weggenomen bij hun ouders en ondergebracht bij nationalistische gezinnen.
Franco associeerde het Spaanse koningshuis met lankmoedigheid en liberalisme. Toch kon hij niet helemaal om het Spaanse koningshuis heen, niet alleen omdat er in het kamp van de nacionales veel monarchistische sympathie bestond maar ook omdat in de internationale context die na de overwinning van de geallieerden in 1945 was ontstaan, zijn regime een groot legitimiteitsprobleem had.
Om deze problemen het hoofd te bieden verkondigde Franco dat Spanje nog altijd een monarchie was en afficheerde hij zichzelf als een soort tussenpaus. Dat was slim bedacht, maar het zadelde de dictator wel op met een ander probleem: hij moest rekening houden met de wensen en ideeën van het Spaanse koningshuis. Don Juan, de oudste zoon van Alfonso xiii, maakte vanuit zijn ballingschap aanspraak op de Spaanse troon en stond met zijn overtuiging dat hij koning van alle Spanjaarden wilde zijn, lijnrecht tegenover de onverzoenlijke Franco. Het behoeft geen betoog dat Don Juan op zijn beurt niet om Franco heen kon. De twee waren tot elkaar veroordeeld. Dat leidde tot een jarenlang getouwtrek waarbij niet alleen Franco maar ook Don Juan het nodige opportunisme aan de dag legde. Zo probeerde de troonpretendent, die bij de Engelse marine had gediend, tijdens de Tweede Wereldoorlog steun te vinden bij het nazi-regime terwijl hij na de Tweede Wereldoorlog zijn heil zocht bij de geallieerden. Later zocht hij ook contact met de Spaanse socialisten, Baskische en Catalaanse nationalisten en andere oppositiegroepen.
De positie van Franco was uiteraard veel sterker dan die van Don Juan, niet alleen omdat hij al was wat de ander graag wilde zijn - staatshoofd van Spanje - maar ook omdat hij veel sluwer was. Franco's kat-en-muisspel was vernederend voor Don Juan, maar uiteindelijk kwamen de twee in 1948 tot een afspraak waarvan de gevolgen voor de toekomst van Spanje nauwelijks kunnen worden overschat: Don Juan zou zijn oudste zoon, de tienjarige prins Juan Carlos, naar Spanje sturen waar hij, ver weg van zijn familie, verder zou worden geschoold en opgeleid.
Don Juan hoopte via deze weg de Bourbons terug op de Spaanse troon te krijgen. Een ander belangrijk motief was dat zijn zoon - die nog nooit in Spanje was geweest - op deze manier eindelijk zijn vaderland zou leren kennen. Een en ander betekende overigens niet dat Don Juan zijn zoon als de eerstvolgende koning van Spanje zag. Hij ging ervan uit dat hij dat zelf zou zijn, daarna zou Juan Carlos pas aan de beurt zijn.
Omdat Don Juan de politiek-dynastieke belangen liet prevaleren boven het persoonlijke welzijn van zijn zoon spreekt Paul Preston in zijn biografie van Juan Carlos terecht van een offer. Juan Carlos was weliswaar al het een en ander gewend, omdat zijn ouders ook tot die tijd zijn opvoeding grotendeels uit handen had gegeven aan ‘mentoren’ en kostschooldocenten. Maar in Spanje had hij helemaal niemand: geen familie, geen vrienden, geen kennissen. Het enige dat hij had was een opdracht: hij diende zich onder de hoede van Franco op te laten leiden tot koning van Spanje.
Juan Carlos deed wat er van hem werd gevraagd en rondde de middelbare school af. Daarna volgde hij een opleiding bij het leger, de marine en de luchtmacht. De militaire ervaringen en contacten die hij daarbij opdeed zouden tijdens de Transición - de