en dus de echtgenote van de natie was! Vrijgezellenstatus is een van de kenmerken die vrouwelijke politici historisch en wereldwijd met elkaar gemeen hebben, en het is het bewijs dat de politiek en alle andere topfuncties voor vrouwen nog steeds moeilijker te combineren zijn met een privéleven dan voor mannen. Toen Hedy d'Ancona minister van wvc was, van 1989 tot 1994, biechtte ze aan een van de bladen op dat ze er op dat moment geen vriend bij kon hebben; die zou alleen maar zitten mokken dat ze er zo weinig was. Haar kin- | |||||||||
[pagina 12]
| |||||||||
deren waren gelukkig al het huis uit, dus die hadden er geen last van. Dat is een tweede kenmerk dat je vaker bij vrouwelijke politici ziet: ze hebben geen kinderen of de kinderen zijn het huis al uit. De onmiddellijke zorg is daarmee verdwenen. | |||||||||
Dubbel paspoortAlles bij elkaar optellend doet Rita Verdonk er niet verstandig aan haar privéleven zo breed uit te meten in de bladen: de onvermijdelijke tegenstelling in het imago van vrouwelijke politici (vrouw én politica) wordt ermee aangescherpt, Zowel de geschiedenis als de hedendaagse inzichten van de spin doctors tonen dat daar geen positieve effecten van uitgaan. Geworteld in hardnekkige historische en culturele patronen, functioneert de menselijke waarneming zo, dat vrouwen als symbool van gezinsleven gezien worden, en mannen als symbool van werk. Veertig jaar emancipatie heeft ertoe geleid dat mannelijke politici er voordeel van hebben als ze zich ook als privépersoon manifesteren, maar voor vrouwen is er nog niet veel veranderd. Vrouwelijke politici lopen daarom in feite met twee paspoorten: één voor het privédomein, en één voor het openbare leven. Verdonks succesvolle internationale collega's zoals Clinton, Merkel en Halonen, hebben hun privépaspoort ingeleverd en zich loyaal gevoegd in het moderne, onpersoonlijke politieke ideaal. Verdonks grote inspiratiebron, Pim Fortuyn, stond vrouwen echter alleen een privépaspoort toe: ‘Mens, ga toch koken,’ blafte hij ooit tegen een lastige journaliste, met andere woorden: ‘Ga terug naar waar je vandaan komt.’ Daarmee ontzegde hij haar in feite het recht op een politiek paspoort. Moeten vrouwen echt zo absoluut kiezen tussen die twee loyaliteiten? Verdonk kan dat zelf in elk geval niet, getuige haar bekentenissen aan de bladen. Zij wil haar privépaspoort én haar politiek paspoort houden. Dat is inconsequent. Om haar eigen woorden in het kamerdebat van 2006 over dubbele nationaliteiten van politici te parafraseren: ‘Het geeft geen pas dat u als vrouwelijke parlementariër zomaar met twee paspoorten staat te zwaaien. Waarom geeft u niet het goede voorbeeld? Ik begrijp niet dat u niet zegt: ik vind de politiek nu het belangrijkst.’Ga naar voetnoot* Gelukkig besloot het kabinet een jaar later dat een dubbel paspoort zich uitstekend laat combineren met een politieke functie. Verdonk mag thuis én in de politiek blijven. | |||||||||
Literatuur
| |||||||||
[pagina 13]
| |||||||||
|
|