van de geloofsbrieven, de amusantigheden waartoe het uitnodigingsbeleid of de tafelschikking aanleiding kon geven, het gebruik van verschillende ambtsuniformen en -kostuums, en het verlenen, ontvangen of dragen van onderscheidingen en decoraties, de ‘blikjes’, zoals ze in de diplomatieke wandeling heten. Andere geliefde onderwerpen van anekdotes zijn formaliteiten ten aanzien van de schrijfstijl, taal- en vertaal troubles, de moeilijkheden van coderen en decoderen, wetenswaardigheden rond koerierszendingen, en problemen met de behuizing van de diplomatieke vertegenwoordiging of de persoonlijke huisvestingsperikelen, alsmede het maken van nieuwe kennissen en het afscheid nemen. Diplomatie is tenslotte the business of going native en the business of saying goodbye. Die verhuizingen zijn natuurlijk ook weer een bron van anekdotes.
De relatie van de diplomaat met het departement scoort eveneens hoog, bijvoorbeeld bij ergernis over het gebrek aan reactie van de departementale thuisbasis. Het is een opvallend gemeenschappelijk element tussen de lichtvoetiger en de meer serieuze memoires: ‘Den Haag’ antwoordt niet, nietszeggend of te laat.
Inderdaad vinden we het beroeps-dna van diplomaten dus terug in deze aaneenrijgingen van anekdotes. We herkennen de professionele receptieganger die elke diplomaat is en die altijd een paar leuke verhalen uit de mouw moet kunnen goochelen om het ijs te breken. Maar hoe komt de diplomaat aan stof voor deze vertellingen? Kennelijk brengt de beroepsuitoefening van de diplomaat die ervaringen en verhalen min of meer vanzelf met zich mee. Voor wie er niet mee vertrouwd is - en vaak dus ook nog voor wie er wel mee vertrouwd is - leiden protocollaire aangelegenheden tot koddige situaties.
De spanning tussen de protocollaire vereisten en het feit dat een diplomaat uiteindelijk ook maar een mens van vlees en bloed is, is een verdere bron van humor. Bovendien worden diplomaten herhaaldelijk voor lastige situaties geplaatst, waarin zij als een Tom Poes listen moeten bedenken die, vooral als zij slagen, zich er natuurlijk voor lenen in geuren en kleuren te worden verteld.
Hoe kort het verblijf in de verschillende buitenlanden ook is, de diplomaat leert er afwijkende gewoonten en gebruiken kennen. Een deel van de te boek gestelde anekdotes heeft daarom ook een didactische functie. Gul stellen de oud-diplomaten hun opgedane kennis in de vorm van lessen ter beschikking van minder bereisde landgenoten. Ook hier doet zich een ambtelijke gewoonte herkennen. De diplomaten moesten zowel aan de instanties in hun land van herkomst als die in het land van accreditatie uitleggen hoe bepaalde zaken beter wel of niet konden worden aangepakt. Jarenlang zijn zij gewend geweest om bezoekers of opvolgers nuttige tips aan de hand te doen. Die beroepservaring zet zich voort in een sterke behoefte onder schrijvende diplomaten om vooral levenslessen mee te delen aan de lezers, wellicht omdat zij nog steeds iets van de ontdekkingsreizigers in zich hebben die, vaak zelf door schade en schande wijs geworden, hun lezers voor ongemak wensen te behoeden.
Memoires hebben dan ook nogal eens het karakter van halve reisgidsen, waarbij gastronomische adviezen niet zijn vergeten. Dat is opnieuw een element uit de voormalige werkkring: gastronomie is tegelijk hobby en voormalig werkterrein van vrijwel ie-