biografieën van artiesten, voetballers en muzikanten. Toch lijkt dat langzaam te veranderen, zie bijvoorbeeld de pas uitgekomen biografie over de weduwe van Gerrit Jan Heijn, De verzoening, opgetekend door Alex Verburg. Tiny's herinneringen waren mijn eerste bron. In die zin is zij verantwoordelijk voor de inhoud. Misschien geeft dat een gekleurd beeld. Maar gekleurdheid krijg je ook als je een biografie schrijft puur op basis van documenten, of na gesprekken met anderen. Wim Hazeu had bij het schrijven van de Vestdijk-biografie te maken met een weduwe, die hem zeer kritisch volgde.’
Het rijke leven van Mulder maakt nieuwsgierig. Hoe heeft ze de oorlog beleefd, en hoe heeft ze die kunnen verwerken? Heeft ze werkelijk alles verteld aan haar biograaf? De Vries: ‘Je weet nooit zeker of je alles er uit hebt gekregen in die twaalf gesprekken. De biograaf van Günther Grass heeft misschien wel honderd keer met hem gepraat, en nog vertelde Grass niet dat hij lid is geweest van de Waffen-ss.
Na drie maanden intensieve samenwerking krijg je natuurlijk een bepaalde relatie. Tegen mij is Tiny Mulder heel open geweest. Maar misschien heeft ze niet alles verteld. Haar dochter Rixt zei bij de presentatie van het boek: “Us mem hat ús noait mear ferteld as wat der yn dit boek stiet.” (Onze moeder heeft ons nooit meer verteld dan wat er in dit boek staat.) Haar geheimen houdt ze voor zichzelf. Maar dat mag ook, vind ik. Bepaalde privé-zaken hoef ik niet te weten. Bijvoorbeeld of er tijdens de oorlog iets gebeurd is tussen haar en zo'n piloot. Ik vraag er wel naar, maar als ze zegt van niet, dan is dat prima. Hoewel, als zoiets onderwerp in haar werk zou zijn geweest, in haar gedichten, dan had ik er alles over willen weten. Bij Douwe Tamminga was het verlies van zijn enige zoon een thema in zijn gedichten. Dat werd dan ook een belangrijk onderwerp in de biografie die ik van hem geschreven heb.
Het is iets van deze tijd dat we alles van iedereen willen weten. Alles moet gezegd worden, we zijn overal nieuwsgierig naar. Maar ik ben geen Story- of Privé-journalist. Ik vind dat mensen dingen voor zichzelf mogen houden.’
De Vries heeft de biografie niet als wetenschapper, maar als journalist geschreven. Het moest, zegt hij, vooral een prettig leesbaar boek worden, niet te omvangrijk. ‘Ik vind biografieën vaak te dik. Over Eddy du Perron, die eenenveertig is geworden, verscheen een biografie van twaalfhonderd bladzijden. Die van Simon Vestdijk telt duizend pagina's. Of neem de biografie van Hendrik de Vries die nu net uit is gekomen. Heel boeiend, maar heel dik. Dat wekt de suggestie dat alles gezegd is, dat het hele leven is verteld. Maar het zal nooit volledig zijn, er zullen altijd dingen ontbreken. Eigenlijk is het leven nooit te vatten in een biografie. Dat is een banale conclusie, maar wanneer heb je een compleet mens? Het laatste woord over een persoon is nooit gezegd. Tiny Mulder blijft in zekere zin ook raadselachtig. Hoe heeft die oorlog ingewerkt op haar leven? Dat ze na de oorlog zo hard aan het werk gegaan is, is dat misschien verdringing geweest? Maar dan begin je te psychologiseren. En dan nog, weet je het dan?’
Geart de Vries, Foar alles is in tiid, it libbensferhaal fan Tiny Mulder (Leeuwarden, Friese Pers Boekerij 2006)