Politicus op de grens van twee werelden
Het rijke roomse leven van Jo Cals
John Jansen van Galen
In zijn biografie over Jo Cals doet Paul van der Steen een aantal intrigerende onthullingen. Toch plaatst John Jansen van Galen een aantal kanttekeningen bij zijn aanpak en analyse.
De klacht die tien jaar geleden nog gangbaar was, dat er zo weinig biografieën geschreven worden van Nederlandse staatslieden en politici, gaat inmiddels allang niet meer op. Het wachten is weliswaar nog op volwaardige levensbeschrijvingen van Troelstra en Den Uyl, maar die weten we in aantocht. Biografieën van onder meer Klompé en Heemskerk staan ook op stapel. Menigeen vraagt zich of Jacques Bosmans ooit nog het tweede deel van zijn Romme-biografie zal schrijven, maar verder valt er weinig te klagen. Thorbecke, Kuyper, Colijn, Wibaut, Drees, Beel, De Groot, zelfs De Gaay Fortman, De Jong, Tans en nu Cals vonden hun biograaf.
De vraag is als het ware omgedraaid: welke politicus is voor de historicus de moeite waard om enige jaren van research en schrijven aan diens leven en loopbaan te wijden? Treub en Gerbrandy zijn er waarschijnlijk belangwekkend genoeg voor, mogelijk ook De Geer met zijn wankelmoedigheid in oorlogstijd en zeker Van Mook die in Indonesië een rol speelde in de wereldgeschiedenis. Maar geldt dat ook voor een oud-premier als Marijnen? Steeds komt de biograaf voor de vraag te staan: waarom hij of zij, wat was de betekenis van mijn hoofdpersoon, was deze cruciaal in het betreffende tijdsgewricht of slechts een passant die ongemerkt in de nacht verdween?