‘Mijn beste karaktertrek is te willen behagen. Mijn slechtste eigenschap: hetzelfde.’ Ze was, in tegenstelling tot wat haar publieke persoonlijkheid uitstraalde, een pleaser - en op een het moment dat ik me dat realiseerde vielen allerlei puzzelstukjes op hun plek.
Ook in het geval van Bernhard probeer ik uit te vinden waar hij naar op zoek was in zijn leven. Veel boeken over hem gaan uit van zijn affaires - alsof je die man pas echt kunt duiden als je daarvan de onderste steen boven hebt gekregen. Ik probeer het tegenovergestelde: eerst de man zo goed mogelijk proberen te begrijpen, en dan nagaan hoe waarschijnlijk bepaalde gedragingen zijn die hem worden aangewreven. Daarnaast vind ik het belangrijk die gedragingen en gebeurtenissen in de tijd te plaatsen, omdat je een mensenleven nu eenmaal niet los kunt zien van de wereld eromheen. En ten slotte houd ik ervan als een biografie overzicht biedt, en daarmee rust brengt voor alle betrokkenen. Bij mijn vorige boeken heeft dat zo gewerkt: er zijn vragen beantwoord, witte plekken ingevuld en conclusies getrokken waar iedereen vrede mee kan hebben. Ik hoop dat me dat met dit boek ook lukt - al is het maar voor de nabestaanden, voor wie het ook prettig is als die eindeloze stroom onthullingen en speculaties ophoudt.
In hoeverre kun je gebruikmaken van het Koninklijk Huisarchief en spreken met bijvoorbeeld mensen als prinses Irene?
Ik zit niet in de situatie van iemand als Cees Fasseur, die bijna in opdracht van het Hof werkt. Maar ik heb een werkbaar en prettig contact met de Rijksvoorlichtingsdienst. Hoe ver de medewerking zal kunnen en mogen gaan, zal het verloop van dit project uitwijzen.
Iets anders: het Biografie Bulletin. Ben je erop geabonneerd? En hoe zou het bulletin er volgens jou eigenlijk moeten uitzien?
Nee, ik ben geen abonnee. En dat komt niet alleen door die onaardige recensie van Hilberdink, hoewel dat voor mij destijds, als new kid on the block, niet bepaald voelde als een warm welkom in een kring van mensen die goed beschouwd toch mijn nieuwe collega's waren. Eerlijk gezegd vraag ik me af of recensies überhaupt in het Bulletin thuis horen - beoordelingen kun je immers overal al lezen, en ze kunnen heel makkelijk de onderlinge verhoudingen verstoren - terwijl je als biografen onderling juist zoveel steun aan elkaar zou kunnen hebben.
Waar ik behoefte aan heb is een vakblad, waarin discussies gevoerd zouden worden over de technische en inhoudelijke aspecten van ons vak. Zoals: de verschillende manieren om met noten om te gaan, het vinden van bronnen, de omgang met de publiciteit en met de familie, wat doe je met informatie die de privacy van nog levende mensen aantast, en hoe organiseer je een project op zo'n manier dat je niet in de informatie verdrinkt.
Je zou als tijdschrift ook kunnen proberen het onderscheid tussen politieke, literaire en ‘gewone’ biografieën te definiëren. Op de biografendag vertelde iemand dat hij er bewust voor koos allerlei persoonlijke zaken niet op te nemen, omdat hij vond dat het om het werk ging, en niet om het privéleven. Ik zou over die zienswijze best wat meer willen lezen. Een ander discussiepunt zou kunnen zijn of een biografie een maxi-